Skip to main content

Full text of "Benedictus Spinoza: bibliografie door Dr. A. van der Linde"

See other formats


Google 



This is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclvcs bcforc it was carcfully scannod by Google as part of a project 

to make the world's books discoverablc onlinc. 

It has survived long enough for the copyright to cxpirc and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject 

to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books 

are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover. 

Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the 

publisher to a library and fmally to you. 

Usage guidelines 

Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the 
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to 
prevent abuse by commercial parties, including placing lechnical restrictions on automated querying. 
We also ask that you: 

+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for 
personal, non-commercial purposes. 

+ Refrainfivm automated querying Do nol send aulomated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine 
translation, optical character recognition or other areas where access to a laige amount of text is helpful, please contact us. We encourage the 
use of public domain materials for these purposes and may be able to help. 

+ Maintain attributionTht GoogXt "watermark" you see on each file is essential for informingpeopleabout this project and helping them find 
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it. 

+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just 
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other 
countiies. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can'l offer guidance on whether any specific use of 
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner 
anywhere in the world. Copyright infringement liabili^ can be quite severe. 

About Google Book Search 

Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers 
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full icxi of this book on the web 

at |http: //books. google .com/l 



Google 



Dit is ccn digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliothcckpl anken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat 

doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. 

Dit boek is na oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke 

domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrecht termijn is verlopen. Het kan per land 

verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van 

geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. 

Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de 

lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. 

Richtlijnen voor gebruik 

Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken 
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven 
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op 
automaüsch zoeken. 
Verder vragen we u het volgende: 

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door 
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet -commerciële doeleinden. 

+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek 
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe- 
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien 
hiermee van dienst zijn. 

+ Laat de eigendomsverklaring staan Het "watermerk" van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het 
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. 

+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er 
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is 
voor gebniikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek mst, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval 
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het 
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. 

Informatie over Zoeken naar boeken met Google 

Het doel van Google is om alle informaüe wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit 
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken 

op het web via |http: //books .google .coml 



© 



» ■ 



BENEDICTUS SPINOZA 



BIBLIOGRAFIE 



DOOR 



D« A. VAN DER LINDE 



'% Geavenhage 
MAETINUS NIJHOFF 

1871 



OtLiZ 3r^ /.s- 



Jiir: , ^^ ^-if^- 










L<^^^ ^ 



ii 



\ 



fi r* iT 







Baruch d^Espmoza, BenedictusdeSpinoza, BenedictusSpinoza — 
bij den laaUten, door den wijsgeer zelf voltrokken herdoe^ van zijn 
hehreeuwsch'SpaanscAen naam hel ik mij neergelegd. Hetzij Baruch 
in Benedictus mlde bestadigen dat hij volkomen had gebroken met 
de synagoge, hetzij hij eenvoudig de mode van het laünizeeren ge- 
volgd is, ik eerbiedig zijn zeventiencP eenwsch recht zich naar eigen 
verkiezing te noemen. Hij heeft zich door de kracht van zijn geest 
ontjood, even als de doordenker der negentiende eeuw zich ont- 
kerstent, en ik bespeur niet de minste neiging hem naar eenig 
partikularisme terug-te-dringen. 

Men bespeurt in deze bibliograjische proeve der Spinoza-litteratuur 
onmiddelijk, welke boeken beschreven werden uit eigen aanschouwing en 
welke slechts ter herinnering zijn aangestipt , als gids voor hen , die 
het begonnen werk wenschen voort-te-zetten. Want ofschoon ik jaren 
héb gezocht en moeiten noch kosten ontzien om> deze litteratuur in 
mijne boekerij kompleet te maken, het is mij onmogelijk gebleken 
alles te vinden waarvan ik het bestaan wist of vermoedde. Opmer- 
kelijk zijn vooral de vele teleurstellingen , die de verzamelaar onder- 
vindt op eigen bodem ; juist van de hollandsche boeken is zeer veel 
of verdwenen of slechts te vinden in H buitenland. Onze weten- 
schappelijke achterlijkheid en onverschilligheid vertoont zich ook hierin. 
Waarom heeft bijvoorbeeld noch geen nederlandsch theoloog een ge- 
schiedenis geschreven van het Hattemisme en de daarmee samenhan- 
gende interessante verschijnselen in de gereformeerde kerk der 
zeventiende en achttiende eeuw? Bit ware een verdienstelijker en 
dankbaarder werk , dan de ontelbare bijdragen tot het scheurpapier 
der toekomst. 

Een enkel woord over 't hier gevolgde systeem van exakte biblio- 
grafie. Ik heb mijn handschrift bewerkt in den^ geest van het uit- 
stekend Bibliographical Essay van Asher-Frederik Muller , namelijk 
het behoud aller lettersoorten van den oorspronkelijken titel: kapi- 



IV 

taal , kursief, romein , lladc-letter Sfc. Bij nader inzien echter héb 
ik van deze methode afgezien. Want ofschoon zij schijnbaar het 
ideaal der bibliografie nadert, roept zij door hahe nauwkeurigheid 
een andere onnauwkeurigheid, bibliografische onwaarheid in 't leven, 
Be typografische afwisseling toch in de oorspronkelijke titels wordt 
bijna uitsluitend gemotiveerd door het afbreken van de regels. Het 
kursief , dat op het oorspronkelijke boek alleen staat, zelfstandig 
is af gedeeld, staat daar heel goed; maar het verwekt een onwaren , 
een verwarrenden indruk, wanneer het in de titelkopie eener biblio- 
grafie op een zelfden regel voortloopt en afgewisseld wordt met zeer 
heterogene typen. Er ontstaat een bontheid , een schijn van willekeur , 
die typografiesch volstrekt niet bevallig is en bibliografiesch meer 
onnauwkeurigheid dan voordeel baart. Facsimilia van de titels te 
geven , is de noodzakelijke konzekwencie van de typologische biblio- 
grafie. Anders is zij niets dan een onlogische halfheid. Uit deze 
overweging ben ik voor goed tot het gebruik van éen lettersoort 
teruggekeerd. 

Nemen we tot voorbeeld nommer ha dezer bibliografie, Be oor- 
spronkelijke titel vertoont zich aldus: 

DANIELIS HEINSII P. P. 

OPERÜM 

HISTORI- 
CORUM 

COLLECTIO 

Prima. 

Edilio Secunda, priori editione muUo emen- 
datior ^ auctior 

accedunt queedam hactenus inedita. 

LuGD. Batav. 

Apud ISAACÜM HERCÜLIS. 

1673. 

Zoo afgebeeld, geeft de kepie bij benadering een vrij nauwkeurig 
beeld van het origineel; ofschoon de varianten van augustijn, 
brevier, garmond enz, enz. bij deze methode 6ok weer in aanmerking 
zouden dienen te komen ! Maar wordt deze approodmatieve afbeelding 



nu samengetrohken tot een doorloopenden tekst {en dat moet wel!) , 
dan ontstaat er een vreemde staalkaart van typen. Alzoo aut-aut: 
fotolithografie (= onmogelijk) of uniforme typografie met aange- 
wezen regelafbreking , Deze laatste geeft bovendien gelegenheid om 
bij zeldzame drukken de lettersoorten op-te-geven in een aanteekening 
onder den titel, zooals ik het in dit geschrift heb gedaan met de 
kleuren. 

Het teeken [^s] is de aanwijzing , dat de titel daar een figuur 
vertoont , hetzij bloem , boom , Met , of prent , waarbij zich rand- 
en onderschrift der figuren onmiddelijk aansluit. {Alleen in nommer 
346 vertoont zich de oude Adam.) 't Is een poging ter bevordering 
van regelmaat en kortheid, die ik aan het oordeel der bibliografen 
onderwerp. Ben bibliografiesch systeem dat alle bezwaren oplost, 
dat op alle vragen andwoord geeft, vooral een universeel systeem 
is er noch niet. Maar komen zal het, zoo goed als de duitsche 
eenheid. 

Ik eindig met een woord van dank aan hen , die mij in meerder 
of minder mate welwillend hebben helpen jagen naar de {helaas 
onbereikbare!) volmaaktheid; met name de heer en dr. Boehmer in 
Halle, Campbell in Den Haag, Von Hellwald in Weenen , Hessels 
en dr. Willis in Londen, dr. Hoeck in Göttingen, dr. Hoffmarm 
in Hamburg , dr. Philippson in Bonn, dr. Van floten te Bloe- 
mendaal en dr. Zangenmeister in Gotha. 

Den Haag, 31. December 1870. 



1 

I 



AANTEEKENING. 



Van de hier beschreven boeken bevinden zich de volgende nom- 
mers in openbare bibliotheken : 

1_3, 8-rl2, 15—20, 22—24, 26, 29, 30, 31, 34—41, 
42a, 43—51, 53, 54, 56, 57, 60—64, 66, 67, 69, 70, 
72, 73—75, 80, 82, 88, 87 (druk van 1730), 88—92, 94, 
95, 98, 99 (in HS.), 101, 101a (ook eenige in HSS.), 102, 
103, 106—109, 111, 112,114, 117, 121—123,125—131, 
133, 134, 136, 137, 139—141, 144, 146, 147, 149 (met 
een tweede exemplaar, waarin het HS. loopt van pp. 177 — 454), 
150, 151, 156, 161, 171, 173—175,177,182,187—194, 
196—204, 207, 218, 220—224, 227, 228, 230,234,236, 
240, 246, 248, 253, 266,268, 271, 272, 274, 277—280, 
282, 284, 285, 287,292—298,300, 304, 307—312, 314, 
318—325, 329, 330, 332, 334, 337, 342—344, 346, 347, 
349, 350, 353, 356, 364—366, 371, 374, 378, 380, 383— 
385, 889, 891, 394, 896, 399, 402 (met den eersten druk, 
te Amsterdam, bij J.Pauli 1720, 4to, 28 bil. + 458 pp.), 410, 
413, 415, 417—420, 425, 427—438, 440 te 's Gravenhage ; 

25, 37, 59, 76, 108, 115, 152, 160, 172, 209, 301, 
359, 863, 370, 395, 396 te Hambui^j 

4, 42, 84, 88, 93, 99, 104, 116, 208, 211—417, 299, 
381, 397, 416, 426 te Halle; 

7 te Göttingen; 



VIII 



5 te Gotha; 

6, 120 te Weenen; 

55 te Oxford; 

13, 32, 65, 291, 315 in 'tBritsch Museum te Londen; 

119 in de boekerij van het Seminarie der Jansenisten; 

265 te Kopenhagen. 



INHOUD. 



Bladz. 

I. De werken van Spinoza 1. 

1. Cartesii principia philosophise 1. 

2. Tractatus theologico-politicus 2. 

3. Opera posthuma 0. 

4. Tractatus de Iride 10. 

5. Opera omnia 11. 

6. Korte Verhandeling 18. 

7. Pseudo-Spinoza. (De jure ecclesiasticorum &Phi- 
losophia S. Scripturre Interpres) 16. 

II. Geschiedenis van Spinozaas leven en leer IS. 

III. Spinozistische bewegingen in Holland 44. 

1. Adriaan Koerbagh 44. 

2. Abr. Joh. Cuffeler 45. 

3. Hendrik Weyermars 45. 

4. Pontiaan van Hattem 46. 

5. Gosuïnus Buitendijk 51. 

6. Marinus Adriaansz Booms 51. 

7. Jacob Bril 53. 

8. Wülem Deurhof 53. 

9. Johannes Bredenburg 59. 

10. Balthasar Bekker 62. 

11. Johannes Bernouilli 62. 

12. Prederik van Leenhof 63. 

13. Jacobus Wittichius 6(S. 

IV. Spinozaas verhouding tot andere systemen 71. 

1. Hebreen wsche theologie 71. 

2. De antieken 73. 



II INHOUD. 

Bladz. 

3. Böhme (1575—1624) 73. 

4. Hobbes (1588—1679) 73. 

4. Cartesius (1506—1650) 76. 

5. Geulincx (J625— 1669) 80. 

6. Locke (1632—1704) 80. 

7. Malebranche (1638—1715) 80. 

8. Leibnitz (1646—1716) 81. 

9. Dippel (1673—1734) 82. 

10. Toland (1670—1722) 83. 

11. Swedenborg (1688—1772) 84. 

12. Voltaire (1694—1773) 84. 

13. Condillac (1715—1780) 84. 

14. Lessing — Mendelsfohn — Jacobi .... 84. 

14. Schleiermacher 87. 

15. Göthe 88. 

16. Eichte i, 88. 

17. Schelling 88. 

18. Hegel 89. 

19. Herbart 89. 

20. Baader . 89. 

21. Schopenhauer . 90. 

V. Polemiek tegen Spinoza 90. 

1. Bestrijding van den Tractatus theologico-politicus. 90. 

2. Bestrijding van het systeem 95. 

VI. Monografiën over de leer van Spinoza 99. 

Corrigenda 105. 

Alfabetiesch register 107. 



I. 



DE WERKEN VAN SPINOZA. 



1. Cartesll prlnelpia philosophlae. 

1. Eenati des Cartes | principiorum | philosophiae | Pars I, & 
II, I More Geometrico demonftratae | per | Benedictum de Spinoza 
Amftelodamenfem, | Accefferuiit Ejufdem | cogitata metaphysica, | In 
quibusdifficiliores, quae taminparteMetaphyflees generali, quh,m | fpe- 
ciali occurrunt, quseftiones breviter explicantur. [^] Arasteloda- 
mi, I Apud Johannem Riewerts, in vico vulgb dicto, de Dirk | van 
Ailen-fteeg, fub Cgno Martyrologii. 1663. | 4to. 8 bil. + 1^0 pp. 

De verzen Ad Librum, bl. 5 verso, zijn van Jan Bresser, Med. Doctor. Cf, 
(Baamgartens) Nachrichten von einer Hallischen Bibliothek. Erstea Stück. Halle. 
bey Johann Justinus Gebauer. 1748. 8vo. pp. 47 — 58. Over professor Adriaan 
Heereboord, door Spinoza geciteerd p. 138, cf. Yselkout. Mengelingen en bijdra- 
gen van Johannes van Vloten. Te Deventer, bij ter Gunne. 1855. 8vo. pp. 60 — 102. 

2. Eenatus des Cartes | beginzelen | der | wysbegeerte, | I en IT 
Deel, I Na de Meetkonftige wijze beweezen | door | Benedictus de 
Spinoza Amfterdammer. | Mitfgaders des zelfs | overnatuurkundige 
gedachten, | In welke de zwaarfte gefchillen, die zoo in ^t alge- 
meen, als in 't I byzonder deel der Overnatuurkunde ontmoeten, 
kortelijk werden verklaart. | Alles uit 't Latijn vertaalt door P. B. 
[^S] t' Amsterdam , | By Jan Eieuwertsz. Boekverkooper in de Dirk 
van Affenfteegh, | in 't Martelaars-Boek. Anno 1664. | 4to. 5 bil. + 
168 pp. + 3 bil. 

De vertaler is Pieter BaUing. Cf. Epistt. IX, XXXIV, II, LXX. 

1 



2 



9. Traetatas theologleo-polltlcas. 

3. Tractafcus | theologico- | politicus | Continens | Differtationes 
aliquot, | Quibus oftenditur Libertatem Philofophandi non tan- 
tum I falva Pietate, & Reipublicse Pace poffe concedi: fed | eandem 
nifi cum Pace Reipublicse , ipfaque | Pietate toUi non poffe. | Johan. 
Epifl. I. Cap. IV. verf. XIII. | Per hoc cognofcimus quod in Deo 
manemus, & Deus manet | in nobis, quod de Spiritu fuo dedit 
nobis. [^]Hamburgi, | Apud Henricum Künrath. cIoIoclxx. | 4to. 
6 bil. + 234 pp. 

Gredrukt te Amsterdam bij Christ. Conrad. Cf. Baumgartens Nachrichten , 
I pp. 58 — 69. Met den Leviathan van Hobbes, het werk Philosopbia Sacrse 
Scripturse interpres e. a. verboden bij plakaat van 19. Juli 1674, op aanklacht 
der Synode, blijkends dit Uittreksel uit het handschriftelijke "Resolutie-boek van 
den Rade" (Hof van Holland, Zeeland & Westvriesland) 1626—1675. 

"Den 16 en 16 April 1671. Sociniaansche boeken. Aen de Heeren Staten int 
Lange geadviseert op eene requeste aen deselve geprcesenteert by de Credeputeerden 
van de Zuyt- en Noort-HoUantsche Sinoden, daer by sy seer clagen over het 
Drucken , en divulgeren van verscheyden Sociniaensche en Godtlasterlycke boucken , 
namentlyck de boucken genaemt , Bibliotheca patrum Polonorum quos unitarios 
vocant. Het fameuse Boeck van Hobbes genaemt Leviathan, noch het bouck ge- 
intituleert Philosophia Sacrse Scripturce interpres , alsmede het bouck genaemt 
Tractatus Theologico- Politicus, en daertegens , alsmede tegens verscheyde excessen 
en in swang gaende sonden Efficacieuse remedie versoucken, en tot dien Eynde 
wederom oock doen uytschrijven eene missive die al op den 12 December voor- 
leden was ouergesonden , maer vermist was, en deselve weder overgesonden. " In 
den Tractatus theol.- politicus , Cap. XX , heeft Spinoza zijn (oorspronkelijk 
spaansche en thands verloren) verdediging tegen de Synagoge (Apologia para 
justificarse de su Abdicacion de la Synagoga) uitgewerkt. 

4. Francisci Henriquez | de | Villacorta | doctoris medici | h Cu- 
biculo Regaii Phil: IV & Caroli II. | Archiatri. | Opera Chirurgica 
Omnia | Sub aufpiciis Potentiffimi Hispp. Regis | Caroli II [^] 
Amftelodami | Apud Jacobum PauUi | 1673. | 8vo. 11 bil. (titel, 
Praefatio, Index capitum) + 334 pp. + 9 bil. (Prologus) -^- 182 
pp. (Philosophia S. S. interpres) + 10 bil. (Epilogus). 

6a. Danielis Heinsii P. P. | operum ( histori- | corum | col- 
lectio I Sectio | Prima. | Editio Secunda, priori editione multo 
emen- | datior & auctior | accedunt qusedam hactenus inedita. | Lugd. 
Batav. I Apud Isaacum Herculis. | 1673. | 8vo. 11 bil. + 334 pp. 

55. Danielis Heinsii P. P. | operum | histori- | corum | coUec- 



cunda. | Editio Secunda , priori editione multo emen- | datior | acce- 
dunt qugedam hactenus inedita. | Lugd. Batav. | Apud Isaacum 
Herculis. | 1673. | 9 bil. + 182 pp. + 10 bil. 

6öJ. Totius I Medicinae J ideanova | feu | FranciscidelaBoe | Syl- 
vii I Medici | inter Batavos | celebemmi | Opera Omnia. | Novas 
potissimum super morborum causis ^ sympto- | matis & curandi ratione 
meditationes & | disputatioiies continentia. | Secunda Editio. | ad 
Autoris exemplar correcta. | Amstelodami. | Apud Carolum Gratia- 
ni. I 1673. I 8vo. 11 bU. + 334 pp. 

6^.Totius I Medicinae ( ideanova | seu | Erancisci de la Boe | Syl- 
vii I Medici inter Batavos celeberrimi | Opera Omnia. | Novas po- 
tissimum super morborum causis , sjmpto- [ raatis & curandi ratione 
meditationes & | disputationes continentia. | Secunda editio. | ad 
Autoris exemplar correcta. | Pars secunda. | Amstelodami. | Apud 
Carolum Gratiani. | 1673. | 9 bil. + 182 pp. + 10 bU. 

7. Tractatus | theologico-politicus , | Cui adjunctus est | Philoso- 
phia S. Scripturae | Interpres. | Ab Authore longé emendatior. | Anno 
Dom. 1674. | 8vo. 11 bU. + 334 + 9 bil. + 182 pp. +10 bil. 

N° 4, 5, 6 en 7 zijn niets anders dan een zelfde druk van hetzelfde boek, 
maar met verschillende titels. De ware inhoud vermeldt de titel dezer edicie van 
1674. Omtrend gedeeltelijken nadruk van den Tractatus theol. -politicus vind ik 
het volgende vermeld : 

"Le Libraire Williams vient de mettre au jour un petit Ouvrage qui a pour 
titre : Tractatus de Miraculis Authore Spectatissimo , 8vo. Ce respectable Auteijr , 
nous a donné ici une production qui ne lui a pas beaucoup coüté, car il Ta 
copiée mot a mot du VI. Chapitre du Tractatus Theologico- Politicus de Spinoza. 

C'est assurément le même effronte plagiaire, qui a mis au monde sans nom de 
Libraire un Ouvrage, intitulé: Tractatus de primis duodecim veteris Testamenti 
Libris , in quo ostenditur eos omnes ab uno solo Historico scriptos fuisse : deinde 
inquiritur quisnam is fuerit & an huic operi ultimam manum imposuerit. Ce 
nouveau Traite est copié des VIII & IX Chapitres de l'ouvrage de Spinoza 
nommé dans l'article precedent. " Bibliothèque des Sciences et des Beaux Arts. 
Pour les mois de Juillet, Aoüt, Septembre. Tomé XX (A La Haye. Chez Pierre 
Gosse Jun. 1763, 8vo) p. 217. 

8. Benedicti de Spinoza | adnotationes | ad | tractatvm theolo- 
gico I politicvm. I Ex | avtographo edidit ac praefatvs est, | addi- 
ta I notitia scriptorvm philosophi, | Christophorvs Theophïlvs de 
Mvrr. I Slave to no fect, who takes no private road, | But looks 



through nature up to nature's God ! | Cvm imagine et chirogra- 
pho. I Hagae-Comitvm. | MDCCCII. | 4to. 44 pp. 

Met portret naar de gravure van 1677 (cf. N°. 23). Het werk behekt : I. Ima- 
gines Benedicti de Spinoza. II. Scripta de Vita Spinozae. III. Elenchus Scrip - 
torum Benedicti de Spinoza. En: Benedicti de Spinoza Notae MSt^® Marginales 
ad Tractatvm theologico-poKticvm (edit. in 4to 1670) descriptae ex originaK , 
quod possidebat lob. Rieuwertsz, Typograpbus Ciuit. Amstelod. Deze noten van 
Spinoza versebenen bet eerst, vertaald, op de laatste 30 pp. van N° 10, 11 en 12. 

9. Benedikt Spinoza's | Randglossen | zu seinem | Tractatus | the- 
ologico-politicus | aus einer in Königsberg befindlicben noch un- | ge- 
druckten Handschrift bekannt gemacht | von | Dr. Wilhelm Do- 
row , I Königlich Preufsischera Hofrathe , Mitgliede der Königli- 
chen I Academie in Neapel , der archaologischen Academie in 
Rom, I der asiatischen Gesellschaft in Paris, der Königlichen deut- 
schen | Gesellschaft in Königsberg, der Königlichen antiquari- 
schen | Gesellschaften in Trier, Westphalen, Sachsen u. s. w. | Mit 
einer Steindrucktafel , ein fac simile der Handschrift | des Spinoza 
enthaltend. | Berlin, 1835. | Verlag der Buchhandlung von W. 
Logier. | 8vo. 46 pp. 

10. La clef | du | sanctuaire | Par | Un f9avant homme de 
nótre | Siècle. | La oü eft TEfprit de Dieu, lè. eft la liberté, | 2 Epitre 
aux Corinthiens Chap. 3, | verf. 17. [^] A Leyde, | Chez Pierre 
Warnaer, | M. DC. LXXVIII. | 12mo. 14 bil. (Préface & Table) + 
(532) pp. 4" 15 bil. (Table des matières principales) + 30 pp. (Re- 
marques Curieufes, Et neceffaires pour Tlntelligence de ce Livre.) 

11. Reflexions J curieuses | d^un | Efprit des-Intereffé | fur | les 
matières | Les plus Importantes au Salut, tant | PubHc que Par- 
ticulier. [^] A Cologne, | Chez Claude Emanuel, | 1678. | 12mo. 
14 bil. + (532) pp. + 15 bil. + 30 pp. 

12. Traitté | Des | Ceremonies Superftitieufes | des [ Juifs | tant 
Anciens que Modernes. [^] A Amsterdam, [ Chez Jacob 
Smith, I M. DC. LXXVIII. | 12mo. 14 bil. + (532) pp. + 15 bil. 
+ 30 pp. 

Vertaling van den Tract. theol. -politicus door De Saint- Glain. Even als de la- 
tijnsche edicie in 8vo zijn 10 — 12 geheel dezelfde druk, maar met drie verschillende 
titels. Cf. Baumgartens Nachrichten , I pp. 69 — 74. 



/ 



13. Atreatise | partly | Theological | and partly | Political, | con- 
taining some few discourses | to prove that the liberty of Philo- 
sophising | (that is , making use of natural reasoü) | may be allowed 
without any prejudice to Piety or to the Peace of aiiy Common- 
wealth. I And that the lofs of public Peace and Eeligion itself must 
necessarely foUow | where fuch a liberty of reasoning is taken 
away. | John^ Epist. I Chap. IV v. 13. | Hereby know we that 
we dweil in God and God in us | because he hath given us of his 
spirit\ I Translated out of the Latin. | London , Printed in the year 
1689. I 8vo. XIV + 452 pp. 

14. Treatise partly Theological and partly Political, containing 
Discourses to prove the Liberty of philosophizing , that is , making 
Use of Natural Eeason, translated from the Latin. London 1737. 8vo. 

Cf. W. Th. Lowndes : The bibliographers manuel of english literature. New 
edition, by Henry G. Bohn. Part IX (Lond. 1863, 8vo) p. 2481. 

15. Tractatus theologico-politicus : [ a critical inquiry into the his- 
tory, purpose, and | authenticity of thehebrew scriptures; | wdth | the 
right to I free thought and free discussion | asserted, | and shown 
to be not only consistent but necessarily | bound up with true piety 
and good government. | By | Benedict de Spinoza. | From the la- 
tin. I With an introduction and notes by the editor. | //Hereby 
know we that we dweil in God, and God in us, because he has 
given I us of his spirit '\ — 1 John iv. 13. | London : | Trübner 
& Co., 60, Paternoster Eow. | 186^. | 8vo. viii + (360) pp. 

Vertaald door dr. R. Willis. Cf. Handelsblad van 3. Januari 1863. 

16. Tractatus theologico-politicus : | a theological and political 
treatise , | showing under a series of heads that | freedom of thought 
and of discussion | may not only be granted with safety to religion 
and I the peace of the state , but cannot be denied | without dan- 
ger to both the public peace ] and true piety. | By | Benedict de 
Spinoza. | From the latin. | With an introduction and a few notes 
by the translator. | ,/Hereby know we that we dweil in God and 
God in us, if he hath given us of | his spirit ^\ — 1 John iv. 13. | Se- 
cond Edition. | London: | N. Trübner & Co. 60, Paternoster 
Eow. I 1868. I 8vo. viii + (360) pp. 



6 

17. De I rechtzinüige | theologant, | of | godgeleerde | staatkun- 
dige I verhandelinge. | Uit het Latijn vertaalt. [^] Te Hamburg, | By 
Henricus Koenraad. | MDCXCIII. | 4to. 14 bil. + 360 pp. 

18. Een | rechtzinnige | theologant, | of | godgeleerde | staat- 
kunde. I Behelsende | Eenige [ redeneringen, | Met welke getoont 
word , dat de vriheid om te redenee- | ren niet alleen behoudens de 
Godfaligheid , en de | vrede des Gemeene- | befts kan toegelaten , 
maar | ook dat defelve niet , dan te gelijk met de ( Godfaligheid en 
vrede des Gemeene- | befts kan weggenomen worden. | 1 Joh. 4 : vers 
13. Hier door weten wy, dat wy in God blijven, en | God in ons, 
dat hy ons van fijn geeft gegeven heeft. | Uit het Latijn in ^t Hollands 
vertaald. | En | Om fijn YoortrelBfelijkheid nu weer herdrukt. ( TotBre- 
men, | By Hans Jurgen von der Weyl, 1694, 4to. 10 bil. -f- ^90 pp. 

Nieuwe vertaüng. De vorige is van J. H. Glasenmaker. Cf. Epist. XLVIF. 

19. Benedict^s von Spinoza [ theologifch-politifche | Abhandlun- 
gen [ neu überfetzt | mit den von Hrn. v. Murr | herausgegebenen 
Anmerkungen des Verfaffers | zu diefem Tractat, | einer einleiten- 
den Vorrede [ und einigen Anmerkungen begleitet | von Carl Phi- 
lipp Conz, I orden tl. Profeflbr in Tübingen. | Stuttgart | bey Joh. 
Friedrich Steinkopf. | 1806. | 8vo. LXXVI+424 pp. -f 1 bl. 

20. Theologifch-politifche | Abhandlungen | von | Spinoza. | Ereye 
Ueberfetzung | und | mit Anmerkungen begleitet | von | Dr. J. A. 
Kalb. I München 1826. | Jofeph A. Einfterlein. | 8vo. XLYIII + 
452 pp. 

21. Spinoza, Tractatus theologico-politicus , übersetzt von J. H. 
von Kirchmann. (Theologisch-politische Abhandlung.) 

Verschijnt in de Philosophische Bibliothek (Berlin, L. Heimann) 1870. 

3. Opera posthuma. 

22. B. d. S. I opera | posthuma, | Quorum feries poft Prsefa- 
tionem | exhibitur. [^] cIoIoclxxvii. 4to. 18 bil. + 614 pp. -|- 16 
bil. + 112 pp. + 4 bil. 

Uitgegeven, met een door dr. Lodewijk Meyer vertaalde voorrede van Jarig 
Jellis, te Amsterdam bij Jan Rieuwertsz. Cf. Baumgartens Nachrichten , I pp. 
103—115. Inhond: 



Ethica { Ordiae Geometrico demonstrata, { et | In quinque Partes distincta, | in 
quibus agitar, | I. De Deo. | II. De Nataril & Origine Mentis. | III. De Origine 
&Natur& Affectuum. | IV. De Servitate Hamanft, seu de Affectuum Viribus. | V. 
De Potentia Intellectus, seu de Libertate Humanft (pp. 1 — 264). 

Tractatus | politicus; | In quo demonstratur , quomodo | Societas, ubi Imperium 
Monarchicum | locum habet, sicut & ea, ubi Optimi im- | perant, debet insti- 
tui, ne in Tyran- | nidem labatur, & ut Pax, Liber- | tasque civium inviola- 
ta I maneat (pp. 264 — 354). 

Tractatus | De | inteUectus | emendatione, | Et de vik, in quêl optimè in veram 
reram | Cognitionem dirigitur (pp. 355 — 392). 

Epistolse I Doctorum Quorundam Virorum | Ad | B. d. S. | Et Auctoris | respon- 
siones; | Ad aliomm ejus Operum elucidationem non parüm facientes (pp. 393 — 614). 

Compendium | grammatices | linguee hebrsese (pp. 1 — 112). 

Er bestaan exemplaren op groot papier. Gewoonlijk bevindt zich in dit werk 
Spinozaas portret in koper, met de opschriften: Natus Amsteled. M. DC. XXXII. 
24. Novemb. Denatus Hagaï Gom. M. DC. LXXVII. 21. Febru. Het onder- 
schrift luidt: 

Benedictus de Spinoza. 

Cui natura. Deus, rerum cui cognitus ordo, 

Hoc Spinosa statu conspiciendus erat. 
Expressere viri faciem, sed pingere mentem 

Zeuxides artifices non valuere manus. 
lila viget scriptis : illic sublimia tractat : 

Hunc quicunque cupis noscere, scripta lege. 

23. De Nagelate | Schriften J van | B. d. S. | Als Zede- 
kunst, I Staatkunde, | Verbetering van ^t Verftant, | Brieven en 
Antwoorden. | Uit verfcheide Talen in de Nederiandfche ge- 
bragt, [^ Gedrukt in 't Jaar M. DC. LXXVII. 4to. 24 bil. 
+ 666 pp. + 1 bl. (Misstellingen). 

Vertaling van Jan Hendriksz. Glasenmaker, "Ie Perrot d'Ablancourt de Hollande". 
Gewoonlijk met het bekende portret der latijnsche edicie. Verboden 25. Juni 1678. 

24. Placaet. | De Staten van Hollandt ende Weft-Vrieflandt, | Al- 
len den geenen die defen fulleu fien ofte liooren lefen , Salut. Doen 
te weten , Dat tot | Onfe kenniffe gekomen is , dat feecker Boeck , 
gheintituleert, B. D. S. Opera Pofthuma, | ende dat wy bevonden 
hebben , dat het voorfchreve Boeck behelft feer veele prophane , | blaf- 
pheme ende atheiftifche Hellingen, daer door niet alleen den een- 
voudigen Lefer van de | eenige ende waerachtige wegh der Salig- 
heydt foude konnen werden af-geleydt, maer | oock de Leere van 
de Menfch-werdinge ende Opftandinge Chrifti, ende fulcks ver- 



8 

fchey- I de feer effentiele Articulen van het Algemeyne Chriftelijcke 
Geloof werden gelabefacteert, ende voorts by | den Autheur wegh 
genomen ende ghevilipendeert de authoriteyt van de Miraculen, 
daer mede Godt Al- | machtigh fyne Mogentheydt ende Goddelijcke 
kracht, tot verfterckinge van het Chriftelijck Geloof heeft | willen 
betuygen, trachtende den Lefer in te fcherpen, dat de waerheydt 
van de Goddelijcke revelatie, | door de wijsheydt van de Leere 
felfs, ende niet door Miraculen (die hy de name geeft van igno- 
rantie, en I een Fonteyn van malitie) moet werden beveftight, ende 
dat men het gheloove ende het oordeel over de | Miraculen moet 
fufpenderen, fo wanneer men de felve door natuyrlijcke oorfaecken 
niet kan ontdec- | ken , prefupponerende , dat de Menfchen in de 
kenniffe van de natuyr niet diep ghenoegh konnende in- | drin- 
ghen , daerora alleen fommighe ghefchiede faecken , haer als Mira- 
culen fcheenen voor te komen; | Ende dat den Autheur om alle de 
voorfchreve heterodoxe ende Goddeloofe Hellingen ftaende te hou- 
den, fich I bedient heeft van veele ende verfcheyde reden-ka velin- 
gen , directelijck aenloopende tegens den uytgedruck- | ten Text van 
de Heylige Schriftuyr, ende tegens de Leere der Saligheydt, fulcks 
ende foodanigh de fel- | ve in de publijcque Kercke werdt beleden; 
Ende dat Wy het drucken , verkoopen ende het diffemineren | van 
het voorfchreve Boeck met de hooghfte indignatie gevoelende ende 
reffenterende, midts dien goedge- | vonden hebben het felve Boeck 
te verklaren, foo als Wy het felve verklaren by defen, voor pro- 
phaan, | atheiflifch ende blafphemant, vervolgens het verhandelen, 
verkoopen, drucken ende overfetten van het | felve Boeck, mitf- 
gaders van het tranflaet van dien , op de hooghfte . flraflfe ende 
indignatie wel fcherpe- | lijck verbiedende, om alfoo het voorfe. 
ïractaet in defe Landen door alle weghen ende middelen te fup- 
pri- I meren, ende de eenvoudige Ingezetenen alle occafie wech te 
nemen, om door de lecture van al fulcke God- | deloofe ftellinge 
niet verleydt , ofte van het rechtfmnige Geloof af-getrocken te wor- 
den. Ende op dat nie- | mandt hier van ignorantie en kome te 
pretenderen, foo beveelen Wy, dat defen alomme gepubliceert 
ende | geaffigeert fal werden daer het behoort, ende in gelijcke 
faecken te gefchieden gebruyckelijck is. Gedaen | in den Hage onder 
het kleyne Zegel van den Lande den vijf en twintichften Junij 



9 

fefthienhonderd acht en | tfeventigh. | Onder ilondt, | Ter Ordon- 
nantie van de Staten. | Ende was geteeckent, | Simon van Beau- 
mont. I In ^s Gravenhage , | By Jacobus Scheltus , Ordinaris Drucker 
van de Edele Groot Mogende | Heeren .Staten van Hollaudt ende 
Weft-Vrieflandt , woonende | op het Binnen-Hoff. Anno 1678. | Met 
Privilegie. | Eolio. 1 bl. 

25. B. V. S. I Sittenlehre | widerleget | von | dem berühmten 
Weltweifen | unferer Zeit | Herrn Chriftian Wolf. [ Aus dem La- 
teinifchen überfetzet. | Erankfurt und Leipzig, | 1744. [ 8vo. 598 
pp. (vertaling van de Ethica) -f-1 28 pp. (Herrn | Chriftian Wolfs | Wi- 
derlegung | der | Sittenlehre | B. v. S. | 

Met portret van Spinoza. De vertaKag der Ethik is van Johann Lorenz Schmidt, 
de weerlegging vertaling van een 8tak uit Wolfs Theologia naturalis, pars post. 
(Francof. & Lipsiae, 1737, 4to, pp. 672—730.) 

26. Benedict von Spinoza^s | Ethik | nebfl [ den | Briefen | wel- 
che I fich auf die Gegenftande der Ethik beziehen | aus dem La- 
teinifchen überfetzt | von | Friedr. Wilh. Yalent. Schmidt | Doctor 
der Philofophié. | Erfter Band. | Die Ethik enthaltend. | Berlin und 
Stettin, I bei Friedrich Nicolai. | 1812. | 8vo. VIII + 432 pp. 

27ö. Benedict von Spinoza^s | Ethik. | Uebersetzt, erlau- 
tert [ und | niit einer Lebensbefchreibung Spinoza^s ver- 
sehen | von | J. H. v. Kirchmann. | Berlin, 1868. | Verlag von 
L. Heimann, | Wühelms-Strasse N^ 91. | 8vo. VIII + 258 pp. 

275.Erlauterungen | zu | Benedict von Spinoza's | Ethik | von | J. 
H. V. Kirchmann. | Berlin, 1869. [ Verlag vonL. Heimann. | Wil- 
helms-Strasse N^ 91. | 8vo. VIII + 186 pp. 

28. Benedict de Spinoza; | his | life, correspondence , and 
ethics. I By | E. Willis, M.D. | "Jï '^Aiy^**» iX€vd-€qa)aêi. iifiaq.— 
lohn viii. 32. | London: | Trübner & Co., 60, Paternoster 
Row. I 1870. I [All rights reserved.] | 8vo. xIiv+(648) pp.+l bl. 

29. Benedict von Spinoza | Zwei Abhandlungen | über die | Kul- 
tur,des menfchlichen Verftandes | und | über die | Ariftokratie und 
Demokratie. | Herausgegeben | und | mit einer Vorrede beglei- 
tet I von I S. H. Ewald. | Herzogl. Sachfengothaifchen Sekre- 



10 

tars. I Leipzig | in der von Schönfeldfchen Haiidlung | 1785. | 8vo. 
XVI + 264 pp. 

30. De la droite | maniere de vivre | par | B. de Spinoza | ap- 
pendice | extrait de la ISP^ partie de Téthique | traduit en francais 
et annoté | par | M. J.-G. Prat | Avocat. | Paris [ Eue Saint- 
Lazare, 82 | et chez tous les libraires | 1860. | 18mo. 72 pp. 

31. Traite politique | de | B. de Spinoza | Traduit en francais 
pour la première fois | annoté, suivi d^un index analytique, | et 
accompagné | de trois plans de trois différentes formes de gouver- 
nement I par J. G. Prat | avocat | La fin du gojivernement , c^est 
donc, en réalité, la Liberté. | (Spinoza. Traite Theologico-Politiq. , 
Chap. XX.) I Paris | Eue Saint-Lazare, 82 | et chez tous les li- 
braires I 1860. I Tous droits reserves. | 8vo. XL -j- 332 pp. 

32.Engelsche vertaling van den Tractatus politicus door W. Maccall. 

33. Spinoza, der grosse Philosoph , als er römisch-katholisch werden 
foUte. Von Wühelm Pels [K. W. Schiebler?] Leipzig 1829. 8vo. 

Bevat den brief van Albert Burg aan Spinoza met het andwoord (Epistt. 
LXXIII & LXXIV). Cf. AUgemeines Handwörterbuch der philosophischen Wis 
senschaften . . . von D. Willielm Trangott Krug. Zweite Aufl. III. B. (Leipzig .- 
F. A. Brockhaus. 1833. 8vo.) p. 838. 

34. A I letter expostulatory | to a | couvert from protestant chri- 
stianity | to roman catholicism. | By | Benedict de Spinoza | (From 
the Latin.) | London : | Trübner and Co. , 60 Paternoster 
Eow. I 1869. I 8vo. 14 pp. + 1 bl. 

Engelsche vertaling, door dr. W^illis, van Spinozaas brief aan Albert Burg. Een 
hoUandsche vertaling, door dr. Meyboom, verscheen in den Tijdspiegel van 1870. 

35. Brief | van | Bened. de Spinoza, | aan | Dr. Lamb. van Yeld- 
huysen, | medegedeeld door | Prof. H. W. Tydeman. [ (Met fac- 
simile.) I 8vo. 34 pp. 

Overdruk uit de Utrechtsche Volksalmanak van het jaar 1844. Epist. LXXV. 

4. Tractatas de Irlde. 

36. Stelkonstige | reeckening | van den | regenboog, | Dienende 
tot naedere famenknoping | der Natuurkunde met de Wiskon- 
ften. [^] In ^s Gravenhage, | Ter Druckerye van Levyn van 
Dyck, I M. DC. LXXXVII. | 4to. 2 bil. + 20 pp. 



11 



5. Opera oninla. 

37. Beuedicti de Spinoza | opera omnia [ priora & posthuma, j 
Quorum feriem verfa pagina | indicat. [^] cIoIoclxxvii. | 4to. 

Blad 2 recto : 
Pars prior | Continet 

I. Renati Descartes Principioram Philosopliise | Partem I. & II. more Geome- 
trico demonstratam, | cam Cogitatis Metaphysicis. 
II. Tractatam Theologico-Politicum. 
Pars posthuma | Continet 

I. Bthicam, More Geometrico demonstratam. 
II. Politicam 

III. De Emendatione InteUectüs. 

IV. Epiitolas, & ad eas Responsioues. 

V. Compendium Grammatices Linguee Hebrsese. 
Verzameling van de oorspronkelijke uitgaven (n° 1 , 3 & 22) door Jan Rieu- 
wertsz te Amsterdam. 

38. Benedicti de Spinoza | opera | qvae svpersvnt omnia. | Itervm 
edenda cvravit, praefationes, vitam | avctoris, nee non notitias, 
qvae ad histo- | riam scriptorvm pertinent | addidit | Henr. Eberh. 
Gottlob Pavlvs | Ph. ac Th. J), hvivs Prof. ord. lenensis. | Vo- 
Ivmen privs. | lenae | in bibliopolio academico. ( 1802. | 8vo. 
XXIV +XXIV+ 700 pp. 

Inhoud van het eerste deel : 

Renati des Cartes Principiorum philosophiae pars I. et II. ... Amstelod. 1663. 

Tractatvs theologico-poKticvs. . . . Hambvrgi . . . cIoIocLXX. 

Epistolae &a. 

Volvmen posterivs. | Cvm imagine avctoris. | 1803. | XXXX + 680pp. Inhoud: 

B. d. S. Opera posthvma. cIoIocLXXvii. Ethica. Tractatvs politicvs. Tractatus 
de intellectus emendatione. Compendium grammatices linguae hebraeae. 

Collectanea de Vita B. de Spinoza. Complectuntur : I. Textum biographiae a 
Colero gallice scriptae. II. Additamenta textui huic inserta in libello : Refutation 
des erreurs de B. Spinosa par . . . Mr. Ie Comte Boullainvilliers , cum omnibus , 
quae inter hunc et Colerianum textum intercedunt, discrepantiis. III. Addita- 
menta nonnulla alia ex Ms. quodam Lucae, Medici. IV. Observationes quasdam 
Editoris textui subjectas. V. Narrata Sebast. Kortholti et Godefr. Leibnitii. De 
quibus omnibus plura in Praefatione. 

39. Benedicti de Spinoza | opera philosophia omnia | edidit | et 
prse&tionem adjecit | A. Gfroerer, | bibliothecae publicse, quse 
stuttgardise est , custos. | Stuttgardise , | typis I. B. Metzle- 
ri. I MDCCCXXX. | 8vo. LXXYIII + 664 pp. + 2 Tabulae. 

Bevat de Principia, den Tractatus theol. -politicus en de Opera posthuma, be- 



12 



halve de Grammatica hebr. Bijtitel: Corpus philosophicorum optimse notse, qui 
ab restaaratione litteramm ad kantium usque floruerunt. Edidit, et preefa- 
tionibus instmxit A. Gfrcerer . . . Tomus III. 

40. Eenati des Cartes |. et | Benedicti de Spinoza | praecipua 
opera philosophica | recognovit | notitias historico-philosophica adje- 
dt I Dr. Carolus Biedel. | Lipsiae, | Sumtibus Hermanni Har- 
tung. I 1843. I 8vo. 

Vol. I. pp. behelst: Benati des Cartes Meditationes de prima philosophia. 
Benedicti de Spinoza dissertationes philosophicae (De emendatione Intellectus, 
Tractatos Politicus , De Jure Ecclesiasticorum Liber Singularis). VIII + 290 pp. 

Vol. II. Ethica. XX + 280 pp. 

41. Benedicti de Spinoza | Opera | quae supersunt om- 
nia. I Ex | editionibus principibus denuo edidit | et praefatus 
est I Carolus Hermannus Bruder. | Phil. Doet. AA.. LL. M. SS. 
Theol. Licent. | Editio stereotypa. | Lipsiae [ typis et sumtibus 
Bernh. Tauchnitz Jun. | 1843. | 8vo. 

Vol. I. I Principia philosophiae , Cogitata metaphysica. Ethica. | XXVIII 
+ 416 pp. 

Vol. II. I De intellectus emendatione, Tractatus politicus, | Epistolae. | 1844. 
XIV + 354 pp. 

VoL III. I Tractatus theologico- politicus. Compendium | grammatices linguae 
hebraeae. | 1846. XVIII + 402 pp. 

4}2a. Spinoza^s | philofophifche Schriften. | Erfter Band. | Ge- 
ra, I bey Chriftoph Eriedrich Bekmann | 1787. | 8 vo. [Tweede titel :] 
Benedikt von Spinoza | über | Heilige Schrift, Judenthum, Recht 
der I höchflen Gewalt in geiftlichen Dingen, und | Freyheit zuphi- 
lofophiren. | Aus demLateinifchen. | Gera, | bey Chrifloph Eriedrich 
Bekmann | 1787. | XH pp. + 3 bU. + 456 pp. 

De vertaling is van Schack Hermann Ewald. Het slot verscheen 1793 (1796). 

425. Spinoza^s | philofophifche Schriften. | Zweyter Band. | Ge- 
ra I in der Beckmannschen Buchhandlung [ 1790. | [Tweede titel:] 
Spinoza^s | Ethik. | Erfter Theil. | Gera, | in der Bekmanschen 
Buchhandlung | 1790. | 2 bil. +LXII + 182 pp. 

43. B. V. Spinoza^s | fammtliche Werke. | Aus dem Lateini- 
fchen I mit dem | Leben Spinoza^s | von | Berthold Auer- 
bauch. I Stuttgart : | J. Scheible^s Buchhandlung. | 1841. 8vo. 



13 



I: cxxv + ^90 pp.; II: 512 pp.; III: 466 pp.; IV: 284 pp.; 
V : 422 pp. 

Met Spinozaas portret in staal en zijn handsclirift uit Dorow (cf. n*^ 9). 

44. Oeuvres | de Spinoza^ | traduites | par Emile Saisset, | Pro- 
fesseur de Philosophie au College royal de Henri IV; | avec une 
introduction du traducteur. [ Paris, | Charpentier, libraire-édi- 
teur, j 29, Eue de Seine. | 1842. | 8vo. 

Première série. | Introduction. | Vie de Spinoza [par Colérus]. | Théologie de 
Spinoza. | CVIII + 354 pp. 

Seconde série. | Ethique. | Réforme de TEntendement. | Correspondence. | VIII 
+ 434 pp. 

Aangekondigd door Jules Simon, Revue des deux mondes, Mai 1843. 

45. Oeuvres | de Spinoza | traduites | par Emile Saisset | Élève 
et ancien maïtre de Conférences è, FÉcole normale | professeur d^his- 
toire de la philosophie [ h la Faculté des Lettres de Paris | Avec une 
introduction critique | nouvelle édition ( revue et augmentée | Pa- 
ris I Charpentier, libraire-éditeur | 28, Quai deTÉcole | 1861. [ 8vo. 

Tomé I I Introduction | critique. | IV + 368 pp. 

Tomé II I Vie de Spinoza. | Notice bibliographique. | Traite théologico-poli- 
tique. I Traite politique. | LVIII +472 pp. 

Tomé III. I Éthique. | Be la réforme de 1' entendement. | Lettres. | 462 pp. 

Met de vertaling van Prat aangekondigd door Prévost Paradol, herdrukt in 
diens Nouveaux essais de politique et de littérature. Paris, Michel Lévy frères. 
1862. 8vo. Spinosa. pp. 290—303. 

46. Oeuvres complètes | de | B. de Spinoza. | Traduites et an- 
notées | par J. G. Prat | Première Série | avec portrait et auto- 
graphe | Vie de Spinoza, par Lucas. — Vie de Spinoza, par Co- 
lérus. I Principes de la Philosophie de Descartes | et Méditations 
métaphysiques | traduits en francais pour la première fois. | Paris , L. 
Hachette et Cie. | Boulevard Saint-Germain , 77. | mdccclxiii. | 8vo. 
cxxxvi + 252 pp. 

6. Korte Verhandeling. 

47ö5. De Gefchriften | van ( Benedictus de Spinoza, ) vervat- 
tende I I. Een Verhandeling van God; | den Mensch, en deszelfs 
welstand, j II. Godgeleerde Staatkundige Verhandelinge. | Bijde met 
Anteekeninge des schrijvers, ) en | uyt het Latijn vertaald. 4to. 

Handschrift van 6 bil. + (184) pp. (Korte Verhandeling) + 608 pp. (Godge- 



1 

4 



14 

leerde Staatkundige Verhandelinge) + 20 pp. (Anteekenenge van Benedictus de 
Spinoza , op Deszelfs Grodgeleerde Staatkundige Verhandelinge.) Tweede titel : 

élè. Korte Verhandeling | van | God | de Mensch | en des- 
zelvs [ welftand. | Voor deze in de Latynfe taal befchreven door 
B. D. S. I ten dienfte van fyne leerlinge die zig wilde | begeven tot de 
oeffeninge der Zeedekonst | en waare Wysbegeerte. | En nu in de 
Neêrduytfche spraak overgezet ten | dienfte van de Liefhebbers van 
Waarheid en Deugd : | op dat die daarvan zo breed opgeven en 
hun drek en | vuyligheid aan de eenvoudige voor amber de grys | in 
de vuyfl duwen , een maal de mond geflopt | mogten worden , en 
ophouden te lafteren, dat zy nog | niet verstaan : God, hun zel- 
ven en malkanders ] welftand helpen in acht nemen. En die 
krank | in 't verftand fyn door den geeft der Sagtmoedigheid 
Christus, en | Verdraagzaamheid geneezen iiaa 't Voorbeeld van 
de j Heer onzen beften Leermeester. 

Met het portret van 1677, waarnaast, van de hand van Joh. Monnikhoff: 
Op het Afbeeldzel, van den schrandere en vermaarde Wijsgeer Benedictus de 
Spinoza. 

Hier schaduwd ons de konst in prent Spinoza's weezen; 
En beeld 's Mans diep gepijns in 't zeedig troni af: 
Terwijl de vrugt zijns geest, en 't geen 't vernuft hem gaf 
Best word gekend van hun die zijne schriften leczen. 

Anders. 
Decz Prent toond, net geschetst na 't Leeven, 
Spinoza's Joodsch en zeedig weezen. 

48. Ethica | of | Zede-Leer, | vervat in twee Deelen, | waar in 
gehandeld word | I. Van Gods bestaan, en Eigen | schappen. | II. 
Van den Mensch ; ten opzigte | van den aart en oorspronk | hunner 
Hartstogten , het ge- | bruyk haarer reeden daar | omtrent , en welk 
het middel | is waar door zy tot hun Hijl | en opperste vryhyd 
worden | opgelyd. | Benevens een Anhangzel; be- | helsende een 
kort ontwerp over | de natuur der Zelfstandighyd; | als meede die 
van de mensche- j lyke Ziel, en haar vereeneging met het 
Lichaam. | Zamengesteld | door | Benedictus de Spinoza. 4to. 

Handschrift van Joh. Monnikhoff, 3 bil. (Voor-reeden) + 213 pp. (Zedeleer) 
+ 28 pp. (Antekeninge | van | Benedictus de Spinoza , | op Deszelfs | Godge- 
leerde I Staatkundige | Verhandelinge.) 

49. Benedicti de Spinoza | tractatus de deo et homine eiusque 
felicitate | lineamenta | atque | adnotatioiies ad tractatum theologico 



]5 

politicum I edidit et illustravit | Eduardus Boehmer. | Halae ad Sa 
lam I J. r. Lippert. | 1852. | 4to. 2 bil. + 64 pp. 

Aangekondigd en verrijkt door dr. J. van Vloten, Algemeene Konst- en Let- 
terbode voor het jaar 1853 (Haarlem, Erven Loosjes. 8vo) I. pp. 150 — 157, 
168 — 173. Vergel. verder: 

The Westminster Review 1854. Herdrukt: Short studies on great subjects. 
By James Anthony Froude , M. A. late fellow of exeter college , Oxford. Third 
edition. London : Longman s , Green, and Co. 1868. 8vo. Spinoza. pp. 223 — -264. 

Spinozana. Von Dr. Ed. Böhmer. Zeitschrift fiir Philosophie und philosophische 
Kritik. XXXVI. Halle 1860. pp. 121—166. XLIL Halle 1863. pp. 76—121. 

50. Ad I Benedicti de Spinoza | Opera | quae supersunt om- 
nia I supplementum. | Continens tractatum hucusque ineditum de 
deo I et homine , tractatum de iride , epistolas | noDnuUas ineditas , 
et ad eas vitamque | philosophi coUectanea. | Cum philosophi chi- 
rographo ejusque imagine photogra- | phica , ex originali hospitis H. 
vanSpijck. | Amstelodami | apud rredericum Muller. | 1862. | 8vo. 
(VT)+360 pp. 

Cf. den Nederlandschen Spectator van 1862, p. 47, 55, 183, en den Dage- 
raad van Juni 1862. Het portret is onecht. 

51. Benedicti de Spinoza | //Korte verhandeling van god, de 
mensch | en deszelfs welstand ^^ | tractatuli deperditi | de deo et 
homine ejusque felicitate | versio belgica. | Ad antiquissimi codicis 
fidem edidit et praefatus est | Car. Schaarschmidt. j Cum Spinozae 
imagine chromolithographica. | Amstelodami | apud Fredericum Mul- 
ler. I 1869. I 8vo. XXXIV + (136) pp. 

Grerecenseerd door dr. A. van der Linde, in den Nederlandschen Spectator 
van Oktober 1869. Cf. de Correspondentie van dr. J. van Vloten, aldaar 6. No- 
vember; de Correspondentie van dr. A. van der Linde, aldaar 13. November; de 
Correspondentie van dr. J. van Vloten in het Deventer Weekblad van ï^4. No- 
vember 1869; een artikel van dr. J. van Vloten in den Levensbode (IV, 1870). 

52. B. de Spinoza's | kurzgefasste Abhandlung [ von Gott, | dem 
Menschen und dessen Glück. | Aus dem HoUandischen zum ersten 
Male ins Deutsche | übersetzt und mit einem Vorwort beglei- 
tet I von I C. Schaarschmidt, | Prof. in Bonn. | Berlin, 1869. | Ver- 
lag von L. Heimann. | Wilhelms-Strasse N^ 91. | 8vo. XVIII + 
(118) pp. 

Bijtitel: Philosophische Bibliothek oder Sammlung der Ilauptwerke der Phi- 
losophie alter und neuer Zeit. Unter Mitwirkung namhafter Gelehrten herausge- 
geben . . . von J. H. von Kirchmann. Achtzehnter Band. (Heft XLIX.) 



16 

53. Benedictus de Spinoza's | kurzer Tractat | von Gott, dern 
Menschen und dessen | Glückseligkeit. | Auf Grund einer 
neuen, | von | Dr. Antonius van der Linde | vorgenommenen Ver- 
gleichung der Handschriften | ins Deutsche übersetzt | mit einer 
Einleitung , kritischen und sachlichen Erlauterungen beglei- 
tet I von I Dr. Christoph Sigwart, | o. ö. Professor der Philosophie 
an der Universitat Tübingen. | Tübingen, 1870. | Yerlag der H. 
Laupp'schen Buchhandlung. ( 8vo. LXIV pp. + 1 bl. -f- ^32 pp. 

9. Psendo-Splnoza. (De Jnre eeeleslastleoram A Phllosophla 

S. Scrlptnra Interpres.) 

54. Lucii Antiftii Conftantis | De Jure | Ecclesia- | sticorum, | Li- 
ber Singularis. | Quo docetur : Quod cunque Divim' | Humanique 
luris Ecclefiafticis | tribuitur, vel ipfi übi Tribuunt, | hoc, aut falsb 
impieque illis Tri- | bui, aut non aliundè, quam h, fuis, | hoc eft, 
ejus Eeipublicse fivè Civi- | tatis Prodiis , in qua funt confti- | tuti , 
accepilTe. [^] Alethopoli , | Apud Cajum Yalerium Penna- 
tum. I cioiocLXV. I 8vo. 8 bil. + 162 pp. 

Cf. Baumgartens Nachricliteii , Dreyzelintes Stück (Halle, 1749) pp. 25 — 35. 
Barbier: Dictionnaire des ouvrages anonymes et pseudonymes, 2e éd.. Paris 1824, 
8vo. III, p. 581, N° 20871. Leibnitz onderstelt (Essais de théodicée sur la 
bonté de Dieu, la liberté de Thomme et Torigine du mal. § 375) dat De laCourt 
de schrijver zou zijn geweest. Hij zegt : Les lettres initiales , L. A. C. , me font 
jnger que l'Autheur de ce Livre a été Monsieur de la Cour ou Van den Hoof. 
De konjektuur verdient alleen te worden opgemerkt , omdat Leibnitz in de gele- 
genheid was tot stellige inlichting , blijkends § 376 : Je vis Mons. de la Court , 
aussi-bien que Spinosa, è mon retour de France, par l'Angleterre & par la 
Hollande, & j'appris d'eux quelques bonnes anecdotes sur les affaires de ce tems-la' 



li >» 



55. Spinoza reviewed : | or a ] Treatise | proviog the book | En- 
titled I The rights of the Christian Church &c. | (in the most no- 
torious parts of it) to be the same with | Spinoza's Eights of the 
Christian clergy &c. [ And that both of them are grounded upon 
downright Atheisme. | To which is added | A preliminary discourse 
relating to the same books, | by the Reverend Dr. George Hicks. | — 
Moveat cornicula risum | Eartivis medata coloribus | Horat. Epist. I 
Lib. I 1 London | Printed and to be sold by J. Morphew, near 
Stationers Hall 1709. | 8vo. 58 + (180) pp. 






17 

56. Philosophia | s. scripturse | interpres; | Exercitatio Para- 
doxa, I In qua, veram Phüofophiam infallibilem S. Lite- | ras inter- 
pretandi Normam effe, apodicticè demon- | flratur, & difcrepantes ab 
h&c Sententise | expenduntur , ac refelluntur. | Tld wa ^oyn^fidt^f-vf, 
vb xaXóv KUTéxfTf. \ 1 ThelT. 5. verf. 21. [^] Eleutheropo- 
li, I Anno cIoIoclxvi. | 4to. 6 bil. + 106 pp. + 5 bil. 

Van dr. Lodewijk Meyer. Herdrukt in 1673 (cf. n° 4—7). 

Cf. Banmgartens Nachrichten , Vierzehntes Stück, 1749, pp. 113 — 123. Bal- 
thasar Bekker. Bibliografie door dr. A. van der Linde ('s Gravenhage, Mart. 
Nijhoflf. 1867. 8vo) N° 55. 

57. Philosophia | scriptvrae | interpres. | Exercitatio para- 
doxa I tertivm editas, | et appendice | loachimi Camerarii | avc- 
ta; I cvm notis variis et praefatione | D. lo. Sal. Semleri. [^] 
Halae Magdebvrgicae , | typis et svmtv lo. Christ. Hende- 

lii. I MDCCLXXVI. I 8V0. XXIV + 300 pp. 

58. De Philosophie, d'uytleghfter der H. Schrifture. Een won- 
derfpreukigh tractaet . . . Uyt het latyn vertaelt. Te Vrystadt [Am- 
sterdam]. 1667. 4to. 

59. Ludovici Wolzogen | de | Scripturarura Interprete | Adver- 
fus I Exercitatorem Paradoxum | Libri Duo. | AccelTere | de occa- 
fione hujus fcripti | espistolse duse. [ggg] Ultrajecti, | Apud Jo- 
hannem Ribbium, Bibliop. | cioioclxviii. | 12mo. 2 bil. + 274 
pp. + 4 bil. 

60. Reineri Vogelsangii, Vianeniis, | V. D. M. & S. S. Theolo- 
gise Profefforis in Ecclefia & II- | luftri Gymnaüo Sylvaducenfi, | Contra 
libellum, cui Titulus, | Philosophia S. Scripturse interpres; Exer- 
citatio Paradoxa, | indignatio justa, | Continens varias digreffiones ; 
de Dubitatione Cartefiana, | de Ethica Cartefii, de Argumentis 
Hiftoricis pro Divinitate Sacrge | Scripturse, de Senfu S. Scripturse, 
de Veritate Logica & Ethica, de | Clara diftinctaque perceptione, 
de Naturalibus argumentis pro | Myfterio Trinitatis, de ufu Phi- 
losophise feu rationis in Theo-logia, de Illuminatione Spiritus Sancti, 
&c. I Accessit | Specimen conflictus euudem inter Auctorem & Cele- 
berrimum Yirum, | D. Johannem de Bruin , Academise Rheno- | Tra- 
jectinjB Profellbrem, fuper Dubitatione Carteliana. | Nee non | Dia- 
tribe de Idea Dei fecundum Cartefium. Item CoroUaria | Irenica de 

2 



18 

Sabbatho. | [^] Ultrajecti, | Ex Oificina Henrici Versteegh. Bi- 
bliop. I cIoIocLXIX. I 4to. 6 bli. + 258 pp. -+-2 bil. -h (106) pp. 

61. Ad vijs I Van de | theologische faculteyt | tot Leydeu, | Op 
het verfoeck vaiide | Staten van Hollant en West-Vrieslant, | Ge- 
geven : I Rakende het Bewufte Boeck , | genaemt den | Uyt-legger 
derH.Schrift. | [^ Voor Jan Recht-Zinnigh. | 1669. \ 4to.(12)pp. 

Het geschrift van Wolzogen tegen de Exercitatio paradoxa riep een menigte 
strijdscliriften in 't leven, van Jean de Labadie, den waalschen kerkeraad te 
Middelburg (1668), Joh. van der Waayen (Amst. 1669) , Greorge de Raadt 
(Vlissing. 1670), Matthias Nethenus (Herboni 1675) e. a. Doch deze litteratuur 
behoort niet meer tot ons onderwerp. 



II. 



GESCHIEDENIS VAN SPINOZAAS LEVEN EN LEER. 

62. Tractatus Theologico Politicus, &c. Door den afvalligen Jood 
Spinoza, uyt de Hel voortgebracht, waer in op een ongehoorde 
Atheïsten manier bewesen werdt, dat Godts woort door de Philo- 
sophie moet uytgeleyt en verstaen werden, het welck met kennis 
van Mr. Jan publijck gedruckt is. 

Cf. Sleutel, ontsluytende de Boecke-kas van de Witte Bibliotheeck , Met sijn 
Appendix. Waer in de duystere namen der Boecken klaerlijck werden vertoont 
en bekent gemaeckt. Door J. B, Bibliothecarius. In 's Gravenhage, By Nil Vo- 
lentibus arduum. 1672. Voor Intelligentibus. 4to p. 15. N° 33. Merkwaardig als 
volksstem, tijdens beider leven, over de bekende betrekking tusschen Spinoza en 
Jan de Wit. 

63. La religion | des | hollandois, | Representée en plusieurs 
let- 1 tres écrites par un | Officier de rArmée de Roy, | A un 
Pasteur & Professeur en | Theologie de Berne [s:] A Cologne, | Chez 
Pierre Marteau, 1673. | 12mo. 144 pp. 

De brieven van Stouj-e, Stoupp of Stoupjia zijn merkwaardig wegens het be- 



19 



richt over Spinoza, pp. 65 — 67, 107 — 109: Je ne croirois pas vous avoir parlé 
de toutes les Rejigions de ce païs, si je ne vous avois dit un mot d'un homme 
iUustre & 89avant , qui k ce que Ton m*a asseuré , a un grand nombre de Secta- 
teurs, qui sont entierement att&chez k ses sentimens. C'est un homme qui est 
né Juif, qui s'appelle Spinosa, qui n'a pointabjuré laReligion desJuifs, ni em- 
brassé la Religion Chrétienne; aussi il est tres-meschant Juif, & n'est pas 
meilleur Chrétien. Il a fait dépuis quelques années un livre en latin, dont Ie 
titre est Tractatus Theologico Politicus, dans lequel il semble d'avoir pour but 
principal de dêtruire toutes les Religions , & particulierement la Judaïque & la 
Chrétienne, & d'introduire 1' Atheïsme, Ie Libertinage, & la liberté de toutes les 
Religions. Il soütient qu'elles ont toutes esté inventées pour l'utilité, que Ie 
Public en re9oit, afin que tous les Citoyens vivent honnétement, & obeissent k 
leur Magistrat, & qu'ils s'addonnent k la vertu, non pour l'esperance d'aucune 
recompense apres la mort, mais pour l'exellence de la vertu en elle mesme, & 
pour les avantages que ceux qui la suivent en re9oivent dés cette vie : Il ne dit 
pas ouvertement dans ce livre l'opinion qu'il a de la Divinité, mais il ne laisse 
pas de l'insinuer & de la decouvrir; Au lieu que dans ses discours, il dit haute- 
ment, que Dieu n'est pas un Estre doüe d'intelligence , infiniment parfait & 
heureux, comme nous nous l'imaginons; mais que ce n'est autre chose, que cette 
vertu de la nature, qui est repanduë dans toutes les Creatures. 

Ce Spinosa vit dans ce païs ; Il a demeuré quelque temps k la Haye , ou il 
estoit visite par tous les Bsprits Curieux, & même par des filles de qualite, qui 
se picquent d'avoir de l'Esprit au dessus de leur Sexe. Ses Sectateurs n'osent 
pas se decouvrir, par ce que sou livre renverse absolutement les fondemens de 
toutes les Religions, & qu'il a esté condamné par un decret Public des Bstats, 
& qu'on a deffendu de Ie vendre, bien qu'on ne laisse pas de se vendre publi- 
quement. Entre tous les Theologiens qui sont dans ce païs, il ne s'en est trouvé 
aucun, qui ait osé écrire contre les opinions, que eet Autheur avance dans son 
traitté. J'en suis d'autant plus surpris, que 1' Autheur faisant paroistre une 
grande connoissance de la langue Hebrwque, de toutes les Ceremonies de la 
Religion Judaïque, de toutes les Coütimies des Juifs & de la Philosophie, les 
Theologiens ne s9auroient dire, que ce livre ne merite point qu'ils prennent la 
peine de Ie refuter, s'ils continuent dans Ie silence, on ne pourra s'empescher 
de dire, ou qu'ils n'ont point de charité, en laissant sans réponse un livre si 
pemicieux, ou qu'ils approuvent les sentimens de eet Autheur, ou qu'ils n'ont 
pas Ie courage & la force de les combattre. 

Leur conduite (nam. der Staten- Generaal) k eet esgard peut justement 
faire croire, qu'ils sont du sentiment de ce Spinosa, ce Juif renegat, quoy qu'il 
ne soit pas Chrétien, dont je vous ay parlé ei devant (Tractatus Theologico Po- 
liticus, Pagina 62). Cet Autheur a dessein de prouver dans son traitté, que Ie 
baptesme, Ie Sacrement de l'Eucharistie, les Sectes, les prieres & toutes les 
fonctions exterieures du service de Dieu, qui sont, & qui ont tousjours esté 
communes a tous les Chrétiens , si elles ont esté ordonnées par Jesus Christ ou 
par ses Apótres, dequoy il dit qu'il n'est pas asseuré, n'ont esté ordonnées, k 
ce qu'il soütient, que comme des signes exterieurs de l'EgHse universelle, & non 
pas comme des choses, qui fassent rien du tout k la béatitude, ou qui ayent 
aucune sainteté en elles mesmes; & que ceux qui vivent dans la solitude n*y 
sont point obligez; Et que ceux qui vivent dans les Estats, ou la Religion 



20 



Chrétienne est deffenduë , sont obligez de s'abstenir de ces Ceremonies , & ne 
laissent pas de vivre heureux. Pour proiiver la proposition q'il avance ; il allégue 
Texemple de ce que font les Hollandais dans Ie Jappon, ou il dit, que la Reli- 
gion Chrétienne y estant deffenduë, les Hollandois sont obligez par Ie Comman- 
dement des Directeurs de la Compagnie des Indes orientales, de n'en faire aucun 
exercice. Il faut que cette action des Hollandois dans Ie Jappon , faite & sodtenuë 
par une authorité publique, soit bien impie & detestable, puis que eet Autheur 
qui fait ouverte profession d'Atéisme, s'en sert conmie d'une raison invincible, 
pour prouver que tous les services exterieurs de la Religion.des Chre'tiens, ne 
servent de rien k la sanctification , & qu'on peut s'en passer , & ne laisser pas 
d'estre heureux. Que si sans avoit[r] egard au sentiment de eet Athée , vous con- 
siderez cette action en elle mesme , que scauriez vous vous imaginer au monde 
de plus horrible, que des Chrétiens qui veulent passer pour Reformez, ayent pü 
se resoüdre de deffendre expressement tout exercice de Keligion k leur peuple 
dans un païs , pour pouvoir y avoir la liberté d'y exercer paisiblement leur traffic. 

64. De gods-dienst | der | Hollanders, | Vertoont in verschelde 
Brieven, geschreven | door een Amptenaar in ^s Konings Leger, | Aen 
een Leeraar ende Professor in de God-geleertheid | der Stad 
Berne. | Uit de Franfche-Taal in het Nederlandfch over-gezet. [^] 
t* Amsterdam , | By Cyprianus vander Gracht. 1673. [ 4to. 48 pp. 
Cf. pp. 25, 26, 39, 40. 

65. The I Keligion | of the | Dutch. | Represented in seve- 
ral I Letters | from | A Protestant Officer | in | The French Ar- 
my I to I A Pastor and Professor of Divinity ( at Berne in Swifser- 
land. I Out of the French. | London , | Printed for Samuel Heyrick 
at Grayes- | Inn Gate in | Holbourn 1680 | 4to. 11 + 66 pp. 

66. Grondig bericht | Van de | godsdienst | der | hollan- 
ders, I Strekkende tot wederlegging van zeker ougenoemt Schry- 
ver, I die in zes Brieven, over enige maanden uit Uitrecht aan 
een | Profeffor der Theologie te Bern in Switferlant gefchreven , 
en I door de druk gemeen gemaakt, de Hollanders, wegens hun 
Gods- I dienst, gelijk hy die vertoont, tracht gehaat te maken. | Daar 
voor by gevoegt is : j Wat d'eigentlijke oorzaak van de Franfche 
Oorlog tegen Hollant is; | Wat Intereft andere Vorften en Staten 
binnen en buiten deze Oorlog | hebben; en | Wat de Switfers 
bezonderlijk daar in hebben t'aanmerken. | Nieuwelijks in de Hoog- 
duitfche Taal befchreven, en daar uit vertaalt, [s:] t* Amsterdam, 
M. DG. LXXIV. 4to. 38 pp. 

//Voorts, hetgeen hy (de schrijver der Zes Brieven), ergens van de zoge- 



n 



iiaamde Spinosa by-brengt , namelijk dat zijn leer grote toeloop heeft , de naam 
van goet voert, en niemant zich machtig genoech kent om de zelfde te weder- 
leggen, dit is een valsche en quade byvoegiug. De Heeren Staten Generaal heb- 
ben zijn boek opentlijk verboden ; en verscheide Godgeleerden hebben alreê voor 
d'oorlog aangevangen zulks te wederleggen, doch zijn door de tegenw^oordige ge- 
varelijke loop opgehouden. Evenwel schijnt het dat dit boek, met de schrijver, 
onder de voet zal geraken ; 't welk wel te wenschen zou zijn , al waar 't om 
uwent (Stoupe's) wil." Pag. 36. 

67. La veritable | religion | des | hoUandais. | Avec une | apolo- 
gie I 'Pour I la religion | Des Eftats Generaux des Provinces 
Unies. | Contre Ie Libelle Diffamatoire de Stoupe, | qui a pour 
Titre | La Religion des Hollandois , | Reprefenté en plufieurs lettres 
écrites par un | Officier de TArmée du Roy , | è. un Pafteur & | Pro- 
felTeur en Theologie a Berne. | Par Jean Brun , Miniflre du Roy 
des Armées. | Hac cafti maneant in Religione Nepotes. | Cy efl 
joint I Ie conseil d'extorsion | Ou | la volerie des francois. | Exer- 
cée en la Ville de Nimegue par Ie | Commiffaire Methelet & fes 
Supóts. I A Amsterdam, | Chez Abraham Wolfgank, 1675. | 12mo. 
20 bU. + (592 + (198) pp. 

Over Spinoza wordt gehandeld pp. 158 — 164, 289, 290. De voornaamste 
plaatsen luiden : Dans toute cette lettre je ne trouve presque rien qui touche les 
Hollandais, & qui soit digne de réponse, si ce n'est ce qu'il dit en la page 65. 
& suivantes, touchant un certain Spinosa. 

Il dit donc que Spinosa est un homme qui est né Juif, qui n'a point abjuré 
la Religion des Juifs , ni embrassé la Religion des Chrétiens. S'il est Juif ou 
non , cela n'établit ni ne ruïne pas la Religion des Hollandois. Je crois pour- 
tant que Stoupe se trompe quand il dit : qu'il n'a point abjuré la Religion des 
Juifs , puisqu'il ne renonce pas seulement k leurs sentimens , s'estant soustrait 
de toutes leurs observations & de leurs ceremonies; mais aussi qu'il mange & 
boit tout ce qu'on lui propose, fut-ce méme du lard, & du vin, qui viendroit 
de la cave du Pape, sans s'informer s'il est Cascher ou Nesech. Il est vrai qu'il 
ne fait pas profession d'aucune autre, & il semble estre fort indifferent pour les 
Reügions , si Dien ne lui touche Ie cceur. S'il soütient toutes les opinions comme 
Stoupe les lui attribüe, ou s'il ne les soutient pas, je ne Ie rechercherai pas, 
& Stoupe se seroit passé, avec plus d'edification , d'en parier. Il s'en pourra 
justifier lui méme, s'il vent. Je n'examinerai pas non plus, s'il est l'auteur du 
livre qui a pour titre Tractatus Theologico- Politicus. Au moinsl'onm'assure, qu'il 
ne Ie veut pas reconnoitre pour sou fruit; & si l'on doit croire au titre, il n'est 
pas imprimé en ces Provinces, mais è. Hambourg. Mais prennons que ce mé- 
chant livre soit imprimé en Hollande; Messieurs les Estats ont tê.ché de l'étouf- 
fer en sa naissance & l'ont condané, & en ont deffendu Ie debit, par un Decrét 
public, dés aussi tot qu'il vit Ie jour en leurs i)aïs, comme Stoupe lui méme Ie 
coucesse en la page 67. Je S9ai bien quil s'est vendu en Angleterre, en Alle- 



22 



magne, en France & méine en Suisse, aussi bien qu'en Hollande; mais je ne 
s^ai pas s'il a esté deffendu en ces païs-la. Messieurs les Estats encor presente- 
ment , que je suis occupé a écrire cecy , témoiguent leur piété , & Ie deffendent 
de nouveau avec plusieurs autres de cette trempe. 

Mais enfin Ie Traite de Spinosa a esté refuté par un excellent homme en 
HoUande, qui étoit tres-bon Tbeologien, aussi bien que grand Philosophe, c'est 
k 89avoir par Monsieur Mansfeldt , Professeur en sa vie k Utrecht. Cette refu- 
tation sans doute auroit parüe plustot , si l'auteur n'eüt esté prevenu par la 
mort. Et je m'assure qu'il auroit esté refuté long-tems par d'autres , si Stoupe 
avec les compHces , par cette sanglante guerre , n'y avoient mis des obstacles. 
Avant que de quiter ce chapitre , il faut que je reconnoisse Tétonnem^nt que 
j'ai, de voir que Stoupe ait tant voulu déclamer contre ce Spinosa, & qu'il dise 
qu'il y en a beaucoup en ce païs-icy qui Ie visitent, veu qu'il avoit fait & cul- 
tivé une si étroite amitié avec lui , pendant qu'il étoit k Utrecht. Car l'on m'a 
assuré que Ie Prince de Condé, k sa soHcitation , l'a fait venir de la Haye k 
Utrecht, tont exprez pour conferer avec lui, & que Stoupe l'a fort loüé, & k 
vescu fort familierement avec lui. 

68. Kerkelyke en wereldlyke historie . . . door Georgius Hor- 
nius. . . Waer aen is by gevoegt de kerkelyke en wereldlyke his- 
torie, federt den jare 1666 door Balthasar Bekker. Te Amsterdam 
by Boekholt. 1683. 8vo. Herdrukt te Amsterdam by Abraham 
van Someren. 1684. T^ Amsterdam, By Johannes Rotterdam, Boek- 
verkooper, in de Harteflraat 1739. 

Balthasar Bekker. Bibliografie door Dr. A van der Linde, 's Gravenhage : 
Martinus Nijhoff. 1869. 8vo. N° 4 en 5. 

Bekkers oppervlakkige kompilacie is alleen merkwaardig wegens hetgeen hij meldt 
omtrend zijn persoonlijke ontmoeting met Spinoza. Hij schrijft § XLIX en LI . 
'/ De Filosofie begon eindeUk dat gene te bestaan , waaraf sich Descartes met 
kragt poogde te suiveren ; datse 't meesterschap over de saken des geloofs aan 
haar trok. Benedictus de Spinoza . . . had hemselven daar in so veel vryheids 
veroorlof d, dat hy van sijn volk wierd uitgebannen. Sijn eerste boek dat hy in 
't jaar 1663. uitgaf over de Beginselen van Descartes, toonde dat hy desselfs 
leeringen boven die van andere stelde. Maar sijne besonderste gedachten bragt hy 
eerst seven jaren daarna onder den man, door een boek dat hy Tractatus Theo- 
logico-politicus noemt , van de vryheid van filosoferen , sonder naam uitgegeven : 
die ook lang onbekend, of immers in twijffel bleef. Hy was van Amsterdam tot 
Rijswijk [!] woonen gegaan , en van daar in den Hage ; daar hy met my sprekende , 
't voorseide boek voor 't syne bekende : aangaande syn leven hoorde ik wel ge- 
tuigen van de gene die hem kenden ; en bevond aan hem , in 't byzijn , geenen 
mangel van sedigheid noch beleefdheid. Hy . . . overleed deser wereld, achter- 
latende noch ongerijmder schriften dan hy had uitgegeven . . . Men moet beken- 
nen , dat de gevoelens van Spinosa maar al te ver en te veel , door alle oorden 
en orden van menschen , verspreid en geworteld sijn : datse de Hoven der Groo- 
ten ingenomen , en verscheidene der beste verstanden verpest hebben : dat luiden 
van seer burgerliken wandel door de sclve, als wat Godlijx, tot Ongodisterye 



./ 






23 

verrukt zijn. Waar door 't geheel der genen onder de hand wast, die den Gods- 
dienst en Geloofsbelijdenisse niet dan om de voegelikheid , en meer uit mensche- 
like dan godlike insigten plegen "... 

69. [D. Veegens :] De woonplaats van Spinoza en Elsje van Hou- 
weningen. (Mededeelingen van de Vereeniging ter beoefening der 
geschiedenis van ^s Gravenhage. 's Gravenhage , W. P. van Stockum. 
1867. 8vo. II pp. 197—117, 197.) 

De Nederlandsche Spectator van 18. Mei 1867 deelt de advertencie mede der 
veiling van Spinozaas inboedel, door dr. A. van der Willigen Pz. ontdekt in de 
Opregte Haarlem^che CJourant vanj 2. November 1 677 , N*^ 44 : Men sal in 
's Hage by openbare opveilinge aan de meestbiedende verkopen ten huyse van 
Mons. Hendrik van der Spyck, schilder op de Paviljoensgracht over de Dubelet- 
straat, donderdag toekomende, zynde 4 Nov. 's morgens 9 uren, alle de nagela- 
ten goederen van wylen Benedictus de Spinoza, boeken, manuscripten, verre- 
kyckers , vergrootglazen , glazen soo geslepen , en verschelde slypgereedschap , soo 
molens als groote en kleine metale schotels daartoe dienende, en soo voort. 

70. Het leven | van | B. de Spinoza, | met eenige Aanteekenin- 
gen over zyn | Bedryf , Schriften en Gevoelens : | Door den Heer 
Bayle, | Leeraar der Wysgeerte te Eotterdam. | Nevens een | kort 
betoog I van de Waerheyt des Chriftelyken | Godt«dienfts ; | En twee 
Verhandelingen, | I. Van de Ziel. | II. Van Godts Wezentlyk- 
heit. I Door den Heer Jaquelot, | Leeraar der Franfche Kerke 
in I 's Gravenhage. ( Vertaalt door F. Halma. | De Voorreden be- 
helfcht eenige | Aanmerkingen tegens | 't Levensvervolg van Philo- 
pater. [^] T'ütr. by | Fran^ois Halma, | Willem vande Wa- 
ter I 1698. I 8vo. 95 bil. 4- 464 pp. 4- 8 bil. 

Regel 1, 3, 6, 9, IB, 18, 23; en 24 rood. Vertaald uit Pierre Bayle's Dic- 
tionnaire historique et critique. Rotterdam MDCXCVII. Folio. II pp. 1038 — 
1100: Benoit de Spinoza. Herdrukt Rotterdam 1702. Rotterdam, Bohm. 1720. 
Amsterdam 1730. Amsterdam (Trevoux) 1734. Basle 1738. üictionnaire histo- 
rique et critique. Cinquième édition revue, corrigée et augmentée. Avec la vie 
de Tauteur par Mr. des Maizeaux. A Amsterdam MDCCXL. IV pp. 253 — 71. 
Paris 1820~24 8vo. 16 voll. In 't Duitsch Leipzig 1741 — 44, Engelsch Lon- 
don 1710, 1734—37. 

71. Het leven | van | B. de Spinoza, | met eenige Aantekenin- 
gen over zyn | Bedryf, Schriften, en Gevoelens: | Door den Heere 
Bayle, | Leeraar der Wysgeerte te Rotterdam. | Nevens een | kort 
betoog I van de Waerheit des Chriftelyken Godsdienfts; | en twee 
Verhandelingen, I. Van de Ziel. | II. Van Gods Wezentlyk- 



24 



heit. I Door den Heere Jaquelot, | Leeraar der Fraiifclie Kerke in 
^s Gravenhage. | Vertaald door F. Halma. | De Voorreden behelfcht 
eenige | Aanmerkingen tegens | H Levensvervolg van Philopa- 
ter. [^ Te Utrecht, | By Willem Broedelet. 1711. | 8vo. 

Regel 1, 3, 9, 13, 18 en de naam des uitgevers rood. Titeldmk. De litte- 
ratuur over het Leven van Philopater , waar de titel naar verwijst , grijpt 
eenigszins in de geschiedenis van het Spinozisme. Zij omvat : 

72. Het leven | van | Philopater, | Opge wiegt in | Voetiaenfche 
Talmeryen, en | groot gemaackt in de Ver- | borgentheden der 
Coc- I cejanen. | Een waere Historie. [^] Tot Groeningen. | Voor 
Siewert van der Brug, in de | Waerheyd. 1691. | 12mo. 8bll. + 
(222) pp. 

73. Vervolg van H Leven | van | Philopater. | Geredded | uit de 
verborgentheeden der Coc- | cejanen, en geworden een | waeragtig 
Wysgeer, | Een waere Hiftorie. [^] Tot Groeningen , | Voor Siewert 
van der Brug, | in de waarheid. 1697. f 12rao. 12+ (300) pp. 

74. Verhael | Van een wonderlijck | gesicht, | Dat eenige dagen 
geleden een Eijn- | Man gehadt heeft, meynende | Chriftus met 
fijne Apostelen | en veele Engelen en Zielen | op een Olijf-Berg 
ge- I üen te hebben , | rakende | Cocceanereye , Cartefianerye , en 
in ^t befonder | d'ontrouw van de Claffis van | Seven- Wouden. [^] 
Gedruckt na de Copye, in Nieuw Stad, | by Neotericus Detertors , 
in de Tyding- | Straet, in ^t Oudt-Nieuws. | 12mo. (178) pp. 

75. Het leven | Van | Paterphilo, | Ofte | Den Academifche 
Droomer, | Waar in hy, op een zeer verma- | kelijke wijze ver- 
haald alle zijn | Academifche bedrijven, en | onder eenige verbeel- 
dinge | aardig handeld van | eenige fuevende ge- | fchillen. | Tot 
nut van Ouderen en Voogden , | die hunne kindere nog jong | zijnde , 
op de Academie | beflellen. [^] Tot Harderwyk, | By Cornelis Pie- 
tersen, | Boekverkoper, Anno MDCXC VIL | 12mo. 4 bil. + 88 pp. 

76. Gedragh en naam | des | schryvers, | van | Philopater | Stukx 
wijfe gefchetfl. | Door | J. Roodenpoort; M. Docter. [^] Tot 
^s Hertogenbosch , | By Dirk van Dieft , woonende by | de Hinte- 
mer Poort. | 12mo. 16 pp. 

77. Verleidend | levens-bedrijf | Van | Kakotegnus : | Verzeld 



25 

met een over-natuur- | kundige Verhandeling | Van | Eustastes , en 
zijn Wijsgeerige | Zaamening. | Ter | Ontdekking van ^t heilloos 
gedrag, en gevoelen, der hedendaagfe | Spinozisten. | Uit waare 
blijken Vertoogd | door | J. Eoodenpoort Phil. & Med. Doet. [ï^] 
t^ Amsterdam , | Voor Wilhelm Linnig van Koppenol , | op de Eoze- 
gragt. 1700. | 8vo. 8 bil. + 230 pp. 

78. Ph. J. P. de Jariges : Sur Ie systême de Spinoza et sur les 
remarques de Mr. Bayle. (Memoires de Facadémie des sciences de 
Berlin. 1745, 1746. Tomé I & II.) 

79. Ph. J. P. de Jariges : Ueber das System des Spinoza und 
über Bayle's Erinnerungen dagegen. (Hissmann^s Magazin für die 
Philosophie und ihre Geschichte. I pp. 1 — 73.) 

80. Ph. J. P. de Jariges: Onderzoek van het Leerftelzel van 
Spinoza en de tegenwerpingen van Bayle hier tegen , door den Heere 
de Jariges , uit het Fransch der Memoires de FAcademie des fciences 
de Berlin . . . vertaalt door J. van Eyk , van Amsterdam , Student 
in de Theologie. (Uitgeleezene Verhandelingen over de wysgeerte 
en fraaje letteren, getrokken uit de werken der koninglyke akade- 
mie der weotenschappen te Berlyn, en uit het Fransch vertaald. 
Eerste deel. Met Byvoegzels ^vermeerdert door Joh. Ered. Hennert, 
Hoogleeraar in de Wysgeerte en Wiskunde &c. Te Utrecht. By 
A. van Paddenberg, en J. M. van Vloten. 1780. 8vo. pp. 41 — 175.) 

Hennert schreef bij de nederlandsche vertaling uitvoerige noten en drie zelf- 
standige verhandelingen : 

Over den aart der W^ysgeerte van Spinoza. pp. 1 — 38. 

Derde verhandeling over de Wysgeerte van Spinoza. pp. 176 — 281. 

Het Spinozismas , vergeleeken met de gevoelens van Malebranche , Berkeley 
en der Kaballistische W^ysgeeren. pp. 282 — 326. 

81. Rencontre de Bayle avec Spinoza dans Tautre monde. Co- 
logne 1711. 12mo. (Cf. Amand Saintes, Hist. de B. de S., p, 168.) 

82. De I tribus | irapostoribus | magnis | liber, | cura edi- 
tus I Christiani Kortholti, | S. Theol. D. feProfefforisPrimarii. | Ham- 
burgi, Imprimebat Joachimus Reumann. | Anno 1700. | 4to. 4 bil. 
■+■ 168 pp. 

Behelst informacies van Christiaan Kortholt naar Spinoza. 



26 

83. Chevraeana, ou diverses pensees d'histoire, de critique , 
d^érudition et de morale. Recueillies & publiées Par Mr. Chevreau. 
Suivant la Copie de Paris. A Amsterdam, chez Thomas Lombrail , 
Marchand Libraire, dans Ie Beurs-straat. M. D. CC. 8vo. 

"Etant h la Cour du même Electeur , je parlay fort avantageusement de Spi- 
noza quoyque je ne connusse encore ce Juif Protestant que par la premiere & 
la deuxième Partie de la Phüosophie de M. Descartes, imprimées k Amsterdam 
chez Jean Rieuwertz en 1663. M. l'Electeur avoit ce Livre; & après lui en 
avoir leu quelques chapitres, il se resolut de Tappeller dans eon Academie de 
Heidelberg pour y enseigner la Philosophie, A condition de ne point dogmatizcr. 
M. Fabrice Professeur alors en Theologie eut ordre du Maitre de lui écrire: & 
quoyque Spinoza ne fÖt pas trop bien dans scs affaires , il ne laisse pas de refu- 
ser eet honnête employ. On chercha les ndsons de ce refus : & sur quelques 
Lettres que je re9U8 de la Haye & d' Amsterdam, je conjecturay que ces mots 
A condition de ne point dogmatizer, lui avoient fait peur. Il se trouvait bien 
mieux en Hollande oü il entretenoit un fort grand commerce avec M. Olden- 
burg & d*autres Anglois ; oü il avoit une liberté entiere d'entretenir de ses opi- 
nions & de ses maximes, les curieux que Ie visitoient, & de faire de tous ses 
Disciples , ou des Déistes , ou des Athées ". Seconde partie , p. 99. 

84. Fürftellung | Vier Neuer | Welt-Weifen , | Nament- 
lich, I I. I Renati des Cartes, | II. | Thomse Hobbes, | lil. | Be- 
nedict! Spinosa, | IV. | Balthasar Beckers, | Nach | Ihrem Le- 
ben I und Fürnehmften Irrthümern. [ rrr. Gott ift bey ihr drinne 
da I rum wird sie wol bleiben , Pf. 46.] Gedruckt im Jahr 
1702. I Folio. 16 pp. 

Met vier portretten. In de voorrede van dit curiosum wordt gezegd : 
Geneigter Leser ! Alhier stellen sich Dir für Augen vier Neue "Welt-Weisen. 
Ihre Zahl machet gleich ein Spann aus. Wenn ich mit Worten spielen wollte; 
könte ich sagen, dass Sie einen grossen Dreck- Wagen in die Welt gezogen, mit 
viel hesslichen Irrthümern beladen.. Descartes ist der Anfanger. Den folgen die 
Andem treulich nach. Becker macht den Beschluss. Der hat nur mit dem Teufel 
zu thun, dass er ihn aus der Welt bringe. Von den beyden mittelsten aber mag 
es wol heissen : In medio consistit viritus. Scilicet ! Die schlagen dem Fasse gar 
den Boden aus. Sonderlich Spinosa scheinet wol recht vom Satan dazu gedinget 
zuseyn , die Atheisterey auf guten Fuss zu setzen. 

De "Beschreibung des Benedictus Spinosa, und seiner gottlosen Lehre", op 
pp. 9 — 11 , is getrokken uit Kortholts De tribus impostoribus en sluit met de 
woorden : Dis sind die greulichen Lehren , die entsetzlichen Irrthümer , so dieser 
ungesaltzene Jüdische Philosophus (mit Gunst zu reden) in die Welt geschissen. 
Könte auch der Teufel wol arger philosophiren ? Und dennoch iinden sich welche , 
so ihm beyzupflichten sich nicht entsehen. Allein es ist kein Wunder, da man 
heutiges Tages fast überall sich bemühet, entweder ziiviel, zuglauben, oder gar 
nichts zuglauben. 



i 



27 



85. Mercure galant 1702. 

"In een brief, die in de Mercure Galant van September des jaars 1702 ge- 
vonden wordt, staat, dat Spinosa eenigen tydt te Uhn heeft geweest; dat de 
overheit der stadt deedt ruimen , om dat hy daar zyne gevaarlyke leer verspreidde , 
en dat hy daar zyn Tractatus Theologico- Politicus begon. Doch men kan daar kwalyk 
geloof aan slaan." [! !] Woordenboek van David van Hoogstraten , Amsterdam 1733. 

86. Beitrage zur Kenntniss des 17. u. 18. Jahrhunderts aus 
den handfchriftlichen Aufzeichnungen Gottlieb StoUe^s. Mitgetheilt 
von G. E. Guhrauer. (Allgemeine Zeitschrift fiir Geschichte. Her- 
ausgegeben von Dr. W. Adolf Schmidt. Siebenter Band. Berlin, 
1847. Verlag von Veit und Comp. 8vo. pp. 385--436 , 481—531.) 

Gottlieb Stolle, geboren te Liegnitz in 1673, deed in het jaar 1703, als men- 
tor van een adelijken kweekeling, met dezen een reis door een gedeelte van 
Duitschland en Holland. Na zijn terugkomst moest hij , ten gevalle zijner vrien- 
den Thomasius en Buddeüs, een uitvoerig verslag daarvan schrijven; het hand- 
schrift bevindt zich in de universiteitsboekerij te Breslau (Gottlieb StoUens Reise- 
beschreibung. 1194 pp. in 8vo. Cat. IV, 8vo, 49) en daaraan is het uittreksel 
door Guhrauer ontleend. Het behelst interessante, maar zeer onnauwkeurige be- 
richten omtrend Spinoza , pp. 392,435,484—489,493,495,496, 501, 510, 511. 

87. W. Goeree : Benediktus de Spinoza. (De kerkelyke en 
weereldlyke Historiën; uyt d^Aal-ouwde Aardbeschryving en Uyt- 
gezogte Gedenk-Penningen opgehelderd ... 1705. Tweeden druk, 
Nu gevolgt na het onvervalst Exemplaar, van wylen den Autheur, 
en nooyt te vooren in diervoegen uitgegeven geweest. Te Leyden , 
By Johannes Abkoude, Boekverkooper in de Kloksteeg by de Aca- 
demie 1730. 4to. pp. 664—677.) 

Met Spinozaas portret in houtsnede en bericht aangaande zijn leermeester 
Frans van den Ende. Het portret heeft de onderschriften : 

Zie hier Spinosaas tronie beeld, 
Waar in de Jood na 't leeven speeld ; 
En in 't gelaat een zeedig weezen ; 
Maar die zyn Schriften komt te leezen : 
Vind in 's mans grond, hoe schoon vernist, 
't Afdrukzel van een Afgodist. 

'k Wil 't zedig weezen van Spinosa niet betwisten , 
Hy was een Wy?geer : in Geloof nog Jood nog Christen. 

88. De waarachtige Verryzenis | Jesu Christi | uit den doo- 
den , I Tegen B. de Spinosa | En zyn Aanhangers verdeedigt, | In 
een Predicatie beveiligt, in de | Chrifl-Lutherfche Gemeente van 
^s Gravenhage , | op den H. Paafchdag , in ^t Jaar onzes | Zaligra^^^ 



28 

kers, 1704. | Benevens een naukeurige Levens-befchryving , I van 
dezen Beruchten Wysgeer, | zo uit zyn nagelate | Schriften als mon- 
deling verhaal van nog in ^t | leven zynde geloofwaardige Perfoo- 
nen, | zamengeftelt | Door | Johannes Colerus, | Hoogduitfch Prae- 
dicant van voornoemde Gemeente. [^] t' A.msterdam, | By J. Lin- 
denberg, in de Kalverflraat, by de Kapel, 1705. | 8vo. 4 bil. -{- 
214 pp. 

Op pp. 116 — 214: Korte, dog waaragtige Levens -beschry ving , Van Benedic- 
tus de Spinosa, Uit Antentique Stukken en mondeling getuigenis van nog levende 
Personen, opgestelt. Door Johannes Colerus, Hoogduitsch Predicant &c. 

89. La vie | de | B. de Spinosa, | tiree des ecrits | de ce | fameux 
philosophe, | Et du témoignage de plufieurs Perfon- | nes dignes 
de foi, qui Font | connu particuliérement. | Par Jean Colerus, Mi- 
niftre | de FEglife Luthérienne de la Haye. [^] AlaHaye, | Chez 
T. Johnson , Marchand Libraire, | danslePooten. | M.DCC.YI. | 8vo. 
188 pp. 

Regel 1, 3, 6, 12, 15 en de naam des auteurs rood. Op de biografie volgt 
afizonderlijk : 

90. La vérité | dela | résurrection | de | Jésus Christ, | defendue 
contre | B. de Spinosa, | et ses spectateurs. | Avec | la vie | de 
ce I fameux philosophe, | Tirée, tant de fes propres Ecrits, que de 
la I bouche de plufieures perfonnes dignes | de foi qui Font con- 
nu. I Par Jean Colerus, Miniftre | de FEglife Luthérienne de la 
Haye, | A la Haye, | Chez T. Johnson, Marchand Libraire, | dans 
Ie Pooten. | M. DCC. VI. | 4 bil. + 80 pp. 

Cf. Mémoires pour l'histoire des Sciences & des Beaux-Arts. A. Trévoux , chez 
Etienne Ganeaux. 1706. 12mo. p. 518. 1707. pp. 94—109. De schrijver be- 
weert o. a. : " En vérité on fait trop d'honneur k Spinoza de juger ses extrava- 
gances digne de réponse. Toute personne sensée qui Ie lira aura beaucoup de 
peine ^ l'entendre; mais elle ne courera aucun risque d'être seduite". 

91. The I Life | of | Benedict | de | Spinosa. | Written by John 
Colerus, Minifler | of the Lutheran Church at the | Hague. | Done 
out of Erench. | London.| Printed by D. L. And Sold by Benj. 
Bragg, I at the Raven in Pater-Noster-Row , 1706. KI. 8vo. 92 pp. 

92. Das Leben | Des | Bened. von Spinoza, | aus denen Schriflf- 
ten I Diefes beruflfenen Welt-Weifens | und | aus dem Zeugnifz vieler 



29 

glaubwür- | digen Perfonen, die ihn befonders | gekannt haben, 
gezogen und | befchriebeu | von | Johann Colero , | Ehemaligen Pre- 
diger der Evaiigelifchen [ Gemeinde im Haag ; | Nunmehro aber aus 
dem Frantzöü- | fchen ins Hoch-Teutfche überfetzet, und | mit ver- 
fchiedenen Aninerckungen | vermehret. | Pranckfurt und Leipzig, 
MDCCXXXIII. I 8vo. 126 pp. 

Regel 1, 3, 5, lif en 19 rood. Spinozaas portret in koper, met de woorden: 
Benedictvs de Spinoza, | Amstelodamensis , | Gente et Professione Judaeus, postea 
coetui Christianorum se | adjungens , primi systematis inter Atheos subtiliores Ar- 
chitec- I tus. Tandem , ut Atheorum nostra setate Princeps Hagae Comitum | in- 
felicem vitam clausit; characterem reprobationis in vultu ge- | rens. Natus A. 1632. 
d. 24. Nov. Den. 1677. d. 21. Febr. 

93. Johannis Coleri, | Vormahligen Lutherifchen Predigers im 
Haag I Wahrheit | Der | Auferftehung | JEfu Chrifti | Wider | B. 
de Spinoza und feine Anhanger | vertheidiget : | Nebft einer ge- 
nauen | Lebens-Befchreibung | Diefes berüchtigten Philofophens , die 
man nicht fo | wol aus feinen eigenen Schrifi'ten , als vielmehr aus 
vieler glaub- | würdigen Leute mündlichen Erzehlung , \ fo ihn im 
Leben ge- | kant haben , aufgefetzt , | Aus | Dem HoUandifchen 
Original und der Frantzöfifchen | Uberfetzung verdeutfcht, | Mit 
benöthigten Anmerckungen und | Register verfehen | von | Wigand 
Kahler | Der heiligen Schrift Licentiaten , wie auch derfelben , 
der I Mathematic und Poëfie Profesffore zu Rintelu. | Lerago, Ge- 
drucktmitMeyerifchen Schriften 1734. | 8vo. 8 bil. +256 pp. +2 bil. 

Met een afzonderlijke titelplaat. 

Wigand Kahler zegt in de Voorrede : man hat die Frantzöscbe Ubersetzung 
dieses Buchs abermal voriges Jabr in Holland auflegcn lassen. (Die franscbe uit- 
gaaf van 1733 is mij echter onbekend.) Inzwischen da ich dieses schreibe , kommt 
mir eine Ubersetzung von Spinozae Leben zu handen, zu Franckfurt und Leipt- 
zig 1733. von einem, der sich nicht gênant, herausgegeben worden, und der 
der Deutschen Sprache kundig gewesen , pag. 56 und 108. ist ihm dieses Ver- 
sehen begegnet, dass er Monsieur Stouppe und Monsieur de la Motte vormals 
gewesene Prediger an der Savoischen Kirche in London für Ministres vom Sa- 
voischen Hoff ausgegeben , wozu ihn die Frantzösische Ubersetzung veranlasset , 
weil er das Original nicht zur Hand gehabt, sonst muss man sagen, dass er 
Spinozae In-thümer wol eingesehen. Ich habe das Original des Hollandischen 
fleissig mit der Frantzösischen Ubersetzung zusammen gehalten , und gefundeu , 
dass das Original an vielen Orten nicht nur volkommener, indem die Frant- 
zösche Ubersetzung einige Dinge übergangen, sondern auch weit nachdrucklicher 
rede , und mir dieses im Deutschen zu. Nutze gemacht. 

Cf. over Spinozaas biograaf Johann Kohier, op wien een zilveren gedenkpen- 



30 



ning geslagen is : Geschiedenis der evaug.-luthersche gemeente te 's Gravenhage , 
door F. J. Domela Nieuwenhuis, Hoogleeraar te Amsterdam. Te Amsterdam, bij 
J. H. Gebhard & C^. 1854. 8vo. pp. 23—33. 

94. A. D. B. V. I De. | Spinozismo. | post. | Spinozam. | svb. j 
moderamine. | illvstris. | ac. | reverendissimi. | in. Christo. pa- 
tris. I An. D. lo. Friderici. | Mayeri. | consüiarii. regii. prof. 
pvbl. I primarii. ordinis. theolog. senio- | ris. et. decani. reliqva. | dis- 
seret. | praeses. | M. lacobvs. Staalkopff. | s. theol. baccalavrevs. | com- 
militone. | Bvrchardo. | Grammanno. | Stada. Bremeiisi. | die. de- 
cembr. M DCC VIII. | Gryphiswaldiae. | Typis. Georg. Henr. Adol- 
phi. Acad. Reg. Typogr. | 4to. 22 pp. 

95. Oeuvres ineslees de Mr. de Saint-Evremoud, Publiées fur les 
Manufcrits de TAuteur. Seconde Edition . . . A Londres , Chez 
Jacob Tonson . . . M. 1)CC. IX. 4to. 

M. de St. Evremond se fit aussi un plaisir de yoir quelques Savaus & quelqiies 
Pbilosopbes célèbres qui étoient alors h. la Haye, & particulierement Messieurs 
Heinsius, Vossius & Spinoza. "Ce demier, me disoit il un jour, avait la taille 
médiocre & la Physionomie agréable. Son savoir, sa modestie, & son desinteres- 
sement Ie faisoient estimer & rechercher de toutes les personnes d' Esprit qui se 
trouvoient a la Haye. Il ne paroissoit point dans ses Conversations ordinaires 
qu'il eüt les sentimens qu'on a ensuite trouvés dans ses Oeuvres Posthumes." . . . 
p. XXIX. 

96. loh. Wolfg. laegeri Spinocismus, siue Benedicti Spinosae 
famosi atheistae Vita et Doctrina. Tubingae, 1710. 4to. 

97. Von Spinoza und dessen Atheistischen Lehren. (Observa- 
tiones miscellanese. Lipsiae 1712. 8vo. V pp. 393 e. v.) Met Spi- 
nozaas portret. 

98. Menagiana. 1715. Svo. Til pp. 30, 31. 

"J'ai oüi dire que Spinosa étoit mort de la peur qu'il avoit eu d'être mis k 
la Bastille. Il étoit venu en France attiré par deux personnes de qualité qui 
avoient envie de Ie voir. M. de Pomponne en fut averti; & comme c'étoit un 
Ministre fort zelé pour la Religion , il ne jugea pas a propos de souffrir Spinosa 
en France , oü il étoit capable de faire bien du désordre , & pour l'en empêcher , 
il résolut de Ie faire mettre k la Bastille. Spinosa qui en eut avis, se sauva en 
babit de Cordelier : mais je ne garantis pas cette dernière [!] circonstance. Ce 
qui est certain, est que bien de personnes qui l'ont vü, m'ont assuré qu'il étoit 
petit, jaun&tre, qu'il avoit quelque chose de noir dans la pbysionomie, & qu'il 
portoit sur son visage un caractere de réprobation. ^T^* Vigneul Marville , 



31 

qu'on croit être Ie P. Dom Noël d'Argonne Chartreux de Gaillon, pag. 33. du 
2. vol. de ses Mémoires croit fort douteuse la particularité iei rapportée du 
voyage de Spinosa en France , & Bayle la déclare absolument fausse pag. 2783. 
de son Diction. 2. édit." 

99. La vie I et I resprit de | Mr. Benoit | de Spinosa. | Si 
faute d'un pinceau fidele, | Du fameux Spinosa Ton n^a pas peint 
les traits; | La Sageffe étant immortelle, | Ses Ecrits ne mourront 
jamais. | CIO 10 CCXIX. | 8vo. 4 bil. + 208 pp. 

La vie de Monsieur Benoit de Spinosa (pp. 1 — 47), is volgends den schrij- 
ver '/peut-être avec certitude" een werk "du feu Sieur Lucas". L'Esprit de 
Monsieur Benoit de Spinosa (pp. 49 — 208), wordt in een noot op pag. 25 toe- 
gekend aan denzelfden auteur: »Ce qu'il y a de certain c'est ce que demier (Ie 
Sr Lucas) étoit Ami et Disciple de Mr. de Spinosa et qu'il est Autheur de cette 
Vie et de l'Ouvrage qui la suit." De tekst werd gedrukt te "Amsterdam chez 
Henri du Sauzet dans les Nouvelles Littéraires (1719, 8vo) X pp. 40—74. Le 
Libraire fut obUgé d'en faire une espèce de Retractation è. la tête de la II. Par- 
tie de ce X. Volume." Het tweede gedeelte verscheen afzonderlijk , onder den titel: 

100. De tribus Impostoribus, des trois Imposteurs. A Francfort 
sur le Mein, aux dépens du Traducteur. MDCCXXI. 4to. 60 pp. 

101. Traite | des | trois | imposteurs. [^ M. DCC. LXXV. Svo. 
152 pp. 

102. Traite | des | trois imposteurs. [^] En Suisse, | de Tim- 
primerie phüosophique. | 1793. | 12mo. 168 + (iv) pp. 

103. Spinoza II. | oder | Subiroth Sopim. | lldöt,y dq^aru 
óv'^fqégai^ov }<;v. | Eom , bei der Wittwe Bona Spes. | 5770. 

Duitsche vertaling van de Trois imposteurs, uitgegeven in 1787, bij W. Vie- 
weg in BerUjn. De woorden Subiroth Sopim zijn een omkeering van [de tribus] 
Impostoribus. Omtrend de rijke litteratuur over het befaamde boek De tribus 
impostoribus , dat echter met Spinoza niets hoegenaamd te maken heeft , kunnen 
vergeleken worden: 

Der Zweifel am Glauben. Kritik der Schriften : De Tribus Impostoribus , von 
Dr. Karl Rosenkranz. Halle und Leipzig. Verlag von Reinicke und Comp. 1830. 
Svo. VIII -t- 88 pp. 

De Impostvra religionvm breve compendivm sev liber de tribvs impostoribvs. 
Nach zwei Mss. und mit Historisch -Litterarischer Einleitung herausgegeben von 
F. W. Genthe. Leipzig bei Friedrich Fleischer. 1833. Svo. IV -h 62 pp. 

Prosper Marchand : Dictionnaire historique , ou memoires critiques et littéraires 
(A la Haye, chez Pierre de Hondt. 1758. Folio) I pp. 312—329. Marchand 
gewaagt van een werk , beloofd door den beroemden Deen Severinus Linturpius : 
Schediasma criticum, de plagiis gentiüum ex historia & scriptura sacra, contra 
Johannem Marshamum , Johannera Spencerum , & Benedictum Spinosam , deque 
prsccipuis ejus argumenti scriptoribus , variisque in eodem eorum excessibns. 



32 

104. Ije I Vie I de | Spinosa, | par uu de ses | disciples : | Nou- 
velle édition | non tronquée, | augmentée de quelques Notes | et 
du I Catalogue | de ses | écrits, | par un autre de ses disciples. &c. | A 
Hambourg. | Chez Henry Kunrath. | M. DCC. XXXV. | 8vo. 2 
bil. + (48) pp. + 6 bil. : Recueil alphabétique des auteurs et des 
ouvrages condamnés au feu. 

Cf. Dr. Ed. Böhmers Spinozana (1860) pp. 156—161. 

105. An I Account | of the | life and writings | of | Spinoza. | To 
which is added | An abstract of his Theological | Political Trea- 
tise. I Alitur vitium crescitque tegeudo. | Virgil. | Lon- 
don: I 1720. | Svo. 96 pp. 

106. Het j regt gebruik | der | werelt | beschouwingen, ( ter over- 
tuiginge van | ongodisten | en | ongelovigen | aangetoont, | door | 
Bernard Nieuwentyt, M. D. | Met kopere Platen. | Den vierden 
druk. I Tot Amsterdam. | By Joannis Pauli , Boekverkoper | op den 
Nieuwendyk het negende huis van den Damin Seneca, 1725. 4to. 

Op p. 6 wordt van Spinozaas sterven gezegd : By dese gelegentheid van het 
sterven der Ongodisten , kan ik niet nalaten hier aan te halen , het geen Van 
Spinoza , en ook , voor soo veel ik heb kunnen vernemen , met waarheit gesegt 
wert , namelyk , dat hy in eenigheit en een groote stilheit sonder uyterlyke 
tekens van ongemstheit te tonen, syn leven geeindigt heeft." 

107. Eefutation | des | erreurs | de | Benoit de Spinosa. | Par 
M. De Penelon Archevêqve de | Cambray, par Ie P. Lami Bene- 
dictin & I par M. Ie Comte de Boulainvil- | liers. | Avec | la vie 
de Spinosa, | Ecrite par M. Jean Colerus, Miniflre de | TEglile 
Lutherienne de la Haye; augmentée de | beaucoup de particularités 
tirées d'une Vie Ma- | nufcrite de ce Philofophe, faite par 
un de fes Arais. [^] A Bruxelles , | Chez Pran^ois Fop- 
pens, I MDCCXXVI. I 12mo. 5 bU. + 486 pp. Van p. (387)— 183 
[483] : 

108. Certamen | philosophicum | Propugnatse Veritatis Divinse 
ac Naturalis | adversus | Joh : Bredenburg, [ Principia in fine an- 
nexa. | Ex quibus quod Religio rationi re- | pugnat^ demonftrare 
nititur. | Quo in Atheifmi Spinosse barathro | immerfus jacet. | Quod 
Religio ril rationi repugnans ere- | dendum proponit, evidenter 
oftenditur. | Hsec meditabatur | Ishak Orobio, | Medicinse Doctor 



33 

Amftelodamenüs. [^] Amfleladami , | Ex Autographo A. Theo- 
dori Offaan, MDCCIII. 

Verzameld en uitgegeven door den shhé Lenglet du Fresnoy en gedrukt te 
Amsterdam. Cf. Baumgartens Nachrichten , I pp. 132 — 140. Bibliothèque rai- 
sonnée des ouvrages des savans de l'Europe (Amsterdam 1731. 8vo) pp. 163 — 186. 
"L'éditeur de la Vie de Sp. , sous Ie nom de Mr. Colerus, . . . a retranché du 
Manuscrit quelques Réfleiions & quelques Eiclamations qui marquoient trop 
d'admiration pour Ie Heros de la Piéce; mais il a encore assez laissé d'Eloges 
& il lui attribue assez de vertus pour faire naïtre au Lecteur l'envie de s'écrier : 
Sancte Spinosa, ora pro nobis." In 't zelfde werk wordt, bij recensies, in *t 
voorbijgaan gesproken over Spinoza XIV p. 7, 28; XX p. 280; XXIX p. 129, 
183; XXXII p. 6, 15, 41; XL p. 383; XLI p. 120; XLII p. 188; XLIV 
p. 141 ; L p. 67. Op de laatste plaats : L'adoration du Ciel (en Chine) est un 
vrai Spinosisme. 

109. Lettres | sur les | hoUandois | par | M. A. F. C. [^] 
A Londres | MDCCXXXV. | 8vo. (46) pp. XI. Sur Spinofa. 

110. Spinosa. Ridicule conseil que lui doima son Confesseur. 
(Bibliothèque des fciences et des beaux arts. Pour les mois de Jan- 
vier, Tevrier, Mars, MDCCLXIII. Tomé XIX. A la Haye, chez 
Pierre Gosse Jun. 1763. 8vo. p. 415:) 

"On dit de Spinosa que lors qu'il eut renonce au Judaisme pour entrer dans 
l'Eglise Romaiue, il lui vint sur sa nouvelle Beligion des doutes qu'il découvrit 
k son Confesseur. Celui ei au lieu de t&cher de lever ses doutes par de bonnes 
raisons , lui conseilla de se flageller deux fois par jour , de jeüner & de dire force 
Pater, & lui promit que de cette maniere ces difficultës qui lui faisoient tant de 
peine se dissiperoient pen k peu. La methode étoit sans doute infaillible dans un 
certain sens; mais Spinosa se moqua & du Confesseur & de sa Religion" [I]. 

111. Dissertatio. epistolica | qva | viro | praenobilissimo. amplis- 
simo I atqve. doctissimo | domino | loanni. lacobo | Qvistorpio | ar- 
tivm. qvae. vocantvr. libera- | les. magistro. praecéllentissimo. et. 
socie- I tatis. tevtonicae. qvae. | leiiae. floret | membro. dignissi- 
mo I inavgvrationem. ad. oflBcivm | professoris. philosophiae. in. 
inlvstri. chri- | stiana. albertina. extraordinarii | sincerrimo, ex. 
pectore | gratvlatvr | et | simvl. cvm. eo | de | atheismo. Bene- 
dicti I de. Spinoza | cogitata. sva. commvnicat | frater, gerraanvs | M. 
Bernh. Frider. Qvistorpivs | Rostoch. | Rostochii | formis. Adleria- 
nis. I 4to. 28 pp. Sine dato. 

112. Johann Gaspar Lavater. Kontraste. 1. Spener. 2. Spinosa. 
(Physiognomische Fragmente , zur Beförderung der Mensclienkennt- 

3 



34 

nisz und Menschenliebe. Dritter Versuch. Mit vielen Kupfern. Leip- 
zig und Winterthur, 1777. 4to. p. 277.) 

Even als Zinzendorf en La Mettrie zijn op de plaat der zes koppen Spinoza 
en Spener met elkander verwisseld. Is de verwisseling alleen typografiescli of ook 
fyziognostiesch? Hoe dit zij, de verklaring van Lavater steekt er zonderling bij af! 

"Nicht das beste fiild, dass ich schon von Spinosa geseben. Nicht drinn die 
starken Augenbraunen des tiefen Denkers — nicht im nntem Umrisse der Nase 
die unkindische Spürerey — nicht im Munde die Massigkeit und Melancholie 
des Urbildes. Aber, so wie's da ist — welch ein sprechender Kopf! Wie steht 
der Mann in sich und auf sich allein! Wie wandelt er eignen Pfades ohne 
Rückblick auf Schmaher oder Nachfolge ! Wie bildete , worzelte er sich in 
tiefer Stille! W^elche stille Festigkeit in der Stime! Was liegt nicht für erstaun- 
licher Verstand zwischen den Augenbraunen bis zur Nasenwurzel ! Wie viel und 
tief bemerkend der Bliek I Wie aufspürend alle lockere Stellen jedes ihm be- 
gegnenden Systems 1 Wie ermüdet von Denken , Forschen , Zweifeln ! — In dem 
obgleich gewiss nur halb wahren Munde — wie viel Weisheit und stiller Adel — 
Laune und Salz! 

Das ganze Gesicht ein liebliches Gemisch von Trübsinn, Kampf mit Zweifeln 
und philosophischer Behaglichkeit — die geglaubtes Gefundenhaben der Wahr- 
heit erzeugt. Die Miene lachelt den Voltarischen Vers : 

J^fti des plats écoliers & des mauvais critiques. 

Man vergleiche diesen Kopf mit 5. [La Mettrie of Zinzendorf?] — und ent- 
scheide — oder entscheide und richte nicht vor der Zeit, bis Gott den Rath der 
Herzen offenbaren, und einem jeden vergelten wird nach seinem Denken und 
Thun." Cf. J. C. Lavaters ausgewahlte Schriften, herausgegeben van J. Casp. 
Orelli (Zürich 1842, 8vo) III p. 277. 

113. H. F. Diez: Ben. von Spinoza nach Leben und Lehre. 
Dessau und Leipzig. 1783. 8vo. 

114. Leben | Benedikt^s von Spinofa. | von M. Phüipfon. | Thut 
auf Worte Verzicht, und Weishei tsfreund, | umarme deinen Bru- 
der ! | Mendelssohn. | Braunfchweig | im Verlag der Schulbuch- 
handlung | 1790. | Svo. 120 pp. * 

115. Apologie I de | Spinosa | et | du spinosisme; | Par M. Sa- 
batier de Castres. | Et mundi infirmissima elegit Deus ut | fortia con- 
futaret. [ Epist. 1. ad Corinth. c. 1. | A Altona. | X^re. 1805. [ Svo. 
122 pp. 

116. Apologie I de | Spinosa | et | du spinosisme, | Contre les 
Athées , les incrédules et contre | les Théologiens scolastiques-plato- 
niciens ; | par M. Sabatier de Castres. | Et mundi infirmissima elegit 
Deus, ut I fortia confutaret. | Epist. ad Corinth. c. 1. | Paris, | Four- 



35 

nier Frères, Libr. Eue Poupée, N. 7. | M.D.CCCX. | 8vo. 
iv + 136 pp. 

117. Verfuch | über die | von der erlauchien Königlich-Danifchen 
GefelKchaft | der Wiffenfchaften zu Kopenhagen | im Jahre 1805 
bekannt gemachte Preisfrage : | „Quaenam fuére recentiore ac recen- 
tissimo I aevo fata Spinozismi, si tarnen verus est, | qui hodie a 
quibusdam perhibetur Spinozis- | mus. Nocuitne an profuit rei 
philoso- I phicae in universum et speciatim | Philosophiae de 
Deo?^^ I Oder : | über die neuern Schickfale des Spinozismus | und 
feinen Einflufz auf die Philofopliie überhaupt | und die Vernunft- 
theologie insbefondere. | Motto : Ce n^est qu^a Dieu que convient 
la gloire et aux | hommes la Paix, qui n^est jamais si profonde, 
que dans | Ie sentiment de cette même gloire , | qui gouverne TUni- 
vers, I (Bernhardin St, Pierre, les etudes de la | nat. Tom. I. p. 21. 
ed. 1804.) I Eine Schrift, | welche den fiir 1805 ausgefetzten Preis 
erhalten hat, ver- | fafzt von Dr. G. S. Prancke, Hauptpaftor zu 
Sonderburg | auf der Infel Alfen. | Schleswig, gedruckt in der 
Kön. priv. Serringhaufenfchen Buchdruckerey. 1808. | 8vo. XIV -|- 
98 pp. -|- 1 bl. (De titel heeft de fouten in regel 16 en 19.) 

118. Spillecke : Benedict Spinoza, oder über Atheismus, Fatalis- 
mus und Mysticismus. (Berl. Monatschrift. Jul. 1808, p. 21.) 

119. Lettre | d'un ami du sens commun | è. un hoUandais , | Doet. 
en Med. de la Fac. de Leyde, | son ami &c. | au sujet de Téloge 
de Benedictus de Spinosa , | Proposé par la Sociéte Hollandoise des 
Beaux-Arts | et des Sciences de Leyde , Ie 26 Septembre 1807. | pour 
Ie prix d^éloquence de 1809. | Il y a des louanges qui blS,ment. | Pen- 
sees de La Rochefoucauld. | A Utrecht. 1809. | 8vo. 42 pp. 

Van Dilouit, professor der Jansenisten. Het bedoelde "Programma der Hol- 
landsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen , te Leyden " be- 
richt: "Eindelyk werd tot een onderwerp, om eene Lofrede op te vervaardigen, 
gekozen Benedictus de Spinoza." Het programma van 30. September 1809 meldt, 
dat "op de uitgeschrevene Lofrede op Benedictus de Spinosa geene antwoorden 
ter bekrooning waren ingekomen. " In het volgend jaar was Spinozaas naam uit 
de handelingen der Maatschappy verdwenen. Cf. Algemeene Konst- en Letter- 
bode (Haarlem, Loosjes) 8vo. 1807 II. p.262, 1808 II. p. 338, 1809 IL p. 251, 
1810 II. p. 293. 

120. Ritratti | o | Vite | letterarie e paralleli | Di G. J. Rousseau, 



36 

e del Sig. di Voltaire. | Di Obbes, e di Spinosa. | E Vita | Di 
Pietro Bayle. | Opera Posthuma | del pubblico professore | P. An- 
tonio I Valsecchi. | Venezia | 1816. | Soc. Tip. Pasquali e Cur- 
ti. I 8vo. 176 pp. 

121. Zamenspraken | van | Spinoza, Bolingbroke, Pitt, | Can- 
ning en Benjamin | Constant, | in den tusschenstaat van het | doo- 
denrijk, | over | hunne | verschillende bedrijven en derzelver | ge- 
volgen voor hen en anderen. | Te ^s Gravenhage, bij | A. P. van 
Langenhuysen. | 1831. | 8vo. (132) pp. 

122. Gedachtnifsrede | auf | Benedict von Spinoza , | gehal- 
ten I vor einer Verfaramlung | feiner akademifchen | Mitbürger | am 
21. Februar 1831 | von | G. O, Marbach. | Halle, | Druck und 
Verlag von Friedrich Eufif. | 1831. | 8vo. (32) pp. 

123. Benedictus Spinoza. | Zweier Gaben erste. | Benedictus 
Spinoza als Mensch | in seinem Leben und Charakter darge- 
stellt , I als I Rechtfertiging des Verkannten , | als Aufforderung zur 
Feier | des 24sten November 1832, | seines zweihundertsten Ge- 
burtstages, | für gebildete Leser jeden Standes, | von | Ludwig 
Philippson. j Leipzig, 1832. | 8vo. XII -f 68 pp. 

Baruch Spinoza. | Von | Dr. Ludwig Philippson. | Mit einem Facsimile. | (Jahr- 
buch für die Geschichte der Jaden und des Judenthums. Zweiter Band Leipzig, 
Oskar Leiner. 1861. 8vo. pp. (189)— 257). 

Der zweite Abdruck im Jahrbuch, schreef mij de auteur, hat mehrfache 
Abanderungen erfahren. 

124. Gesoliichte | der | neueren Philofophie | von | Bacon von 
Verulam | bis | Benedict Spinoza. | Von Dr. Ludwig Andreas Feuer- 
bach. I Ansbach 1833. | 8vo. pp. 341 — 434. 

Op nieuw uitgegeven in Ludwig Feuerbach's sammtliche Werke. VierterBand. 
Leipzig, Verlag von Otto Wigand. 1847. 8vo. pp. 298—392. Cf. Band. V. 
Pierre Bayle, ein Beitrag zur Geschichte der Philosophie und der Menschheit, 
p. 224 e. V. 

125. Uriel Acosta. Trauerspiel in fünf Aufzügen von Karl Gütz- 
kow. Sechste Auflage. Leipzig: F. A. Brockhaus. 1865. KI. 8vo. 
(116) pp. 

Dramatische Werke. VIII. Nach einer im Herbst 1833 geschriebenen Erzah- 
lung des Verfassers : "Der Sadducaer von Amsterdam", folgte dreizehn Jahre 



37 



spater, bei eiaem Friililingsaiifenthalt in Paris, die Umwandlung derselben in 
ein Drama. Personen : Manasse Vanderstraten , ein reicher Handelsherr in Am- 
sterdam. Judith, seine Tochter. Ben Jochai, ihr Verlobter. De Silva, Arzt, üir 
Obeim. Rabbi Ben Akiba. Uriel Acosta. Esther, seine Matter. Ruben, Joel, seine 
Brüder. Baruoh Spinoza, ein Knabe. De Santas, Van der Embden, Rabbiner. 
Ort der Handlung: In nnd bei Amsterdam. Zeit : 1640. 

126. Spinoza. | Ein Denkerleben. | Vou | Berthold Auer- 
bach. I Neu durchgearbeitete , ftereotypirte Auflage. | Mann- 
heim, | Verlag von BalTermann & Mathy. | 1854. | 8vo. (VIII) 
+ (396) pp. 

De eerste druk verscheen onder den titel : 

Spinoza. Ein historisclier Roman von B. Auerbacli. Stuttgart, 1837. J. Schei- 
ble's Buchbandlung. 8vo. Zwei Theile. 

In 1838 gerecenseerd door dr. D. F. Strauss ; herdrukt in diens "Charakte- 
ristikfcn und Kritiken" (Zweite Auflage. Leipzig. Verlag von Otto Wigand. 1844. 
8vo. pp. 448 — 453). De tweede uitgaaf is aangekondigd door mr. P. A. S. van 
Limburg Brouwer: Het leven van een denker (De Gids. Amsterdam, P. N. van 
Kampen. 1855. 8vo. pp. 409 — 443). Het Denkerleben verscheen opnieuw in 1860. 

127. Spinoza. | Het leven van een denker, | door | Berthold 
Auerbach. | Naar de laatfte op nieuw bewerkte uitgave. | Uit het 
Hoogduitsch. | Met een voorberigt van | Dr. Burger, Jr. | Does- 
borgh, I W. Becking. | 1856. | 8vo. 2 bil. + (XIV) + 388 pp. 

Met een nieuw titelblad verschenen als Tweede goedkoope uitgaaf. Amsterdam, 
H. J. van Kesteren, 1863. 

128. Histoire | de la vie et des ouvrages | de | B. de Spino- 
sa, I fondateur de Texégèse et de la philosophie modernes. | Par 
Amand Saintes. [^] Paris | Jules Renouard et Cie. , libraires- 
éditeurs, | Rue de Tournon, 6. | 1842. | Svo. XX -|- 390 pp. 

129. Spinoza^s | Leben und Lehre. | Nebfl einem Ab- 
riffe I der | SchellingTchen und Hegerfchen | Philofo- 
phie. I Von | Conrad von Orelli, | Profeffor der propadeutifchen 
philofophifchen WüTenfchaften | am Gymnafium in Zürich. | Aarau 
1843. I Verlag von H. R. Sauerlander. | 8vo. XII + 384 pp. 

130. Spinoza^s | Leben und Lehre. | Nebft einem Ab- 
rilTe | der | Schelling 'fchen und Hegerfchen | Philofo- 
phie. I Von | Conrad von Orelli, | Profeffor der propadeutifchen 
philofophifchen Wiffenfchaften | am Gymnafium in Zürich. | Zweite 



38 

durch einen Nachtrag vermehrte Ausgabe. | Aarau 1850. | Druck 
und Verlag von H. E. Sauerlander. | 8vo. XII + 412 pp. 

131. Gefchichte | der neuern Philofophie | von ( Kuno Fi- 
fcher. I Erfter Band. | Das clafQfche Zeitalter der dogmatifchen | Phi- 
lofophie. I II. Abtheiking. | Benedictus Spinoza. | Mannheim. | Ver- 
lag von BaJTerman & Mathy. | 1854. | 8vo. pp. (234)— (596). 

Op nieuw uitgegeven in 1865. Bd. I, Th. 2 pp. 98 — 138. Cf. Spinoza en 
Shakspere. (Yselkout . . . van J. van Vloten,, pp. 217 — 221). Kuno Fischers neue 
Darstellung des Spinozismus. (Beilage zur Allgemeinen Zeitung. Nr. 290, 291. 
Oct. 1865.) 

132. Benedict Spinoza. | En monographie | af | Dr. H. Bröch- 
ner. | Kjöbenhavn. | P. G. Philipsens Forlag. | Thieles Bogtryk- 
keri. | 1857. | 8vo. 2 bil. + 188 pp. 

133. Spinoza. | Seine Lehre | und | deren erfte Nachwirkungen 
in Holland. [ Ein e philosophifch-hiftorifche Monographie. | Inaugural- 
Differtation | zur | Erlangung der philosophifchen Doctorwürde | an 
der Univerfitat Göttingen | von | Antonius van der Linde | aus Har- 
lem. I Göttingen, | Van den Hoeck und Ruprecht. | 1862. | 8vo. 
XXXII + 216 pp. 

Een exemplaar in 4to, op pergament, 200 exx. op best papier. Gerecenseerd 
in het Litterarisches Centralblatt fiir Deutschland. Leipzig 1862. N° 30. 4to. 
Door mr. A. F. Sifflé in den Dageraad, XIV, Amsterdam F. Gunst. 1862. pp. 
445 — 457. Aldaar ook p. 54, waartegen verscheen: 

Eine Prise für die Ritter der Morgendammerung (sonst genannt : '/Dageraads- 
knoeiers"), aus der Dose Dr. Arthur Schopenhauer's höflichst dargeboten von 
Dr. Antonius van der Linde. Amsterdam : P. M. van der Made. 1862. 8vo. 

Bedankje van een Dageraadsman voor de prise uit de doos van Schopenhauer , 
aangeboden door Dr. Antonius van der Linde. Amsterdam, F. Gunst. 1862. 8vo. 
Cf. A. van der Linde : Verspreide opstellen. 1852 — 1865. Gedrukt te Utrecht bij 
Gieben & Dumont 1866. (Niet in den handel). 8vo. pp. 440 — 447. 

134. Baruch d'Espinoza; | zijn | leven en schriften, | in | ver- 
band met zijnen en onzen | tijd. | Amsterdam, | Frederik Mul- 
ler. I 8vo. I XII + 484 pp. 

Door dr. J. van Vloten. Cf. Het spinozisme in den tegen woordigen tijd. Volks- 
blad, aan de algemeene maatschappelijke belangen toegewijd. Donderdag, 9 Oc- 
tober, 1862. (Amsterdam, E. S. W^itkamp). Navorscher 1852, p. 330. 

135» Konrad Vermehren: Die neuen Urtheile und Nachrichten 
über Benedictus de Spinoza. (Deutsches Museum. Zeitfchrift für 
Literatur, Kunst und öfifentliches Leben. Herausgegeben von Ro- 



39 

bert Prutz. Berlin 1863. 8vo. Nr. 14 pp. 481—493; Nr. 15 
pp. 540—545). 

Behandelt n® 133 en 134 ; de auteur van 134 wordt hardnekkig Van Volten 
genoemd. 

136. Waarde van Spinoza^s wijsbegeerte. (Naar aanleiding van 
J. van Vloten en A. van der Linde). Door P. Hofstede de Groot. 
8vo. 40 pp. 

Overdruk uit Waarheid in Liefde. (Groningen, Oomkens.) 1862. pp. 803 e. v. 

3 37. Dr. A. van der Linde : Notiz zur Litteratur des Spinozismus. 
(Zeitfchrift für Philofophie und philofophifche Kritik, im Vereine 
init mehreren Qelehrten herausgegeben von Dr. J. H. Pichte, Dr. 
Hermann Ulrici und Dr. J. H. Wirth. Neue Polge. Pünf und vier- 
zigfter Band. HaQe, C. E. M. Pfeflfer. 1864. 8vo. pp. 301—305). 

Herdrukt in: A. van der Linde: Verspreide opstellen. 1852 — 1865. Gedrukt 
te Utrecht bij Gieben & Dumont. 1866. 8vo. pp. 407—413. 

138. Spinoza. | Sein lebensbild und seine philosophie. | Inaugural- 
dissertation | zur | erreichung der philosophischen doctorwürde | an 
der k. universitat Würzburg | von | J. B. Lehmans | aus Niinwe- 
gen. I Würzburg. | Druck von Priedrich Ernst Thein. | 1864. | 8vo. 
(VIII) + 128 pp. 

Gerecenseerd door Von Reichlin-Meldegg, Zeitschrift für Philosophie und phi- 
losophische Kritik. XLVI. Halle 1865. pp. 290—313. 

139. Baruch Spinoza^s | Leben und Character. | Ein Vor- 
trag I von | Kuno Pifcher. [ Mannheim , | Verlagsbuchhandlung von 
Priedrich BalTermaim. | 1865. | 8vo. IV + 52 pp. 

140. G. H. Lewes : Spinoza. (Wetenschappelijke bladen. Eene 
bloemlezing uit buitenlandsche tijdschriften , voor Nederland bewerkt. 
Onder toezicht van Dr. J. C. van Deventer. Haarlem, A. C. Kru- 
seman. 1866. 8vo. Zevende aflevering, pp. 257 — 292). 

Vertaald uit The fortnightly review. De auteur schreef reeds in 1843 een ar- 
tikel over het leven en de werken van Spinoza in The Westminster Review, N® 
77, afzonderlijk herdrukt en in 1846 ingelijfd in de Biographical History of 
Philosophy. Van hem is insgelijks het artikel Spinoza in de Penny Cyclopsedia. 

141. Spinoza | et Ie | naturalisme contemporain | par | Nourris- 
son [^] Paris | librairie académique | Didier et Cie., libraires- 
éditeurs | 35, Quai des Augustin, 35. | 1866 | Tous droits reser- 
ves. I 8vo. XII + (306) pp. + 1 bl. 

" Le lecteur trouvera dans les pages suivantes une étude sur la vie de Spi- 
noza, ses doctrines, leur fortune diverse, leur actueUe influence", Préface. 



40 



Cf. Dr. J. van Vloten : Spinoza door een geloovig Franschman bekeken. De 
Levensbode. II. (Deventer , Jac. van der Meer.) 1867. pp. 70 — 80. 

142. Paul Jan et : Spinoza et Ie Spinozisme d^après les travaux 
récens. I. Ad Benedict! de Spinoza opera quse supersunt omnia 
supplementum ; Amsterdam, Fréd. Muller, 1862. II. Baruch d'Espi- 
noza zijn leven en schriften in verband met zijnen en onzen tijd, 
door J. van Vloten; Amsterdam, Fréd. Muller, 1862. III. Spi- 
noza , seine Lehre und deren erste Nachwirkungen in Holland , von 
Van der Linde; Goettingen 1862. IV. Spinoza et Ie naturalisme 
contemporain, par M. Nourisson; Paris 1866. (Revue des deux 
mondes 15 Juillet 1867 pp. 470—498.) 

143. Spinoza | en | het spinozisme, | door Paul Janet. | ^s Her- 
togenbosch — G. H. van der Schuyt. | 8vo. 52 pp. 

Vertaling van voorgaand artikel, uitgegeven in 186 S. Cf. n^ 145 noot. 

144. Spinoza^s | neuentdeckter Tractat | von | Gott, dem Men- 
schen und dessen | Glückseligkeit. | Erlautert und in seiner Bedeu- 
tung für das Verftandniss | des Spinozismus untersucht | von | Dr. 
Christoph Sigwart, | o. ö. Professor der Philosophie in Tübin- 
gen. I Gotha, | Verlag von Rud. BeiTer. | 1866. | 8vo. (VIII) + 
158 pp. 

Cf. Dr. J. van Vloten : Spinoza's vertoog over God en mensch. De Levens- 
bode. II. 1867. 8vo. pp. 460—471. 

145. Adolf Trendelenburg : Ueber die aufgefundenen Erganzun- 
gen zu Spinoza^s Werken und deren Ertrag für Spinoza^s Leben 
und Lehre. (Historische Beitrage zur Philosophie. Berlin. Verlag 
von G. Bethge. 1867. 8vo. pp. 277—398.) 

Cf. Dr. J. van Vloten : Trendelenburg en Janet over Spinoza. De Levens- 
bode. III. pp. 242 — 251. Er komt daar ook een artikel voor: Christ. Huygens 
en Spinoza. 

146. Ueber | die beiden ersten Phasen | des Spinozischen Pan- 
theismus | und | das Verhaltniss | der zweiten zur dritten Pliase. | 
Nebst einem Anhang : | Ueber Reihenfolge und Abfassungszeit der 
alteren | Schriften Spinoza^s. [ Von | Richard Avenarius | Dr. ph. | 
Leipzig, I Eduard Avenarius. | 1868. | 8vo. (X) + (106) pp. 



41 

147. Benedict vou Spinoza^s | System der Philosophie | nach der 
Ethik und den übrigen Traktaten defselben | in genetifcher Ent- 
wickelung dargestellt | und | mit einer Biographie Spinoza^s ver- 
sehen | von | Moritz Brasch. | . . . Göthe. | Berlin, 1870. [ Ver- 
lag von Albert Wruck , | Wilhelms-Strasse 5a. | Druck von M. Dries- 
ner, Berlin, Klosterstr. 13. | 8vo. 4 bil. -|- 192 pp. 

148. Dr. Johannes Huber: Spinoza. (Kleine Schriften. Leipzig, 
Verlag von Duncker und Humblot. 1871. 8vo. pp. 87 — 133.) 

Behalve de monografiën en zelfstandige wetenschappelijke opstellen komen hier 
in aanmerking de' biografische woordenboeken en de geschiedwerken over de wijs- 
begeerte , die wel niets nieuws brengen , daar zij uit de hier aangewezen bron- 
nen hebben moeten putten, maar toch tot de geschiedenis der kritiek van het 
Spinozisme behooren. Daar echter op dit gebied aan geen volledigheid te denken 
valt, geef ik in een noot alleen de werken op, die ik heb kunnen naslaan. 

I. Jo. Christoph. Wolfius: HDja'-DD n DTnpna'3 Benedictus de Spi- 
nosa Amstelodamensis. (Bibliotheca Hebrsea. Hamburgi & Lipsiae Imp. 
Christ. Liebezeit Anno R. S. 1715. 4to. pp. 239—242). 
II. (Jean P. Niceron, Bamabite:) Benoist de Spinosa. (Memoires povr ser- 
vir k rhistoire des Hommes illustres dans la république des lettres. Avec 
un catalogue raisonné de leurs ouvrages. Tomé XIII. A Paris, Chez 
Briasson, Libraire; rue S. Jacques, k la Science. M. DCC. XXX. 8vo. 
pp. 30—52.) 

III. Benedictus de Spinosa. (Groot algemeen historisch , geographisch , genea- 
logisch en oordeelkundig woordenboek, behelzende het voornaamste, dat 
vervat is in de VyToordenboeken van Moreri , Bayle , Buddeus , enz. . . . 
Onder het opzicht van David van Hoogstraten en van Jan Lodewyk 
Schuer. R— Z. Te Amsterdam, By Brunei, MDCCXXXIII. Folio. pp. 
101—102). 

IV. De naakte waarheyt. Maandag den 8. April. 1737. (Te Leyden. Gredrukt 
by Adrianus vander Hoeven , Boekverkooper in de Maarsemansteeg). 4to. 

In N° 4 van dit weekblad komt een stukje voor , getiteld : Benediktus 

Spinosa (bladz. 30 — 32) , blijkbaar afkomstig van Jacob Campo W^eyerman. 

V. Spinosa. (Louis Moreri: Le grand dictionnaire historique. Amsterdam 1740. 

Folio. VIII. p. 357). 
VI. Benedict Spinosa oder Spinoza. (Grosses voUstandiges Universal- Lexicon 
Aller Wissenschaften und Künste. XXXIX. Leipzig und Hallo, Verlegts 
J. H. Zedler. 1744. FoUo. pp. 75—86, 88—94). 
VII. Spinosa. (Dictionaire historique, littéraire et critique. Tomé VI. Avignon 
1759). "Enthalt einen ganz unbedeutenden Artikel über Spinosa, wo auch 
von des frühem Spinosa Gynaecepainos die Rede". Dr. Ed. Böhmer. 
VIII. Spinosa. (Saverien: Histoire des philosophes modemes avec leur portraits. 
Paris 1760. 8vo. pp. 169—191). 
IX. Philosophie de Spinosa. (Encyclopédie, ou Dictionnaire raisonné des 
sciences , des arts et des métiers , par une société de Geus de Lettres, 

4 



42 



XV. A Neufchatel, chez Samuel Faulche & Comp. 1765. Folio. pp. 
462—474). 
X, Spinosa. (Encyclopédie de Felice. V. 1775. pp. 209—227.) 
XI. Spinosisme ou philosopliie de Spinosa. (Encyclopédie méthodique. Philo- 
sophie ancienne et moderne. Par Ie cit. Naigeon. Tomé troisième. A Pa- 
ris, Chez H. Agasse. L'an deuiième de la république fran9aise une et 
indivisible. 4to. pp. 566—581). Ed. 1791, p. 133. 
XII. De AngéHs : Benoit de Spinosa. (Biographie universelle. Paris. L. 6. Mi- 
chaud. 1825. 8vo. XLIII. pp. 319—328. Met portret). 

XIII. Dr. W. T. Krug: Spinoza. (Allgemeines Handwörterbucli der philosophi- 
schen Wissenschaften, nebst ibrer Literator und Geschichte. Zweite Auf- 
lage. Leipzig: F. A. Brockhaus. 1833. 8vo. III. pp. 828—839). 

XIV. Spinoza. (Biographie nniverselle ancienne et moderne. Bruxelles. 1843 — 
47. 8vo. XVIII. p. 267). 

XV. Artaud (Inspecteur général) : Baruch, ou conmie il traduisit lui-même 
ce nom. Benedict Spinoza. (Encyclopédie des gens du monde. Paris , 
Treuttel et Würtz. 1844. 8vo. XXI pp. 445—448). 

XVI. Spinoza. (Nouvelle biographie générale . . . publiée par MM. Firmin Di- 
dot frères sous la direction de M. Ie Dr. Hoef er. Paris 1865. 8vo. XLIV 
pp. 336—346). 
XVII. Spinoza oder Spinosa. (Allgemeine deutsche Real-Encyklopadie fiir die ge- 
bildeten Stande. Conversations-Leiikon. Elfte . . . Auflage. Leipzig : F. A. 
Brockhaus. 1868. 8vo. XIII pp. 929—931). 
XVIII. Joh. Deckkerus : De tribus maximis hujus seculi Philosophis, Campanella, 
Hobbesio, & Spinosa. (De Scriptis Adespotis, Sect. XIV, pp. 322 — 334). 

XIX. Jacobus Bruckerus : Historia critica philosophiae. Lipsiae 1766. 4to. IV, 

2 pp. 682—706. 
XX. Geschichte der neuem Philosophie seit der Epoche der Wiederherstellung 
der Wissenschaften. Von Johann Gottlieb Buhle, öffentl. ordentl. Profes- 
sor der Logik und Mitgliede der Societat der Wissenschaften zu Göttin- 
gen. Dritter Band. Gtittingen , bey Johann Friedrich Köwer. 1802. 8vo. 
pp. 508—660. 

XXI. Geschichte der Philosophie von D. Wilhelm Gottlieb Tennemann, ordent - 
lichem Professor der Philosophie auf der Universitat zu Marburg . . . Zehnter 
Band. Leipzig, 1817. bei Johann Ambrosius Barth. 8vo. pp. 374 — 495. 
XXII. Handbuch der Geschichte der Philosophie zum Gebrauche seiner Vor- 
lesungen von Thadda Auselm Rixner, Professor der Philosophie am kö- 
nigl. bayer. Lyceum zu Amberg. Dritter Band. Zweite . . . Auflage. Sulz- 
bach, in der J. E. von Seidel'schen Buchhandlung , 1829. 8vo. pp. 56 — 82. 

XXIII. Umrisse zur Geschichte der Philosophie. Entworfen von Dr. Eduard 
Schmidt, auszerordentlichem Professor der Philosophie zu Rostock. Ber- 
lin, bei Ferdinand Dümmler. 1839. Svo. pp. 233—245. 

XXIV. Geschichte der Naturphilosophie von Baco von Verulam bis auf unsere 
Zeit. Von Dr. Julius Schaller, Leipzig, Wigand. 1841. Svo. pp. 326 — 343. 

XXV. Geschichte der Philosophie in gedrangter Uebersicht. Lehrbuch zum Ge- 
brauch bei akademischen Vorlesungen und zum Selbstunterricht. Von 
Ludwig Noack. Weimar, Verlag des Landes-Industrie-Comptoirs. 1843. 
Svo. pp. 236—245. 



43 



■ 

\ 



XXVI. 



XXVII. 



XXVIII. 



XXIX. 



XXX. 



XXXI. 



XXXII. 



XXXIII. 



XXXIV. 



XXXV. 



XXXVI. 



XXXVII. 
XXXVIII. 



History of the philosophy of mind : embracing the opinion of all wiiters 
on mental science from the earliest period to the present time. By Ro- 
bert Blakey, Esq. . . Volume II. London: Trelawney Wm. Saunders, 
6 Charing Cross. 8vo. pp. 855—384. 

Lehrbuch der Greschichte der Philosophie. Von Ernst Reinhold, Profes- 
sor der Philosophie zu Jena. Dritte verbesserte Auflage. Jena, Druck und 
Verlag von Friedrich Manke. 1849. 8vo. pp. 285—306. 
Geschichte der Philosophie von })r. Ileinrich Ritter. Elfter Theil. Ham- 
burg , bei Friedrich Perthes. 1852. 8vo. pp. 169—291. (Cf. Die christ- 
liche Philosophie nach ihrem Begriffe, ihren ausseren Verhaltnissen und 
in ihre Geschichte bis auf die neuesten Zeiten. Göttingen, Dieterich. 1859. 
8vo. II. pp. 260—274). 

Speculative Entwicklung der Haupsysteme der neueren Philosophie von 
Descartes bis Hegel. Von Dr. Joh. Nepomuck Paul Oischinger. Errando 
discimns. Erster Band. Schaffhausen, 1853. Verlag der Hurter'schen 
Buchhandlung. 8vo. pp. 134 — 206. 

Theokrisis. Ideen über Gott und Welt zur Versöhnung des Theismus und 
Pantheismus von Adolph Bühler. Berlin, G. Parthey. 1861. 8vo. (Der 
Phisiko-theologische Beweis. Die Einwürfe des Spinozismus. Kritik der- 
selben. pp. 112—138). 

Die Idee der absoluten Persönlichkeit , oder.- Gott und sein Verhaltnisz 
zur "Welt, insonderheit zur menschliehen Persönlichkeit. Von Dr. J. "W. 
Hanne. Hannover, Carl Rümpler. 1861. 8vo. (Die Gestaltung der neueren 
Philosophie als vpllendeter, akosmistischer Pantheismus beim Spinoza, 
II. pp. 30—52). 

Modem philosophy; a treatise of moral and metaphysical philosophy from 
the Fifteenth Century to the French Revolution, with a glimpse into 
the nineteenth century. By the rev. Frederick Denison Maurice, M. A. 
London: Griffin. 1862. 8vo. pp. 372—432. 

Geschichte der volkswirthschaftlichen Anschauungen der Niederlander und 
ihrer Litteratur zur Zeit der Republik. Von Etienne Laspeyres. Gekrönte 
Preisschrift. Leipzig, S. Hirzel. 1863. Gr. 8vo. Benedictus Spinoza. pp. 
21—24. 

Geschichte der Philosophie im XJmrisz. Ein Leitfaden zur Uebersicht. Von 
Dr. Albert Sch wegier. Fiinfte verbesserte Auflage. Stuttgart. Franckh'sche 
Verlagshandlnng. 1863. 8vo. pp. 118—124. 

Geschichte der Philosophie von Thales bis auf unsere Zeit. In allgemein 
fassHcher Darstellung von Dr. F. Michelis , Professor der Philosophie am 
Lyceum Hosianum in Braunsberg. Braunsberg, Verlag von Ed. Peter. 
1865. 8vo. pp. 276—281. 

F. Laurent : Spinoza (Etudes sur l'histoire de Thumanité. La philosophie 
du XVIIIe siècle. Paris , Librairie internationale. 1866. 8vo. pp. 239 — 254. 
Bevat een apologie van Spinoza tegen de kritiek van Victor Cousin, in 
het Journal des Savants. Op p. 253 wordt geciteerd : 
[Jean-Philibert] Damiron [geb. 10 Mei 1794] : Mémoire sur Spinosa et 
sa doctrine. 

Gmndriss der Geschichte der Philosophie von Thales bis Schopenhauer 
vom speculativ-monotheistischen Standpunkte. Von Dr. F. Schmid aus 



44 



Schwarzenberg, Professor der Universitat in Erlangen. Erlangen, Verlag 
von Andreas Deichert. 1867. 8vo. pp. 282— -287. 
XXXIX. Kritische Greschichte der Philosophie von ihren Anföngen bis zur Gegen- 
wart. Von Dr. E. Dühring, Docenten der Philosophie u. d. Staatswis- 
senschaften an der Berliner Universitat. Berlin 1869. Verlag von L. Hei- 
mann. 8vo. pp. 273 — 313. 
XL. Lehrbuch der Greschichte der Philosophie. Von Dr. Albert Stöckl, ord. 
Professor der Philosophie an der Akademie Munster. Mainz, F. Kirch- 
heim. 1870. 8vo. Baruch de Spinoza. pp. 610 — 623. 
XLI. Catalogne raisonné de la précieuse coUection de manuscrits et d'auto- 
graphes de MM. D. C. van Voorst, père, et J. J. van Voorst, fils, 
Pasteurs Evangéliques è Amsterdam. Amsterdam, Frederik Muller. 1859. 
8vo. Cf. n° 1714, 1715, 1716, 1933 (Reeds uitgegeven brieven van 
Spinoza). 
XLII. Catalogue de la coUection importante de livres et de manuscrits h^reux , 
espagnols et portugais et d'une coUection de planches ayant rapport aux 
Juifs ; provenants de la bibUothèque de feu Mr. Isaac da Costa k Am- 
sterdam. Amsterdam, Frederik MuUer. 1861. 8vo. Cf. n° 2798, 2799, 
^ 2800, 2801, 2802, 2803, 2804, 2805, 2806 (Portretten van Spinoza). 



III. 

SPINOZISTISCHE BEWEGINGEN IN NEDERLAND. 

1. Adrlaan Koerbagh. 

149. Een | Ligt | Schijnende in | Duyftere Plaatfen, | Om te 
verligten de voornaam- | fle saaken der Qods-geleert- | heyd en 
Qods-dienfl, [ Ontfleeken door ( Vreederijk Waarmond, onderfoe- 
ker I der Waarheid. | Anders | Mr. Adr. Koerbagh, Eegts-gel. ( en 
Genees-Mr. [^] t' Amsterdam, Gedrukt voor den Schrijver. | Int 
Jaar, 1668. | 8vo. 8 bU. + 176 gedrukte pp. Tot 392 HS. 

//De voomaemste eygenschappen van (God of) Wesen zijn uyt-gebreydentheyd 
en denking. Soo nu uyt-gebreydentheid en denking van eeuwigheyd geweest zijn, 
gelijk sy geweest zijn : van waar komt men dan te seggen : een maaking geschied 
te zijn uyt niet ? . . . Want in niet en *konde geen uyt-gebreydenheyd zijn , in 
niet en koude geen denking sijn , in niet en konde geen begrijping of verstaa- 
ning zijn, in niet en konde geen wijsbeyd zyn, in niet en konde geen waarheyd 
zijn. Segt gy, beeft dan Wesen niet eerder geweest, als de waereld? ik sal seg- 
gen, als gy Wesen segt, so segt gy Wesen aller w\jsen van bestaan, als gy 
Wesen segt, soo segt gy alles in allen". Cf. pp. 7, 8, 



45 

150. Light I Schynende in Duyftere | Plaatsen | Tot | De Dagh 
aan-ligte, | en de Morgen-ster | opgaa in uwe Herten. | Tweede 
Deel. I Door C. P. Editor. [^ Tot Keulen, | Op de Hoog-ftraat, 
by Jan Vervoort, 3 711. | 8vo. 6 bil. + 284 pp. 

3. Abr. Joh. CafTeler. 

lölö^. Specimen | artis ratiocinandi | naturalis & artificia- 
lis I ad I pantosophise principia | manuducens. | Quod volunt | fa- 
ta I non tollunt | vota. | Ovid | Felices animse ! quibus hsec 

cognofcere cura | Inque domos Superas fcandere prima fuit. | Ham- 
burg! , I Apud Henricum Künraht , ] cIo To c LXXXIV. | 8vo. 
9 bil. + 258 pp. + 1 bl. 

1515. Principiorum | pantosophise | parssecunda. | Exhibens | Vi- 
as quas corpus motum de- | fcribit, & inde ortas proprietates , | nuUa 
habita ratione vicinorum | corporum, | aut medii per | quod trans- 
fertur cor- | pus motum. | Hamburgi , | Apud Henricum Kün- 
raht. I cIo loc Lxxxiv. I 8vo. 4 bil. -f- (230) pp. 

151e. Principiorum | pantosopliise | pars tertia. | Exhibens | Ef- 
fectus quos corpora mota | in fe invicem producunt. | Et primo | De 
depreffione corporum verfus | terrse centrum. | Hamburgi | Apud 
Henricum Künraht. | cIo loc Lxxxiv. | 8vo. 6 bil. + 140 pp. + 
13 Tabulse. 

Met portret van den auteur : Abrahamus Joannes Cuffeler , I. V. D. Volgends 
Placcius (Theatrum anonymorum p. 324) werd het boek in Utrecht gedrukt. In 
het eerste deel spreekt de auteur p. 103 over Spinoza, pp. 119 — 127, 222 — 230 
tegen Blyenberg, pp. 231 — 256 tegen Adriaan Verwers Momaensicht. Ritter 
noemt Cuffeler terecht (Geschichte der Philosophie XI p. 287) "den einzigen , 
welcher in die Ansfiihrung der Lehre Spinoza's genauer einzugehen strebte". 
Cf. Baumgartens Nachrichten , I pp. 141 — 148. 

3. Hendrik Weyermars. 

152. Den ( ingebeelde chaos, | en | gewaande werels-wor- 
ding j der | Oude , en hedendaagze Wysgeeren , | veridelt en weer- 
legt, I byzonder de geuoelens hier omtrent, | van | T. Lucretius 
Carus I en | Dirk Santvoort. | Betoonende datze de beginzelen der 
Werelt , | dat is , wording van Zon , Maan , | Aardkloot , enz. volgens 



46 



hun eygen | gronden , niet wel afgeleyd en | betoogt hebben. | Met 
een verstandige verklaring wegens Gods | Inblyvende en overgaande 
werking. | Door Hendrik Wyermars. | t^ Amsterdam, | by Wybrant 
Alexanders, Boekverkooper | in de Lange-brug-steeg aan ^t Rockin, 
1710. I 8vo. 14 bil. + (188) pp. 

"Wir würden aus diesem Buche . . . einen weitlaufigeren Auszug mittheilen , 
wenn niclit dergleichen schon von Herm D. Christoph. Aug. Heumann in den 
Actis philosoph. St. 7 Theil II S. 120 — 144 geachelien ware." ... '/Von an- 
lichen Irtümern [wie Z. B. die Lelire der Ewigkeit der Welt] die im Grande 
mit den Meinnngen des Spinoza einerley sind , ob er gleich denselben , wie auch 
den Leenhof und Deurliof haufig widerleget , sind die — Abschnitte angefiillet." . . . 
"In Herrn Lilientbals theol. Biblioth. wird S. 268, 269, einige Nachricht von 
diesem Buche gegeben." Baumgarteiis Nacbrichten, Fünfter Band (Halle 1750), 
pp. 388—393. 

4. Pontiaan van Hattem. 

153. P. van Hattems Apologie. 1685. 

154. Sentimens Chretiens touchant quelques Queflions de Contro- 
verfes, entre les Catholiques & les Proteflants. 

Cf. Bayle: Nouvelles de la Républiques des Lettres. May 1686 p. 595. 

155. P. van Hattem: Brief aan zeker Heer. Te Middelburg by 
Aaron van PouUe. 

156. Petrus | verlost | Uyt de magt van üjn | misbruikers, | ofte 
een | Schriftmatige verklaringe , en Gee- | ftelijke toepaffinge van | 2 
Petri Gap: 1. v: 3 — 11. | Nevens | Een Onderzoek over de 86. 
Vrage van ( den Heydelbergfen Gatechifmus; waarin de | zelve van 
diergelyke misbruik als het ] voorgaande ontheven wort; | door | Pon- 
tiaan van Hattem , | Voor defen Predikant op Philips-Land. | Uyt- 
gegeven tot een Vertoog van de regtfmnigheid des | Autheurs. | Den 
tweedeu Druk. [^] In ^s Qravenhage, by Engelbregt Bouc- 
quet, I Boekverkoper in de HaKtraat in de Waarheyt, 1700. | 8vo. 
6 bil. + (172) pp. 

De eerste druk is van 1696. 

157. Brief van J. van der Waeyen aan Pontiaan van Hattem. 1696. 

158. P. van Hattems Leffen, in ^tNoodig bericht van het E. 
Glaffis. Te Rotterdam by E. Doesburg. 1698. 



47 

159. Noodig Onderzoek omtrent de Religie van een Eenvoudig 
Man. Te ^s Gravenhage , by E. Bouquet. 1700. 8vo. 

Herdrukt in den Val van 's Werelts Af-god I pp. 599 — 655. 

160. De bedekte | spinosist | ontdekt, | In de Perfoon van | Pon- 
tiaan van Hattem. | Of | Betoog , dat Van Hattem , | terwijl hy 
fgijnt de hervormde Leere te be- | lijden en Leeraaren, niet anders 
beooge, | dan de Spinosisteri op den troon te | fetten, en de God- 
likke waarheden te ont- | fielen , uit fijne LefTen en overige Sgrif- 
ten, I tot waarfgouwing van een iegelik en over- | tuiging van de 
fijne, opgemaakt | Door | Willem Spandaw, | Opfiender der Ge- 
meente tot Oudelande. [^] Tot Goes, | By Leendert Backer, 
Boek-verkooper , in de | groote Kerk-ftraat. Anno 1700. | 8vo. 

161. Funus philosophico | theologicum. | dat is | filozoof- 
sche I godsgeleerde | uitvaart. | over de | leere des geloofs , | en | ge- 
heimen van d'hervormde na- | tuurkunde. | Op het toneel der on- 
bekende dwalingen dezer | eeuwe vertoont. | En uyt het grondbe- 
ginzel van den redelij- | ken Godsdienft herroepen en gefteuit | in 
het Teftament of | zeeuwsche nagedachten | van | JohanEuyter | Me- 
dio, en Philof. Doctor. | Tot Groningen, | Gedrukt voor den Auteur, 
en zijn te bekomen | By Johannes van Velsen, 1708. | 8vo. 48 
bil. -f (476) pp. 

Regel 1, 2, 4, 8, 17, 19 en 23 rood. Behelst o. a. pp. 1—33: Eerste brief, 
in welk het Mom-gezigt van B. D. Spinoza uyt zijn herssenbeeldige hetoginge 
ter ontdekkinge van zijn doelwit word opgemaakt. — Tweede brief (pp. 34 — 149), 
bevattende de gronden van SpinozS,s ongodisterye en staatsverbeeldinge , als mede 
derzelver oorsprong uyt aloude schriften in eenige bedenkingen ontdekt. — Derde 
brief (pp. 150 — 258), aan den Heer Pontiaan van Hattem te Bergen op Zoom. 
Over het regte grondgevoelen van zijn berugte stellingen. 

162. Predikatie van den Zaligmaker op den Berg, ofte Verhan- 
deling over Matth. 5, 6, 7. 1712. 

163. Tweeledige Apoftolifche Waerlchouwing ... Of onderzoek 
en verhandeling van Col. 2 : 13—23. 1712. 

.164. Drieledig Vertoog van de geeftelijke zegeningen Gods over 
de Kerke des N. T. of Verhandeling van Eph. 1 : 3—14. 1712. 

165. De Gereformeerde Belijdenis ontheven van haar hedendaags 
misbruik, aangetoont uit den rechten zin van de Katechismus. 1713. 



48 

166. Handgelei tot een Chriflelijke Plichtbetrachting ... 1713. 

167. Tzamenfpraak tulTchen een Hollander en Zeelander, aan- 
gaande den eenigen waarachtigen God, en Jefus Chriftns. 1713. 

168. Korte onderwijzinge , te zamen geftelt met vragen en ant- 
woorden &c. 1713. 

169. Verklaringe der X geboden Gods. 1713. 

Volgends een aanteekening van Car. Tuinman zijn deze werkjes gedrukt 
'/f Amsterdam , voor den uitgever. " De oorzaak hunner zeldzaamheid ligt o. a. 
in het volgende vonnis door den magistraat van Middelburg : 

'/De Heer Mr. Casper Adriaan Parduin, Baljuw dezer Stadt, ratione officii, 
dede zeggen, dat eenige tydt achter den anderen, zonderlinge in de voorledene 
jaaren 1712, 1713 en dezen jaare 1714, binnen deze Stadt, onder de goede Ge- 
meente zijn gedissemineert en verspreid geworden, veele en verscheide schanda- 
leuze , ergerlijke , verleidende , ende zielverderfelijke boelqens . . . met naamen 
,1 . Tweeledige Apostolische W^aarschouwing enz. 2. Predikatien . . . over Matthei 

5, 6 en 7 enz. 3. De Gereformeerde Belijdenis ontheven enz. 4. Brief van Theo- 
philus, dienende tot andwoord aan den Heer N. N. enz. 5. Brief aan den Heer 
N. N. bestaende in eenige aenmerkingen op het Extract van de Classen enz. 

6. Tzamenspraak tusschen een Hollander en een Zeelander &c. 7. Korte onder- 
wijzinge enz. Uit meer andere, als daar zijn, die genoemt over de Ephesen, de 
W^et , het Handgelei , alle vol van de verfoeyelijke ende godslasterlijke gevoelens 
der Libertijnen, hedendaagsche Spinosisten, Hattemisten, en Vrij geesten. Ende 
alzoo den Heer Bailjuw vermeint, dat Gods eere ende eene goede Justitie vorde- 
ren , dat *er ook het gemeene best dezer Stede aan gelegen is , dat , de autheurs 
en uitgevers van zodanige Boekjes niet in handen zijnde, ten minsten aan der 
zelver geschriften, exempelen werden gestatueert, ende dat die ten aanzien van 
den volke werden geweert ende te niet gedaen; zo concludeert hy Heer Baljuw, 
dat de voormelde Boekjens achtervolgens eene daar toe te strekken sententie van 
dezen Ed. Achtb. Gerechte, op een schavot, voor dezen Stadhuize, ter plaatse 
daar men gewoon is crimineele Justitie te oetfenen , door handen van den Scherp - 
rechter zullen worden verscheurd , en met vuur verbrand. 

Burgemeesters en Schepenen , gezien en geëxamineert hebbende den boven - 
staanden criminelen eisch en conclusie, en gelet hebbende waar op te letten 
stonde , doende recht , condemneeren de schandaleuze en godslasterlijke Boelg'ens 
by den zelven eisch gemeld, aanstonds voor den Stadhuize dezer Stede, op een 
schavot, door den Scherprechter te worden gescheurd en verbrand. Gepronon- 
tieert en geëxecuteert den 29. Maart 1714." 

170. Carolus Tuinman: Johan Kalvijns Onderrichtinge tegen de 
Vrijgeeften , met de Overeenftemming van die Vrijgeeften met de 
hedendaagfche. Middelburg. 1712. 8vo. 

171. Den val van | ^s Werelts Af-god, | ofte, het | Geloove der 






49 

Heyligen, | Zege-pralende over de Leere van | eygen geregtig- 
heyt. I Klaer vertoont in de nagelatene Schriften | van | Pontiaen 
van Hattem. | Vervattende | Syne Verklaringen over de vyf For- 
mulieren , benevens eenige voor- | naeme Texten uyt de H: Schrift , 
en andere bysondere flof- | fen : verflreckende alles tot volkomen ver- 
troofting, | en dus tot Saligheyt van ^s Menfchen Siel. | Uytgegeven 
door I Mr. Jacob Eoggeveen. [^] Gedrukt voor den Uytgever, 
en fyn mede te bekomen | in 's Gravenhage , | By Engelbregt Bouc- 
quet, Boekverkoper in de | Halftraet, indeWaerheyt. | MÜCCXVIII. 
4to. 4 bil. -f (656) pp- 

Regel 2, 4, 9, 16, 18 en 21 rood. Een tweede en derde deel verscheen in 
1719, '/Verkrijgbaar te Amsterdam by Jacobus Verheyde, Boekverkooper in de 
Holsteeg"; het vierde en laatste in 1727, zonder aanwijzing van plaats. Cf. 
Mededeeling van eenige nog onbekende bijzonderheden aangaande Mr. Jacob 
Roggeveen, inzonderheid met betrekking tot zijne godsdienstige denkwijze. Eene 
bijdrage tot de geschiedenis van het godsdienstig seperatisme in Nederland. Door 
J. Borsius, Theol. Doet. en Predikant te Middelburg. (Nederlandsch Archief 
voor Kerkelijke Geschiedenis. Door N. C. Kist en H. J. Rooyaards. Te Leiden 
bij S. en J. Luchtmans. 1841. 8vo. pp. 269—362). 

172. Korte | afschetzing | der | ysselykheden , | Welke van 
de I spinosistische vrygeesten | uitdrukkelyk worden geleert, of die 
in ( hunne gronden middagklaar opgewon- | den zyn, en daar uit 
door een nood- | zaakelyk gevolg vloeyen. | Hier zyn byge voegt | Ver- 
klaarde Uittrekzels uit eenige verzamelde | Schriften van P. van 
Hattem , met een gods- | lafterlyken titel van Val van ^s Werelds 
Afgod, enz. j onlangs uitgegeven door Jakob Eogge- | veen, waar 
uit de fnoodheid van dat [ gruwelboek zonneklaar blykt. | Door | Ca- 
rolus Tuinman , | Predikant te Middelburg. [^] Te Rotterdam, | By 
Reinier van Doesburg, | Boekverkooper. 1719. | 8vo. (94) pp. 

173. Val tegen val | ofte | val van den afgodt, | In den val van 
^sWerelts Afgod opgerigt | behelzende de | grondbeginselen | ende 
de gehele | denkbeeldige godgeleerdheyt | van | Pontiaan van Hat- 
tem , I Ter overtuiginge der Eenvoudige , als mede ter waarfchou- 
winge I ende Befchaamtmakinge zyner Aanhangeren; in eenige | za- 
menfpraken afgemaalt. | Door | Bernard Sebastiaan Cremer, B. 
S. I Doctor en ProfelTor der Godgeleertheyt en der H. Outheden 



50 



te ( Harderwyk. [^] Te Amsterdam , | By Hendrik Vieroot, | Boek- 
verkoper, 1734. I 4to. 24 bU. + (578) pp. + 14 bil. 

Regel 1, 6, 8, 10, 15 en 19 rood. 



174. Antwoort | Aan den Heer | Jacob Ferdinand | van Da ver- 
velt, I Predicant tet Utrecht, | wegens zyn E. lafterfchrift , ge- 
naamt : | De Adder onder het Gras te voorfchyn | gebragt , &c. | door 
Innocentius Devotus. j Gedrukt voor den Autheur , 1733. 8vo. 56 pp. 

Vermeldt een " Verantwoording van Hendrik Woutelaars " , beschuldigd van 
Hattemisme. 

175. De I eenvoudige en oprechte | waarheyd. | Ontdekt | in 
een | -samenspraak | Tuffchen een Eoomfchgezinde , een | Gerefor- 
meerde, en een Open- | hartige Vrygeest. | Waar in op eene zeer 
korte, en bondige wyze de grou- | welgronden der Vrygeeften, benevens 
der zelver ( fchadelyke , en ziel verdervende gevolgen ; voorna- | ment- 
lyk , I zoo als die uyt de Godverlochenende leerftuk- | ken van Spi- 
nofa, en van Hattem, voortvloeyen, | ten klaarflen ontdekt wor- 
den. I Door I J. F. van Daverveldt, | Mede Bedienaar des H. Evan- 
geliums | T^Utrecht. | De twede druk | Vermeerdert met een Voor- 
berigt, waar in de on- | gegronde befwaarniffen van Pieter Smit, 
in I zyn Requefl aan de Ed. Groot Agtb. Heeren Bor- | gemeefteren 
en Vroetfchap der Stad Utrecht, en in | zyne twee Memorien aan 
de Eerw. Kerkenraadt ) aldaar, naaktelyk ten toon geftelt wor- 
den. I rUtrecht, | By Mattheus Visch, 1733. | 8vo. 50 -f 84 pp. 

De eerste druk was verschenen onder den naam Sincerus en bestreden in een 

176. Antwoort aan den Heer M. Sincerus, over het boekje ge- 
intituleert : De eenvoudige en opregte waarheyd &c. 1733. Svo. 24 pp. 

Ds. Haverveld nam deze repliek volledig op in zijn dupliek : 

177. De I adder | van onder het gras te | voorschyn gebragt, | of 
de I hattemistische spinosist | Nader ontdekt, in eenige vooraf- 
gaande I Aanmerkingen op het Antwoordt | van eenen Gemasker- 
den I Innocentius Devotus | Aan den zoogenaamden M. Since- 
rus, I door I lacob Ferdin. van Davervelt, | Mede-bedienaar des 
Heyligen Evangeliums [ Te Utrecht. | Te Utrecht gedrukt | By Pieter 
Muntendam. | MDCCXXXIII. Svo. (72) pp. 



51 

5. Gosnïnns Bnitendyk. 

178. Apologie van Gosuinus van Buitendijk. 

179. Balduinus Hunnius : Kerkelijke regtspleging, hoe te hou- 
den, opdat de waarheid des Evangeliums bij de Gemeinte ver- 
blijve ; vertoond in de Handelingen van den Middelburgschen Coe- 
tus van den jare 1711 en in tegenftelling van de misleidende 
Apologie van den Heer Gosuinus van Buitendijk. 8vo. 

180. Brief van Theophilus, Dienende tot andwoord aan den 
Heer N. N. Waar in vertoont word deszelfs oordeel over de acht 
pofitiven der Zeeuwfche Claffen, welke geftelt worden op rekening 
van P. van Hattem en G. van Buitendyk. 1713. 

6. Alarlnns Adriaansz Booms. 

181. Miffive, dienende tot andwoord aan den Heer N. N. op 
zijn Weledelheids drieledig verzoek , nopende de Requeften der vier 
Claffes van Zeeland: geprefenteerd aan haar Ed.Mog. de Heeren 
Staaten van den Lande en Graaflijkheid van Zeeland. Gefchreven 
door M. Booms. 1713. 

182. Carolus Tuinman : De liegende en bedriegende Vrygeeft. 

183. Brief (daartegen) van Conftantius Prudens en Tuinmans 
Andwoord. 

184. Apologie of Verandwoording : zijnde een waarachtig Ver- 
haal van de proceduren der Confiflorie van Middelburg, met alle 
de ftukken, zo Befchuldigingen als Andwoorden, daar toe behoo- 
rende, door Marinus Booms. 1714. 

185. Deheillooze | gruwelleere | der | vrygeesten; | In haar grond 
en tzamenfchakeling , \ uit derzelver fchriften aangewezen , | ontmas- 
kert , en wederlegt. I Tot een Vervolg op J.Kalvijns vertaalde | Onder- 
richting tegen de Vrygeeften zynes tijds, en | de Overeenftemming 
met de hedendaagfche. | Hier by is | Een Wederandwoord op den 
laflerbrief | van den vermomden Theophilus, enz. | En noch | De 
uitfpraak des E.Kerkenraads van Mid- | delburg, over M. Booms, 



52 

Een Plakkaat van hun | Ed. Mog. de Heeren Staaten van Zeeland, 
be- I treffende de Vrygeeften, en derzelver boe- | ken. Het vonnis 
door deEd.Achtb. Ma- | giftraat van Middelburg over verfcheide | zul- 
ker boeken gevelt, en uitgevoert. | Door | Carolus Tuinman , | Predi- 
kant tot Middelburg. I Te Middelburg, | By Johannes op Somer, Boek- 
verkooper in | de oude Kerk-ftraat. | 1714. | 8vo. 8 bU. -f (240) pp. 

186. Missive | Aan den Heer | I: M: H: V: H. | Behelfende 
eenige aenmerkingen over het boek ge- | naemt, de Liegende en 
Bedriegende Vrygeeft, | door Carolus Tuinman Predicant | tot Mid- 
delburg. I Waar by gevoegt is de nieuwe Leere , of Catechismus | van 
de Con(iflK)rie van Middelburg, beftaande in | Theses en Anti- 
theses, I Neffens eenige aenmerkingen over de felve : | Door | Pius 
FideHs. | 1715. | 8vo. 

187. Sibboleth | of | Leugen en Bedrog, | van den vermomden 
Vrygeeft | Marinus Booms; | Betoogt in een omfl^ndig Verhaal 
der I gantfche Kerkelijke handeling met den zelven ; | Wederlegging 
van zijn zo genaamde Apolo- | gie, of Verandwoording; en Ont- 
maskering van I zijn geblankette Geloofsbelydenis. | Benevens andere 
zaaken , die het Vry- | geeftendom betreffen ; tot een volkomen | be- 
richt wegens die bende. | Ook de Stellingen en Tegenftellingen | aan 
verdachte voor te houden. | Uit lafl en naam des E. Kerkenraads van 
Middelburg. | Door | Carolus Tuinman , | Predikant aldaar. | Matth. 
7: 17. I Een quaade Boom brengt voort quaade Vruchten. | Openb. 
2 : 2. I Gy hebt beproeft de geene die uitgeven dat ze Apoftelen | zijn, 
ende en zijn het niet : ende hebt ze | Leugenaars bevonden. | Te 
Middelburg, | By Johannes op Somer, Boekverkooper in | de oude 
Kerk-ftraat. 1715. | 8vo. 8 bU. + (542) pp. -f 1 bl. 

188. Het helfche | gruwelgeheim | der heillooze | vrygeef- 
ten, I Open gelegt door den vermomden | Pius Fidelis, | Met het 
fchuimen van zyn eigen fchan- | de, in de Missive aan den Heer 
I. M. H. V. H. I tegens het Boek de Liegende en Bedriegende | Vry- 
geeftt , en de Thefes en Antithefes des | E. Kerkenraads van Mid- 
delburg. I Benevens | Een Andwoord en Aanmerkingen over | de- 
zelve, met betoog dat het alles vernieuwde I David-Joristery is. | Noch 
een Nareden, waar in ook het Leven en Bedryf van dien verlei- 



/., 



53 

der I befchreven word. | Mitsgaders | De Staatkunde der Vrygeeften , 
omtrent | de Eeligie en Kerkelyken, | met korte Aante- | keningen. 
En een woordenlyft van | de nieuwe Boeventaal. | Door | Carolus 
Tuinman , | Predikant tot Middelburg. | Te Middelburg , | Gedrukt 
by Willeboord Eling, | Boek-drukker op den Dam. 1717. 8vo. 
8 bU. + (332) pp. 

Cf. Rymlust: behelzende I. Het ongerymde pausdom, met eene rommelzoode 
van paapenheiligdom. II. Uitspannings uitspanning. En III. Rymproeve. Alles 
tot betoog van de rymrykheid der Nederduitsche taal. Noch een Byvoegzel van 
gedichten. Door Carolus Tuinman. Te Middelburg. Gedrukt, by Michiel Schry- 
ver, Boekverkooper aan de Beurs, in Cicero, MDCCXXIX. 4to. Het Byvoegzel 
behelst de volgende //Byschriften" : VIII. Benedictus de Spinosa. IX. Pontiaan 
van Hattem. X. Op zyne Schriften. XI. Op zyn afgrysselyk Gruwel-boek, ge- 
naamt de val van *s werelds Afgod. XII. Op zyne Gruwelleere. XIII. Op zyne 
Boeventaal. XIV. Op zyn Oogmerk. XV. Op de Vrucht. XVI. Jacob Bril. 
XVII. Frederik Leenhof. XVIII. Marinus Booms. XIX. Gosuinus van Buiten- 
dyk. XX. N. N. XXI. N. N. [Mr. Jakob Roggeveen.] XXII. N. N. Leeraaresse 
der Hattemisten, in de wandeling genaamt Domine Dina [Dina Jans, later Dina 
Dane]. XXIII. N. N. Eene andere van die soorte. XXIV. XXV. N. N. XXVI. 
N. N. [A. Geulincx.] XXVII. Jakob Verschoor. XXVIII. Griel van Dyk. 
XXIX. XXX. [Balthasar Bekker.] Eindelijk volgen er noch vier Grafschriften op 
Spinoza, Van Hattem, Leenhof en Booms. 

9. Jacob Bril. 

189. De I Werken, | Van den | hoog- verlichten | Jacob 
Bril, I Klaar en grondig aanwijfende het | Pit en Merg | Van de 
Ware | Wesentlijke en Dadelijke | God-geleerdheyd , | Seer Nut en 
Dienftig voor alle | gesindheden. | Waar by gevoegt is des Autheurs 
Leven. [^] Te Amsterdam , | By Baren t Visser , Boekverkooper | in 
de Dirk van Affens-fteeg. 1705. | 4to. 22 bil. + 872 pp. + ^ bU. 

8. Willem Dearhof. 

Van 1684 — 1702 heeft Willem Deurhof achtereenvolgends uitgegeven, te Am- 
sterdam hy Jan ten Hoorn, in 8vo, met het doel «om een vol-leedige zaamen- 
stellinge van de Wijs-hegeerte en Godgeleerdheid, voor zo veel zy elkander op- 
helderen , op te maaken ": I. Beginzelen van Waarheid en Deuchd. 1684. II. Voor- 
Leeringen van de Heilige God- geleerdheid. 1686. III. Grondvesten van de Chris- 
telijke Gods-dienst. 1690. IV. Bespiegeling van de Heilige God-geleerdheid. 1697- 
V. Toegang tot de hoogste Weetenschap. 1699. VI. Volmaaktheid van de leere 
des geloofs. 1702. Later werden deze werken vereenigd onder den titel: Over- 
natuurlyk en schriftuurlyk samenstel der Heilige Godgeleerdheid, afgeleid uit het 
Kennelijke Grods, uit de toezendlijke Genadegifte, en uit de Heilige Schrift. 
Utrecht, 1715. 4to. Twee deelen. In n° II ti*acht Deurhof de mogelijkheid 



54 



en waarheid der openbaring en verlossing te bewijzen , en de meeningen te weer- 
leggen «van Spinoza, de Wonder-spreukigen uitlegger, de Roomschen, Hobbes, 
Socinus, en anderen." Evenwel werd bij wegens dit en zijn eerste geschrift aan- 
gevallen en o. a, ook beschuldigd van Spinozisme. Hij verdedigde zich daartegen in : 

190. Overtuigende kracht | der | waarheid, | of | Verantwoor- 
ding voor de Beginzelen | Van | Waarheid en Deuchd , | En | Voor- 
leeringen van de Heilige | Godgeleerdheid. | Waar in die twee ver- 
handelingen teegens de | lafleringen van J. Duikerus verdeedigd , | en 
van de aangewreeven fmette | gezuiverd worden. | Door Willem 
Deurhoff. [^] t' Amsterdam, | By Jan ten Hoorn, Boekverkoo- 
per I over het Oude Heeren Logement, 1688. | 8vo. 16 bil. + 
(360) pp. + 8 bil. -f 176 pp. 

Deurhof verklaart zich uitdrukkelijk tegen Spinoza. Zelfe beklaagt hij zich in 
de hier beschreven apologie, dat zeker ongenoemd twistschrift het er op toelegde 
hem //verdacht te maaken, dat zijn gedachten met die van Spinoza (het ver- 
foeyelijkste dat men bedenken kan, om een eerlijk man ten doel der gemeene 
haat te stellen) overeenkomen". Zoo ook in zijn //Verdeediginge teegen Jacobus 
Koelmans Vervolg van het Vergift van de Carteziaansche Philoso^e", versche- 
nen als aanhangsel op de //Verhandelinge van des Menschen Verlossinge. t' Am- 
sterdam, By Jan ten Hoorn, 1694. 8vo. p. 19: »te zeggen, dat de liefde tot 
de menschen in God tot de reeden zyner weezendheid behoord, het welke te 
stellen de schepzelen zo nootzaaklijk maakt als God zelf nootzaakelijk is : daar 
van is de valscheid in myn andere werken, daar ik den God verzaaker Spinoza 
weederlegge, beweezen". In zijn boek: Voklaagen afhankelykheid aller schepze- 
len van de eeuwige oorzaak : Beweerd tegen de uitvluchten van de Hoog- geleerde 
Heeren Paulus Buchius, Genees -Heer, en Salomon van Til, Leeraar in de Kerk 
en Doorluchtige Schoole van Dordrecht, t' Amsterdam , By Jan ten Hoorn , 1 702. 
8vo. pp. 33 — 35: '/Spinoza steld een gewyzigde zelfstandigheid, en ontkend een 
God die vormelyk van de schepzelen verschild; want dewyle hy de schepzelen 
voor wyzen van de zelfstandigheid houd, en de wyzen niet anders dan de zelf- 
standigheid zelf, dus of zoo gewijzigd, zyn, zo blykt dat hy alles in de bevat- 
ting van de gewyzigde zelfstandigheid insluit, en alle veroorzaaking en vorme- 
lyke onderscheiding tusschen God en schepzel weg neemd. ... Ik belyde vry uit , 
dat ik in geene deezer gedachten rusten kan. Die van Spinoza zyn ten uiterste 
valsch en Godloos". Zijn verzet baatte hem echter weinig. De beschuldiging 
werd herhaald in de 

191. Grondige | weederlegging | Van de | zielverderffelyke gron- 
den I Van I Willem Duerhof , | Op welke hy fijn leugen-leerlel tot 
fchade van | veele eenvoudige Zielen getragt heeft op te timme- 
ren. I Door Tako Hajo van den Honert. [^] Tot Deventer, | By 
Arnoldus Cartenius. | Anno 1707. | 8vo. 2 bil. + 222 pp. 

Afzonderlijke uitgaaf van de polemiek tegen Deurhof in den tweeden druk der 
Warachtige wegen die God met den Sondaar houdt. 1706. 4to. 



55 

192. Brief | Aan een | Vriend, | Over de fmtwifting van den 
Geleerden | Heere Tako Hajo van den | Honert , Predikant te Am- 
fter- I dam. [ Teegen den Godgeleerden | Wysgeer | Willem Deur- 
hofif. I 8vo. (60) pp. Gedateerd: Uytregt den 28. Dec. 1706. 

193. Brief | aan een | vriend , \ Over den | Brief aan een 
Vriend, | Over de Sintwiftinge van den Ge- | leerden Heere Taco 
Hajo I van den Honert, Pre- | dikant tot Amfterdam, Tegen 
den I Godgeleerden Wysgeer Willem | Deurhof. [^ Ut palma 
virescit] Te Amsteldam, | By Gerardus Borstius aan | den Dam 
1707. I Svo. 1 6 pp. Gefchreeven buyten Groningen , in Febr uary 1707. 

194. Noodzakelykheid | En | onverschillendheid | Der | werkinge 
Gods , I Door verfcheidene Scliry vers onderzocht. | Met een Byvoeg- 
sel I Tot I oplossing | Van Teegen werpen en Uitvluchten , | Die Tako 
Hayo van den Honert, | Predikant tot Amflerdam, | Teegen ge- 
wichtige Waarheden, en Voorftdlen | van Befpiegeling , heeft in- 
gebracht. I Door Willem Deurhoff. [^] Te Amsterdam , | By Jan 
ten Hoorn, Boekverkoper | over ^tOudeHeere-Logement. 1707. | Svo. 
8 bil. + 1—224 pp. + 10 bU. +pp. 225—442 + 1 bl. 

Kegel 1,3, 5, 9, 11, 15, 16 rood. 

T. H. van den Honert had (p. 152) geschreven: '/ Daerhof is daarin seer te 
prysen, dat hy God onderscheidt van de Waereld; dat hy God aanmerkt als eene 
volstrekte Oorsaak, en de Waereld als een volstrekt Gewrogte; God als volstrekt 
onaf hanglik , en de Waereld als volstrekt afhanglik : en dus verschilt hy in deesen 
verre genoeg van Spinosa, die geenen anderen God kent als de Waereld selve. 
Maar ik houde my evenwel versekert — dat hy nooyt tot die gedagten (van die 
algemeene Denking, van die geordende beweeging en geordende Denking; en dat 
menslike Sielen niet anders dan besondere Wysen oft Wysigingen van die eene 
algemeene Denking sijn) sonde gekoomen sijn : hadde hy Spinosa niet geleesen , 
en hadde hy sig van Spinosaas gronden en bewoordingen niet al te seer bedient." 
Deurhof bleef echter overtuigd (p. 365) «dat 'er onder de menschen geen gevoe- 
len bekend is, dat lynrechter met dat van Spinoza strijd, dan zijn gevoelen." 
En elders: "alles wat ik geschreeven hebbe, is enkel teegengift teegen de On- 
godisterye van Spinoza." Verder: "Ik weet wel, dat ik Spinoza een Godverzaaker 
noem, en dat zulks de Spinosisten mishaagd." Daarom schreef ik aan een duit- 
schen geleerde over Deurhof; Als Dilettant- Philosoph war Deurhoflf ein unklarer 
Cartesianer und als theologisirender Laie ein jedenfalls orthodox sein wollender 
Phantast. Eingehenderes Studium seiner ermüdenden Schriften zwingt mich die 
flüchtige Skizze in meiner Dissertation (pp. 142 — 144) als irrthümlich zurück zu 
nehmen : Deurhoff war nur sehr oberflachlich von wenigen spinozistischen Abstrac- 
tionen berührt. Mit van Halma, Coler, Goeree und Nieuwentijt muss ich ihn 



56 



vielmehr als einen Bekampfer Spinoza's betrachten. Die nachste exegetische Ar- 
beit DeurbofTs war mir damals völlig unbekaimt, wahrend sie S. 45 — 56 eine 
fönnliche Wiederlegung enthalt '/van Spinoza's gedrogtelyk gevoelen van God 



»» 



195. Geloove, | hoope, en liefde | der | christenen, | Vertoond 
in den | tweeden brief | van den Heiligen Apoftel | Simeon Pe- 
trus. I Door I Willem DeurhoflF. [^] T' Amsterdam , | By Nicolaas 
ten Hoorn, | Boekverkoper. MDCCXm. | 4to. 16 bil. + 680 pp. 
+ 4 bil. 

196. Het voorbeeld | van verdraagzaamheid | onder de goddelyke 
bezoekingen, | vertoond in de | uitlegging en verklaring | van 
het I boek Jobs. | Door | Willem Deurhoff. | Eerste deel, | Behel- 
zende de Vn Eerfte Hoofdt-deelen. [^] Te Amsteldam , | By 
Christiaan Peterssen, 1741. | 4to. 42 bil. — (462) pp. + 336 pp. 
van het onafgedrukte tweede deel. 

Gednrende den druk werden de vellen van het tweede deel in beslag genomen, 
waamit een proces ontstond , waarbij het verbod van Spinozaas Tractatus theolo- 
gico-politicns (19. Juli 1674) en Opera posthnma (25. Juni 1678) werd toege- 
past op de ketterijen van Deurhof. Doch ook in dit werk leert hij (I p. 81 e. v.) : 
'/Spinoza loochent van Crods natuur verstand en wille, ontkent de eindelyke oor- 
zaaken" &c. en begint zijn weerlegging met de woorden: "Spinoza, die alle 
zyne gedagten daar heenen gerigt heeft, om alle regte bevatting van God en 
Grodsdienst uyt de gemoederen der menschen uyt te dryven" &c. Naar aanlei- 
ding dezer procedure werd het verbod van Spinozaas werken besproken in de 
volgende geschriften: 

197. Pleidooi | over | Deurhofe Job, | ter | wederlegging over- 
gezonden. I 4to. 74 pp. 

198. Ontwerp | der | verdediging | van | Christiaan Peter- 
sen. I 4to. 12 pp. 

199. Aan de | beminnaars | van de | vryheid | op den | troon 
gezet. I (Te Rotterdam, By Jacobus Pietersz.) [1745.] 4to. 20 pp. 

Herdruk van 't voorgaande. 

200. Troostende | treur-klagt | Over het beletten der Drukking 
van de voortreflfelyke | Uitlegging | van het | Boek Job§, | Door 
den Wydberoemden en Zaaligen Heer Willem | Deurhoff, en uit- 



57 

gegeeven door den zeer Geleerden | Godvrugtigen Heere, den Heer 
Joan van !den Velde. | Voorgevallen in Amfteldam , den 7 Maart 
1741. I 4to. 4 bil. 

201. Gedicht onderteekend C. Mommaal, Huisvrouw van Jan 
van der Wal, met den aanhef: 

Daar leid, daar leid, helaas! dit heerlyk Boek aan ftukken, 
Nu ^t voortgaan is belet om ^t zelve af te drukken , 
— — — — [waardoor het] schynd te zyn geëvenaard 
Met fchriften, die men moet verdelgen van der Aard; 
Of 'i Spinoüfties was , om zielen te bederven : 

202. De I vryheid | op den | troon gezet | Door de Edele Acht- 
baere Heeren Schepenen | der Stad Amsteldam. | Den 20ften van 
Herftmaand [sic] 1743. | (Te Middelburg, By Kornelis Jakobsz.) 
4to. (124) pp. 

Gredicht naar aanleiding der vrijlating van Deurhofs boek en onderteekend Par- 
rhasius , dat weer andere strijdschriften in 't leven riep , zooals : 

Joan Wilt. Claas van Laar : Pieter Bakker ontmaskerd , benevens . . . een 
wederlegging van de Vrijheid op den Troon gezet. Amsterdam, R. Brouwer. 1 746. 8vo. 

Verdediging van Parrhasins tegen de Beschuldigingen van Theod. van Schelluine, 
Gereformeerd Predikant te Amsteldam ... Te Middelburg by Kom. Jacobsz. 1 746. 4to. 

Antiparrhasius ofte de Verdediging ... ter toets gebragt. Te Amsterdam , By 
Hendrik Vieroot . . . 1747. 

203. Afgeperste | verantwoordinge , | Wegens het Gedigt, voor 
heen uitgegeven, | ter onsterv^lijke opvaard | van | Willem Deur- 
hoflf; I Tegens alle de onheufche en valfche befchuldi- | gingen van 
de Lievelingen des Overledene, | in verfcheidene Gedigten uitge- 
braakt: I Waar in de Gevoelens, denzelven te Last | gelegt, uit 
zyne Schriften, met be- | hoorlyke bewys-flukken worden | bevestigd , 
en deszelfs fchand- en | fchaadlykheid aangeweezen : | door | Cor- 
nelis van Heusden, | Kranken-bezoeker der Hervormde Neder- 
duit- I fche Gemeente tot Amsterdam. | t' Amsterdam, by Adria- 
nus I en Johannes Douci , Boek- | verkoopers op de de Cingel , en 
te May | in de Beeren-ftraat. 1719. | 8vo. 24 bil. +(232) pp. 

204. De Leere en Eere | van myn heer | Willem Deurhof | ver- 
dedigt, I Tegens alle zoort van | dominees, | professoren, predi- 
kan- I ten vermaners , | kran- | ken-bezoekers , &c. | Behelzen- 

5 



58 

de I Een Kortbondig opftel van zyne ge- | heele Wysheit in zyn 
Verbant en | t^ Zamenhang vertoont. | Met eene zoete t^ Zamen- 
fpraak | daar over. | Vermeerdert met een Eenvoudig Berigt | aan 
een Vriend , wegens het gevoelen der Gere- | formeerde Kerke , 
gefield tegens de Leere | en ^t gevoelen van W. Deurhof. | Derde 
druk. I By dewelke nog een korte Nareeden | gevoegt is, | waar 
in Deurhofs Leere met die | vanSpinoza enz. vergeleken word. | t^ Am- 
sterdam, I By Salomon Schouten, Boek- | verkoper, in de St. Lucie- 
fteeg, 1732. | 8vo. 200 pp. 

Regel 1, 3, 7, 8, 9, 14, 15, 20 en de naam des uitgevers rood. 

205. Onderzoek | nopens | Gods aanbiddelyke werking | naar den 
raads sijns willens, | tegen het | onderzoek | Van Willem Deur- 
hof, I Over de Noodzakelykheid en Onverfchilligheid | derWerkinge 
Gods. I Door | Bernard Sebastiaan Cremer, B. S. | Doctor en Pro- 
feffor der H. Godgeleerdheid enz. | Te Harderwyk. [^] Te Am- 
dam, I By Hendrik Vieroot, | Boekverkooper, 1738. | 4to. 6 bil. 
-f (224) pp. + 7 bil. 

Regel 1, 3, 6, 8, 12 en de naam des drukkers rood. In de voorrede zegt 
Cremer: "Ik hebbe in 't voeren van de Oorloogen des Heeren die order gehou- 
den, dat ik van Spinosa en Hobbes ben overgegaan tot Pontiaan van Hattem, 
en van desen tot de Mystieken". Het is my echter niet gelukt een werk van 
Cremer tegen Spinoza en Hobbes op-te-sporen. 

206. De I wonderwerken | Van onfen Heere | Jesus Christus , | In 
haare Waarheyt, | Goddelykhey t , ende | Geesteykheyt [sic], open- 
gelegt en verdedigt | Tegen | Thomas Woolfton | Ende | Willem 
Deurhof, | Nevens | Derfelver dierbaarheyt ende nuttigheyt, ter 
bevin- [ dinge van een levend geloof en Evangelische [ Godsvrucht , 
aangedrongen, | Door | Bernard Sebastiaan Cremer, B. S. [ Doctor 
enProfeflbrindeGodgeleerdheytenH. Outheden | te Harderwyk. | Te 
Amsterdam, | By Hendrik Vieroot, | MDCCXLI. | 4to. 17 bil. + 
(502) pp. 

Segel 2, 4, 8, 10, 16, 20 rood. 

207. Korte en grondige | betoginge | Dat ^er in de Natuur of het 
Geheel-al , | meer als eene Zelfftandigheid aanweezig is ; | tegen | De 
valfche Gronden en Stellingen van Spinosa , | Die beweert | Dat ^er 
maar eene Zelfstandigheid | aanwezig is. | Mitsgaders , | Dat ^er meer 
als eene denkende Zelf- | standigheid gevonden word; | tegen | De 



59 

valfche Betoginge van | Deurhof, | die beweert | Dat ^er maar eene 
denkende Zelf- | standigheid van God gefchapen is. | Door | Jo- 
hannes Adrianus Eaats. | In ^s Gravenhage , | By Johannes de 
Cros, I Boekverkoper in de Hoogftraat. | M. D. CC. XLIII. | 8vo. 
XL + 320 pp. 

Begel 2, 5, 11, 14, 21, 23 en 25 rood. Voorin een «Tytelplaat"; op pag. 
XV het portret van Spinoza nit Groeree. 

9. Johannes Bredenbarg. 

208. Joannis Bredenburgii | enervatio | tractatus theologico-poli- 
tici; I Unè, cum | Demonftratione, Geometrico ordine dispoüt&, | na- 
turam non esse deum : | Cujus Eflfati contrario prsedictus Tractatus 
unice innititur. [SS5] Eoterodami. | Apud Isaacum Nseranum, Bi- 
bliopolam. | Anno 1675. | 4to. 3 bil. + 100 pp. 

Cf. Baumgartens Nachrichten , I, pp. 117 — 121. G. Leibnitz, Théodicée 
$ 373. Bredenburgs bestrijding van Spinoza baalde hem weldra zelf de beschul- 
diging van Spinozisme op den hals. 

209. Certamen | philosophicum | Propugnatse Veritatis Divinse 
ac I NaturaUs. | Adversus | J. B. Principia, | In fine annexa. | Ex 
quibus quod Keligio rationi repu- | gnat, demonftrare nititur. | Quoin 
AtheïQni Spinofse Barathro | immerfus jacet. | Quod Religio nil rationi 
repugnans ere- | dendum proponit, evidenter oftenditur. | Hsecmedita- 
batur I Ishak Orobio , [ Medicinge Doctor Amftelodamenfis. [^] Am- 
stelsedami, | Ex autographo A. Theodori Olïiaan, | MDCCIII. | 12mo. 
(116) pp. 

Zon reeds verschenen zijn in 1684. Dr. H. Graetz zegt althands (Greschichte 
der Jnden, X, 1868, Note 1 p. XII): Diese Schrift Orobio's, erschienen 1684, 
ist aber sehr selten geworden; verbreiteter ist die zweite Edition, welche der 
Mönch Langlet veranstaltete und sie der Sammlung einverleibte '/Réfiitation" &c, 
(cf. N^ 107). Maar als er werkelijk een edicie van 1684 bestaat, is de druk van 
1726 de derde uitgaaf en niet de tweede. Graetz schijnt den druk van 1703 niet 
te kennen en zoo kan het werlq'e , even als de meeste verhandelingen van Orobio 
de Gastro, een tijdlang slechts in handschrift bestaan hebben, waarmee het Ex 
antographo van den titel overeenstemt. Cf. Wolf Bibliotheca III p. 552, Rodri- 
guez de Gastro Bibliotheca EspaSola I p. 606, Rossi Bibliotheca antichristiana 
p. 84. Wolf citeert van Orobio een HS : Una epistola invectiva contra un Judio 
Philosopho medico que negava la ley Mose y sendo Atheista aflfectava la ley 
Naturaleza. 

Basnage citeert (Histoire des Juifs) dezen brief als gericht tegen Spinoza en 
inderdaad draagt een brief van Leibnitz aan Spinoza (Van Ylotens Supple- 
mentum p. 306) het adres: A Mr. Spinoza, médicin très-célèbre et philosophe 
tres profond k Amsterdam. Medicus beteekende toen in 't algemeen ook natuur- 



60 



onderzoeker. Maar de spaansche codex heet bij R. de Gastro: Epistola invectiva 
contra Prado an philosopho , que dubitaoa o no creya la verdad de la divina 
escriptura (dus niet contra un Judio). 

Dieser Prado, zegt Graetz t. a. p. , scheint identisch zu sein mit Jnan de 
Prado, einem Arzt aus der Picardie in Amsterdam, welcher weder Religion, 
noch Gewissen hatte (de Barrios Coro de las musas , bei Kayserling Sephardim 
S. 260 ff)- 

210. Joh. Bredenburgs Demonftratie van 't eeuwig en noodza- 
kelijk Iet. 

211. Zedig I tegenberigt, | Tot voorftant van Abraham 
Lem- I merman, tegens de onzedige Verant- | woording van Jo- 
hannes Bredenburg | van Rotterdam. | Waarin, op een korte en 
klare wyfe bewezen word , \ dat de gronden , fo die by Johannes 
Bredenburg, in | zijne Wifkunfte Demonftratie, opgeftelt zijn, 
name- | lijk dat alle verflandelijke werking , uit zulken hoof- | den 
als hy daar ftelt, nootfakelyk is : in kragt dezelve | zijn als die 
van Benedictus de Spinoza, ende overzulks | na de benaminge 
van deze tegenwoordige Eeuw Athei- | ftifch : zonder dat deze zijne ge- 
noemde verantwoording , | hem daar in iet te stade komt. | 4to. 8 pp. 

Onderteekend: J. M. G. V. S. | t' Amsterdam, | By Aart Dirksz. Ossaan, 
Boekverkooper , | op den Dam. 1684. 

212. Johannes Breedenburgs [ verhandeling, | Van de Oorfprong 
van de | kennisse Gods, | En van delTelfs dienst. | Alleen uyt de 
natuurlyke reden afgeleyd, buyten | alle Openbaringen of Mirake- 
len , &c. I Van welken hy hier verklaart , dat men daar uyt niet | kan 
bewyfen, | dat ^er een God is, als men dat niet | alleen, uyt de 
Natuur kan bewijfen. | Waar voor een Schriftje van Barent Joos- 
ten Stol I gevoegd is, behelfende eenige zielverderffelijke flellin- 
gen, I van Johannes Breedenburg, met de geenen die hier | ver- 
handeld worden, zeer wel overeenkomende. [^] t' Amfterdam, by 
Claas Schaft. 1684. | 4to. 48 pp. 

Een opstel van J. Bredenburg uit het jaar 1672 en naar een afschrift van 
Karel van den Ende , notaris te Rotterdam , uitgegeven door Frans Kuyper. 

213. Latini Serbalti | Sartensis | Philofophi Chriftiani, Vindi- 
cise repetitse, [ pro .Divina & humana libertate. | Contra Bredenbur- 
gios fratres , | Spinosge Difcipulos. | Dat is : | Tweede Verdeedi- 
ging I van | Latinus Serbaltus | Sartensis, | Een Chriftelijk Philo- 



61 

fooph, I Voor de Goddelijke en Menfchelijke vryheyt. | Tegen de 
gebroeders Bredenburgs, | Difcipelen van Spinosa. | Uyt Let Latijn 
Vertaalt. [^] Tot Amsterdam, | By A. D. Ooftzaan, Boekver- 
kooper op den Dam. Anno 1684. | 4to. 20 pp. 

Van Aubert de Verse. 

214. Johannis | Bredenburgs | Noodige Verantwoording | Op de 
ongegronde Befcliuldiging | van | Abrah. Lemmerman. [^] Tot 
Rotterdam, | By Isaak Nseranus, Boekverkooper ^ Op ^t Steyger. 
Anno 1684. | 4to. 14 + (44) pp. 

Frans Kuyper en Abr. Lemmerman hadden Bredenburg beschuldigd van Spi- 
nozisme. 

215. Een korte | bedenckinge. | Over de Hellingen van | A. Lem- 
merman, I Van dat Godt een bepaalt ftoffelyck lighaam heeft, | en 
geen oorfaack van alle weezentlyckheyt is : | maar nogh een doode, 
maghteloofe onge- | fchaapen ftof van eeuwigheyt nevens | hem 
heeft. I Col. 2. vers 8. en 1 Cor. 1. vers 20. | Siet toe dat nie- 
mant u als een roof en vervoere door de Phi- | lofophie ende ydele 
verleydingh. En heeft Godt de wysheyt | defer weerelt niet dwaas 
gemaackt. [^] Door een Liefhebber der Waarheyt. 1685. | 4to. 
12 pp. 

216. Johannes Bredenburgs | Korte Aanmerkingen [ Op de Brie- 
ven van den | Hr. Philippus van Limborch [ ProfelTor der Eemon- 
ftranten | Aan | Pieter Smout en N. N. | Rakende het gefchil van 
't gebruik der Eeden | in de Eeligie | Tuffen den | Hr. P. van 
Limborch en J. Bredenbnrg [sic], | Waar by komen eenige ftuk- 
ken tot het zelve gefchil behoorende. [^ In otio negotiosvs] Tot 
Rotterdam. | GedrucktbyBarent Bos, 1686. | 4to. 10 bil. -f (34) pp. 

217. Schriftelyke | onderhandeling, | TuITchen | Den Heer Phi- 
lippus van Limborg | Profeflbr der Eemonftranten , | ende | Johannes 
Breedenburg. | Rakende 't gebruyk der Eeden in de Eeligie. | Waar 
achter by komen twee Brieven van den Heer Limborg, ( een aan 
Pieter Smout, behelzende een Antwoord op Johannes Breeden- | burgs 
laatften Brief : en een aan N. N. nopende de | zelve gefchillen. 
[^ Scribentis Secessus et otia.] Tot Eotterdara , | By Barent Bos , 
Boekverkoper, Anno 1686. | 4to. 64 pp. 



62 



lO. Balthasar Bekker. 



218. Pneumatica, | Ofte Leere van de | Geesten, | Zynde | Den- 
kende en Redelike Wesens. | In welke | Bewefen word , dat defelve 
Geeften, en wel byfonder de Engelen, | zoo Goede, als Quade, 
oefenen dadelike werkingen, volgens hare | nature op Lichamen, 
dat is Zelfsftandigheden die uytgeftreckt zijn. | Uytgegeven by gë- 
legentheyd van ^tBoek | De Betooverde Wereld, | gefchre ven door 
D. Balthazar Bekker, Predicant tot Amfterdam. | In drie Dee- 
len. I I. In het Eerfte werd gegeven de Befchrijvinge van de Geef- 
ten : Haar we- | fentlik onderfcheyd van de Materie ofte ftoffelijke 
subftantie bewefen. | De Gronden van Hobbes en Spinofa wederlegd. 
Vertoond der natuure | van de beweginge der Lichamen, | en de 
werkinge van een Geeft daar- | ontrent, &c. | II. In het Tweede 
werden de heerlikfle en kragtigfte plaatfen der Heylige | Schrifture , 
die van de werkinge van Engelen op Menfchen , of op eenige | Materie 
handelen in haar luyflier gefl;eld , ende byfonder die van den | Engel 
des Verbonds. | III. In het Derde werd byfonder van de quade 
Geeften , ofte Duyvelen , en | hare werkinge gehandeld. Waar onder 
ook van Tooverye, Waarfeg- | ginge, Spooken, &c. | Pfal. 104. vs 
4. I Hy maakt fijn Engelen Geeflien : fijne Dienaars tot een vlam- 
mende vyer. | Door | Henricus Groenewegen, | Bedienaar der Ge- 
meente J. Chrifti tot Enchuysen. | t^ Euchuysen , | By Hendrik van 
Straalen, Boekverkooper. En zijn te be- | komen tot Amsterdam, 
by Jan ten Hoorn, Boekverkooper | over ^t Oude Heere Logement. 
Anno 1692. | 4to. 4 bU. + 88 pp. + 126 pp. + 1 bl. -f 56 pp. 

Aan het slot van het derde deel (blz. 56) staat: Gedrukt t'Enchuysen, | By Jan 
Dirksz Kuyper, Boek-drukker en Boek-verkooper | in de Pakthuyn-straat, in de 
Gekroonde Drukkery. | Anno 1692. 

219. Friedrich Ernst Kettner : Dissertatio Academica de duobus 
Impostoribus , B. Spinosa et B. Beckero. Lipsiae apud Fr. Lanckisü 
hered. ann. 1694. 4to. 

11. Johannes Bernoallll. 

220. Petri a Venhuisen | S. S. Minift. Cand. | Apologia chris- 
tiana | contra | theses apologeticas , | Quas Prseses | Johannes Ber- 
nouilli, I feEespondens, | Phsebus Themmen , | a. d. 25 Febr. 1702. 



63 

cordate & intrepide, contra | me ut Libelli Famofi Auctorem, me- 
umve I Patronuin quemvis, defendendas | fufceperint. | Gronin- 
gse, I Sumtibus, ipfius Auctoris. 1702. | 4to. 36 pp. 

221. Spinosismi depulsio, | nominatim circa | corporis pecca- | ta 
et poenas. | Quam , | cum juftse defenfionis turn neceffarise inftru- | cti- 
onis caufa, inftituit | Paulus Hulsius, | SS. Th. Doctor. | Gronin- 
gse, I Typis Joh. Lens, Typographi & Bibliopolse. 1702. | 4to. 58 pp. 

222. Futüis spinozismi | depulsiouis | Nominatim Circa | corporis 
peccata & poenas | Pauli Hulsii | S. S. Theol. Doctoris | Depul- 
sio I necessaria | Per | Joh. Braunium | S. S. Theol. Doctorem | & 
Profefforem. | Groningse, | Typis Bernhardi Vriemoet in Platea 
vulgo dicta Torff- | Toren-Straet. '\ 4to. 

223. Spinosismi depulsionis | Echo | id eft | Depulsionis | Impu- 
tationes depulfe , irrifionis irrifse , | punctiones compunctse , iorfiones 
retortse, argu- | tise redargutse, ludibria delufa, con- | temtus con- 
temti. I Hinc fimul omnia | Arcana & vana confilia, turbulenta & 
flatulenta moli- | mina uno halitu difflata | per | Joh. Bernoulli | cum 
fubjuncta hujus Oratione Apologetica | pro fua | Faraa, honore, & 
religione. | Quod Tibi non vis fieri altera ne feceris. | Ego vero 
minimi facio, de me vel h vobis vel om- | nino humanse dijudicari. 
1. Cor. 4, 3. I Groningse, | Typis Johannis Lens, Typographi & 
Bibliopolse. 1702. | 4to. 62 pp. 

18. Frederlk van Leenhof. 

224. Den | hemel | op | aarden; | Of een korte en klaare Be- 
fchrijvinge | Van de Waare en Stantvaftige | blydfchap : | Zoo naar 
de Eeden, als de H. Schrift, | voor alle üag van Menfchen, en 
in I allerlei voorvallen. | Zaamen-getselt [sic]. | door | Fredericus 
van Leenhof, | Predikant te Zwolle. | Te Amsterdam, | By Jaco- 
bus Langenbergh. 1704. | [1703.] 8vo. 4 bil. + (152) pp. 

225. Duitfche vertaling. Cf. Tennemanns Geschichte der Philo- 
sophie. X p. 485. 



64 

226. De Heemel op Aarde, geopent voor alle ware Chriflenen 
uyt Gods heylig Woordt en geftelt iegens den heemel op aarde 
van Dom. F. Leenhof, door J. Creyghton, Predikant te Traneker. 
Te Franeker. 1703. 8vo. 

227. Brief | aan den Heer | Fredericus van Leenhof | Predikant 
te SwoUe : | behelsende | Noodige Aanmerkingen | Over Des- 
selvs I Hemel op Aarden; | Tot omfichtiger onderfcheiding der 
Ware | Blydschap van de Ydele en Bedrieglyke : | door | Floren- 
tinus Bomble, | Predikant tot Amfteldam. [^] Tot Amstel- 
dam, ! By Gerardus Borstius, Boekverkoper op de hoek | van de 
Nieuwendyk aan den Dam. 1703. | 8vo. 70 pp. 

228. Briev | Aan den Heer | Fredericus van Leenhof, | Predi- 
kant tot Zwolle, I wegens fijn Boek, genaamt | de | Hemel op 
Aarden, | door | T. H. van den Honert, | Bedienaar des H. Evan- 
geliums | tot Amfteldam. [^ Ut palma virescit.] Te Amstel- 
dam, I By Gerardus Borstius, Boekverkoper op de | hoek van de 
Nieuwendyk aan den Dam. 1703. | 8vo. 50 pp. 

229. Redekundige Aanmerkingen tot Wederlegging van den» 
Brief van den Heer Tako Hajo van den Honert gefchreven tegen 
den Hemel op Aarden van de Heer F. van Leenhof, door E. D. M. 
T^Amfterdam. 1704. 8vo. 

230. [Prof. Melchior Leydekker :] Den ingebeelden | hemel | op 
der I aarde, | Befchreven door | D. F. Leenhof, | Verdweenen door 
den waarachtigen | hemel op der aarde. [^] Tot Utrecht, | Ge- 
drukt by Herman Hardenberg, | Boekverkoper over de Maartens- 
Brug. 1704. 8vo. 54 pp. 

231. Brief aan den Heer F. van Leenhof, over fijn uytgegeven 
Boekje genaamt de Hemel op Aarden door Eufebius Philometor. 
T' Amfteldam , by Jac. Hardenbergh. 1704. 8vo. 

232. Trouhartige Waarfchouwing aan alle flag van Menfchen, 
wegens de overeenftemminge tuffchen den Hemel op Aarden be- 
fchreven door den Heer F. van Leenhof, en de Schriften van den 
Godverfaker Benedictus de Spinoza. t' Amfterdam, by G. Borflius. 
1704. 8vo. 



65 

233. Gods betuiging tegen Ifrael Pf. LXXXI. 14—17. op 
onfe tyden en zeden gepaft, waarin onder anderen aangewefen 
worden de ware oorfaken, waarom Godt onle en onfer Hooge 

,Bondgenoot«n Wapenen niet voorfpoediger heeft doen fijn in den 
Jare MDCCIII. nevens het Eeukwerk van de Gebeden der Hei- 
ligen over Pf. CXLI. 2. door Jo. d'Outrein, Phil. Doet. Bedie- 
naar des H. Evangeliums, en Profeffor in de Hluftre Schole te 
Dordrecht. T' Amfteldam by G. Borflius ... 1704. 8vo. 

234. Noodige aanmerkingen op een boekske, genaamt De eenige 
Gereformeerde Waarheid , opgefteld en uitgegeven door het Collegie 
het welke men den naam geeft van Hebreen , met een narede tegen 
F. van Leenhof, door Ds. Jo. d^Outrein. Dordrecht. 1704. 8vo. 

235. Fr. Leenhofs boek, strijdende tegen het Chriftendom en 
in het byzonder tegen den Gereformeerden Godsdienst. Amster- 
dam. 1704. 8vo. 

236. Den | hemel | op | aarden | opgeheldert | van de | Nevelen 
van Misverftand, en Vooroordeelen. | Eerste deel. | Waar in de 
Gronden en gemeene Aanmerkingen ter | Verdediginge voorkomen, 
met nadere reflexien | op de Brieven en Schriften daar tegen. | Dien- 
ftig, om alle argwaan en twijffelingen weg te nemen. | Door | Fre- 
dericus van Leenhof, | Predikant te Zwolle. | Te Zwolle, | ByB. Hak- 
voord, Boekverkoper aan de | Koorn-Markt. 1704. | Svo. 1 bl. + 
(108) pp. 

237. J. Creyghtons korte Aanmerkingen, op den Hemel op 
Aarde, opgeheldert van de Neevelen van Mifverftand en Voor- 
oordeelen door F. Leenhof. Te Franeker. 1704. Svo. 

238. Tweeden Brief aan den Heer F. van Leenhof, behelfende 
noodige Aanmerkingen over 't eerfte deel van den opgehelderden 
Hemel op Aarde. Tot Wederlegging van de ongegronde Berifpin- 
gen en bewys datter geene Ophelderinge in gevonden wordt. Door 
Florentinus Bomble. T^ Amfleldam by G. Borstius. 1704. Svo. 

239. Briev aan den Heer F. van Leenhof wegens de Reden- 
kundige Aanmerkingen door E. D. M. en de Opheldering van 



fijnen Hemel op Aarde, door T. H. van den Honert. Waar by 
gevoegt is eene Korte Verhandeling van de Wettige Blydfchap en 
droevheid door T. H. van den Honert uyt fijne Waarachtige Wegen 
die God met den Mens houdt, voor ruym tien Jaaren gefchreeven. 
r Amfteldam, by G. Borftius. 1704. 8vo. 

240. Redekundige | aanmerkingen | tot | wederlegging | Van den 
Brief van den Heer | Tako Hajo van den Honert : | Gefchreven 
tegen den Hemel op Aarden | Van de Heer | Fredericus van Leen- 
hof. I Door I E. D. M. | De Tweden Druk : | In diervoegen ver- 
meerdert, dat ook den Tweden Brief | van T. H. van den Honert 
daar door word we- | derlegt, en deze Aanmerkingen nader be- 
veftigt. [^] Te Amsterdam, | By Andries van Damme. en Nico- 
laas I ten Hoorn, Boekverkopers. 1704. | 8vo. 4 bil. + 64 pp. 

241. Korte Antwoord op de Brief van de Heer T. H. van den 
Honert wegens de Redenkundige Aanmerkingen, enz. door F. van 
Leenhof. Te Zwolle by G. Tydeman. 1704. 8vo. 

242. Weder- Antwoord op het Korte- Antwoord van den Heer 
F. van Leenhof, wegens de Redenkundige Aanmerkingen, waarin 
deffelvs ongegrond beklag veriedelt wordt; door T. H. van den 
Honert. T' Amfteldain, by G. Borftius. 1704. Svo. 

243. Vierde Briev aan den Heer F. van Leenhof : waar in be- 
wefen wordt, dat zyn Hemel op Aarde uyt Spinofaas Schriften is 
opgemaakt; en in welke de opheldering van dien Hemel op Aarde, 
hier en daar nader wordt ter toets gebragt, door T. H. van den 
Honert. T' Amfleldam, by G. Borftius. 1705. Svo. 

244. Vyvde Briev aan den Heer F. van Leenhof, wegens fijnen 
Hemel op Aarde : Waar in de nietigheid van de Aantekeningen 
op de Redenkundige Aanmerkingen; en van fijn vermeerderde Korte 
Antwoord ontdekt, en aangewefen wordt; door T. H. van den 
Honert. T' Amfteldam, by G. Borftius. 1704. Svo. 

245. Een vermakelyk Scheeps-Praatje tuffchen een Zwols Schip- 
per en een Reifiger, over de Perfoon en handel van de heer F. van 
Leenhof. Te Amsterdam, bij G. Borftius. 1704. 4to. 



67 

246 3 Artikelen tot Satisfactie van de Eerw. Kerken Raad van 
Zwolle, voorgeftelt aan Dn. Fred. van Leenhof, en by fyn Eerw. 
ondertekent, wegens fyn uitgegeven Boeken, genaamt den Hemel 
op Aarden, deffelvs Opheldering, en Korte And woord. Zwolle, 
Gerrit Tydeman. 1704. 4to. 

247. Overeenftemming tuffchen den Heer Fredericus van Leen- 
hof en Spinofa en Philopater, vertoont in eenige korte Aanmer- 
kingen over de Antwoorden op de Artikelen van ^t Eerw. Claffis 
van Zwolle, Syn E. voorgehouden, en de Veranderingen in Syn 
E. Keten der BybeKe Godgeleertheit gemaakt. Zynde een afge- 
perfle Verdediging van twee Gedigten door Jo. Sluiter, Predikant 
te Raalte. t^ Amfteldam, by G. Borftius. 1704. 8vo. 

248. Verscheide gedigten | Soo Voor als Tegen den | Hemel op 
Aarde | Gefatfoeneert van | D®. F. van Leenhof. | Naar de Gron- 
den I Van B. D. S. | An quoque Spinosa carpuntur ab arbore fi- 
cus ? I Kan men ook wel druyf of vygen , | Van Spinofaas doornen 
krygen? | Den Tweeden Druk. [^ Ut palma virescit.] t' Amftel- 
dam, I By Gerardus Borftius, Boekverkoper op de | hoek van de 
Nieuwendyk aan den dam. 1704. | Svo. (24) pp. 

249. ^tHoogfte goed der Spinozisten, vergeleken met den Hemel 
op Aarden van den Heer F. van Leenhof; door Dr. Franciscus 
Burman. Enkhuysen. 1704. Svo. 

250. Vriendelyke uitnoodiging door twee brieven aan Fr. van 
Leenhof gedaan, om zig te zuy veren van zyne Spinozisterye , of, 
om daarvan overtuigt, van dezelve opregtelyk afteftaan, en van 
hem met een brief beantwoord en van de hand gewefen. Enkhuy- 
sen. 1705. Svo. 

251. F. Leenhof nader ontdekt. Amsterdam. 1705. 

252. De Handelingen van de Chriftelijke Synodus van Noord- 
Holland, in de Saake van Do. Fredericus van Leenhof gehouden, 
volgens laft van de voornoemde Synodus uytgegeven door hare Ge- 
deputeerden, Jacobus Geelkerke, Bedienaar des H. Evangeliums 
tot Haarlem, en Tako Hajo van den Honert, Bedienaar des H. Evan- 
geliums tot Amfteldam. T^ Amfteldam, by G. Borftius. 1706. Svo, 



68 

253. Historia | Spinozismi | Leenhofiaiii | pvblicain belgio | avc- 
toritate I novissime damnati | ex | avthenticis docv- | mentis coUec- 
ta I a I Gottlob Friderico | Jenichen. [^] Lipsise, | Sumptibus 
Jo. Herebordi Klosii. | A.nno MDCCVn. | 8vo. 10 bil. + 234 pp. 

Regel 2y 3, 6, 11, 12 en 14 rood. 

13. Jaeobns Witttehins. 

254. Jacobi Wittichii, Prof. Mathes. in Academia T)iiisburgensi , 
Disputatio philosophica de natura Dei. Duisburg. 1711. 4to. 

Respond. Gerhardo Nic. Brouwer, Medioburgo Zeelando. Cf. Bibliotheca hist.- 
philolog.-theologica Bremens. I p. 550 e. v. & 939 e. v. B. Glasius : Godgeleerd 
Nederland. III ('s Hertogenbosch , Gebr. Muller. 1856. 8vo) pp. 619, 620. 
Deze Jacobus Wittichius werd gewoonlijk (ook door in\j in 1861) verward met 
Christophorus Wittichius , den bestrijder van Spinozaas Ethica en toen reeds lang 
overleden. Mijn fout werd sedert dikwijls nageschreven. 

255. Denen allhie Studirenden entbietet hiemit seinen freundü- 
chen grusz , und ladet sie zu horen seiner öffentlichen lectionen von 
der warheit der göttlichen Philosophie gegen die falschheit der lehre 
Spinozse und Wittichii dienstlich ein Andr. Ludov. Koenigsmann. 
Kiel, Gedruckt bey Barthold Eeuther, Academ. Buchdrucker. 1710. 
4to. 16 pp. 

256. Jac. Wittichius : De essentia et exiftentia Dei. Lugd.-Ba- 
tavorum 1718. 4to. 

Resp. Joanne van den Honert, T. H. fil. 

257. Antonii Driessen Dissertatio C. V. Jac. Wittichii disp. de 
Natura Dei opposita, qua difficultates adversus disp. motae vindi- 
cantur & urgentur. Porre adseritur Dei potentia, qua materiam pro- 
duxit ex nihilo, atque omnimodo falsitas axiomatis Spinosistici 
ostenditur. Praemittitur repraesentationis Honertianae excussio, in 
alloquio ad lectorem orthodoxum. Groeningae 1718. 4to. 

258. Vindicatie nominis atque orthedoxiae Wittichianae k calum- 
niis atque injuriis Driessianis ex ipsa Clariss. Wittichii disp. de 
Natura Dei eruta, atque ex ejus respensienibus confirmata. Auctere 
Gr. V. Praefatiunculum prsefixit Taco Hajo van den Honert, SS. 
Theol. D. & Prof. Leidensis. Lugd.-Batav. 1718. 4to. 



69 

259. Antonii Driessen Epistola ad D. T. H. van den Honert, 
Theologum Leidensem, qua petitur solutio quamndam düBBcultatum 
motarum adversus Jac, Wittichii diss. de Natura Dei, nee non 
animadversiones in Wittichii Eesponsiones , ad scrupulos quosdam 
ipsi propositos. Groningae 1718. 4to. 

260. Jac, Wittichius : Abstersio calumniarum , quibus eius dis- 
putatie De natura Dei inquinata fuit a clar. Driesfenio. 

261. Antonii Driessen Eesponsionum Wittichianarum refutatio 
disfertationi nuper emissae annectanda. Praemittitur alloquium ad 
ipsum clar. Wittichium. Groningae 1718. 4to. 

2^62. T. H. van den Honert: Representatio, cur ad criminationes ^ 
quibus clar. Driessen, clar. Wittichium ob habitam ante aliquot 
annos De natura Dei disputationem a cathedra Groningana arcere 
conatus est, nihil responderit. 

263. Antonii Driessen Alloquium ad Ecclesiam Belgicam, in 
brevi tabella disputationem Wittichii de Natura Dei exhibens, & 
paragraphorum singulorum mentem indicans. Groningae 1718. 4to. 

264. Vindicatio nominis atque orthodoxae Wittichianae a ca- 
lumniis atque injuriis Driessenianis , ex ipsa clar. Wittichii dispu- 
tatione De natura Dei eruta, atque ex ejus responsionibus confir- 
mata. Auctore G. V. 

265. Alloquium alterum ad lectorem orthodoxum, rei gestae, 
narrationem vindicans adversus representationem clar. Honertii al- 
teram. Eesponsio ad J. Wittichii alloquium ad lectorem philosophum. 

266. Difficultas maxima, | Orta ex concatenationibus idea- 
rum, I Quas | vir clarissimvs | D. Jacobus Wittichius ( A. L. M. 
& Philosophise D. & P. P. | Concinnavit | In | disputatione 
sua I De | natura dei. | Cui diificultati ut publicè fatisfiat, quüm 
& I plurium mentes non parüm ea torqueri | pofQnt, publicitus illam 
quoque | proponere, | Nee non fimul | axioma spinosisticum prima- 
rium I penitüs fubvertere , | voluit | G. van Ewyck , J. U. D. | Lug- 
duui-Batavorum , | Proftat apud Johannem vander Linden, Juni- 
orem. | Sumptibus Auctoris. | 4to. 56 pp. 



70 

267. Invisibilia Dei in rebus ab ipso factis facta visibilia, contra 
Spinosae axioma : quae res nihil inter se commune habent , earum 
una alterius causa esse non potest, cum consectario pacifico inter 
clarissimos Viros Anton. Driessenium & Jacobum Wittichium & 
multiplid analogia naturae spiritalis & corporeae & aliis diss. auc- 
tore Henrico Horchio. Marpurg. 1719. 4to. 

Cf. lo. Alberti Fabricii Delectus argumentorum et syllabus scriptorum qui 
veritatem religionis christianae atbeos . . . asseraerant (Hamburgi, Theod. Chris- 
toph. Felginer, 1725. 4to) p. 358 (Bibliotheca Hist.-philoL-Theologica Bremens. 
III. pp. 742 seqq.) 

268. Bartholomsei Bolkii | animadversiones | philosophi- 
cse, I in I Decantatam Spinozse Propofitionem, | Quae res nihil 
commune inter se habent, earum una | alterius caufa effe nou po- 
tefl; I quibus | In Hujus, ac annexarum Propofitionum , Senfum, 
Hujusque in primis Veritatem, | Falfitatem, Ufum, & Abufum , 
inquiritur, | Ac | Spinozsei systematis fundamenta | fubinde ever- 
tuntur. I Amflelsedami, | Excudit Jacobus Borstius, Bibliopola, 
1719. I Proftant & Medioburgi apud Hendricum Hoekium. | 4to. 
52 pp. 

269. Censura Facultat. Theolog. Jenensis. Jen. 1719. 4to. 

270. Jacobus Leydekker: De blyde Spinosist en de bedroefde 
Christenleeraar over de wysgeerige verhandelinge van de nature 
Gods, welke de Heer Jacobus Wittichius ... in den 1711. te 
Duisberg uitgegeven en verdedigt, nu in Maart 1718. in ^t Ne- 
derduits vertaalt ... in ^t ligt gebragt heeft . . . uitgegeven op 
speciaal begeren van de E. Clasfis van Walcheren. Hier by komt 
het eenparig oordeel van de Philos. Faculteit der Academie van 
Jenen, toegestemt van de Theol. aldaar, over die gemelde wys- 
geerige verhandeling. Te Rotterdam, by Eeinier van Doesburg. 
MDCCXIX. 4to. 

Cf. Bibliotb. Bremens. I p. 550, 939. Joh. Francisci Buddei Epistola. Jen. 
1720. 4to. 



271. Christus of Spinoza? | Godsdienst of geen godsdienst? | Door 
Dr. E. Kruizinga Homan, | Proponent by het Prov. Kerkbestuur 



71 

van Friesland, Eector der | Latynsche School | te | Dokkura. | H. 
Bokma. — Leeuwarden. | 1868. | 8vo. 30 pp. 

272. y/Zoo gelooven wij ook, — daarom spreken wij o6k'\ | Be- 
oordeeling I der Brochure van | Dr. R. Kruisinga Homan, | Pro- 
ponent &c. I getiteld : | ,/ Christus of Spinoza? | Godsdienst of geen 
Godsdienst ?^^ | Door A. S. Carpentier Alting. | Dockum, | S. R. 
Schaafsma. | 1868. | 8vo. 116 pp. 



IV. 

SPINOZAAS VERHOUDING TOT ANDERE SYSTEMEN. 

1. HebreeaiATSGhe theologie. 

' 273. Ad. Pranck de Flnstitut: Moïse expliqué par Spinoza. 
(Philosophie et religion. Deuxième édition. Paris, Didier et Cie, 
1869. 8vo. pp. 265—279). 

Verslag van Moïse et Ie Talmud , par Alexandre Weil ; un vol. in-8vo. Paris, 1864. 
"M. "Weil croit avoir découvert dans Ie Pentateuqne deux systèmes diamétrale- 
ment opposés qui s' entre- croisent ou se développent parallèlement depuis les pre- 
miers chapitres de la Genese jusqu'è la fin du Deutéronome. L'un eflfa9ant toute 
distinction entre l'univers et son auteur, fait de Dieu une abstraction sans vie, 
sans intelligence , sans volonté, et nous montre l'liomme courbé sous une loi 
implacable, dépourvu d'appui et de recours au-dessus de lui et bors de la vie 
présente : c*est Ie système qu'on attribue k Moïse et qui nous fait voir dans 
Moïse lui-même un disciple de Spinoza". — «Dans Moïse et Ie Talmud, nous 
n'en possédons encore que la première partie. Nous en recevrons bientót la 
seconde partie, qui traitera de l'Évangile et de l'Etbique de Spinoza". 

274. Der | Spinozismus | lm | Jüdenthumb, | Oder, die von 
dem heutigen Jüdenthumb, | und delTen Geheimen Kabbala ( Ver- 
götterte Welt, | An | Mose Germano | fonllen | Johanu Peter 
Speeth, I von Augfpurg geburtig, | Befunden und widerleget 
von I Johann Georg Wachter. | Amsterdam , | Bey Johann Wolters , 
Buch- I handlern aufif dem Waffer. 1699. | 8vo. 8 bil. + 256 + 
78 pp. 

Regel 2, 4, 7, 9, 11, 14 en de naam des uitgevers op den titel zijn rood 
gedrukt. De laatste 78 pp. voeren tot titel : Dritter Theil : | Darinnen die | Ver- 
götterung der Welt | An | B. de Spinoza | Widerleget wird. 



72 



Toen Wachter eenige jaren later zelf met de Kabbala bevriend raakte, trachtte 
hij ook uit dat nieuwe standpunt de leer van Spinoza met haar te vereenigen. 
Hij wees twintig punten van overeenkomst aan tusschen de twee stelsels in zijn 
werk: Elucidarius Cabbalisticus sive reconditae Hebraeorum philosophiae recen- 
sie, epimatore J. G. Wachtere. Romae 1706. 

Cf. Dethlev Cluver: Historische Anmerkungen. 1706, p. 215. 

Moses Grermanus sive Speethius: Diatribe de ortu et progressu facultatis et 
formali constitutione artis Medicinae per ludaeos (Wolf: Bibliotheca Hebraea 
II p. 1221 seqq. & Leibnitii Theodic. praef. § 9). 

J. F. Kleuker: Ueber die Natur und den Ursprung der Emanationslehre bei 
den Kabbalisten. Riga 1786. 8vo. 

275. Spinoza und die Kabbala. Von Is. Misses. (Zeitschrift für 
exacte Philosophie im Sinne des neuem philosophischen Realismus. 
In Verbindung mit mehreren Gelehrten herausgegeben von Dr. F. 
K. ïh. Allihn und Dr. T. Ziller. Achter Band. Leipzig, Louis Per- 
nitzsch. 1869. 8vo pp. 359—367). 

276. Dr. J. Maier : Spinoza und Ebn Esra. (Theologische Stu- 
diën und Kritiken von UUmann und Umbreit. 1835. 8vo). 

277. Don Chasdai Creskas^ | religionsphilosophische Leh- 
ren | in | ihrem geschichtlichen Einflusse | dargestellt | von | Dr. 
M. Joel, I Eabbiner der Synagogen-Gemeinde zu Breslau. | Berlin 
1866. I Schletter'sche Buchhandlung. | H. Skutsch. | 8vo. IV + 
(84) pp. 

278. Lewi ben Gerson | (Gersonide^) | als | Eeligionsphilo- 
soph. I Ein Beitrag zur Geschichte der Philosophie und der | phi- 
losophirende Exegese des Mittelalters | von | Dr. M. Joel. | Breslau 
1862. I Verlag der Schletter^schen Buchhandlung | (H. Skutsch). 1 
8vo. 2 bU. + (106) pp. 

279. Spinoza und Maimonides. | Ein | psychologisch-philosophi- 
sches I Antitheton. | Von | Salomo Eubin, | Doctor der Philoso- 
phie. I Wien. I Verlag von Herzfeld & Bauer. — Druck von Jacob 
Schlossberg. | 1868. | 8vo. 50 pp. 

Cf. A. Foucher deCareil: Leibnitz , la philosophie juiveetla cabale. Paris 1861. 
Emile Saisset : Sur la philosophie des Juifs. Maimonide et Spinoza (Bevue des 
deux Mondes. Tomé XXXVII, p. 296 e. v. Paris 1862). 



73 

280. Dr. H. Graetz : Spinoza und Sabbataï Zewi. (Gefchichte 
der Juden von den alteften Zeiten bis auf die Gegenwart. Aus den 
Quellen neu bearbeitet. Zehnter Band. Leipzig, Oskar Leiner. 1868. 
8vo. pp. 168—258). 

281. Victor Cousin : Spinoza et la synagogue des juifs portugais 
a Amsterdam. (Fragments philosophiques. Paris. 8vo. II pp. 175 e. v.) 

Cf. Journal des savanta 1868 pp. 721 e. v. 1869 p. 79. Victor Cousin : l^e 
l'instruction publique en Hollande I pp. 96 — 98. 

282. Ueber die | Hebraische Graramatik Spinoza^s. | Promotions- 
Schrift I von | Dr. Adolph Chajes. | Breslau. | E. W. Jungfer's 
Buchdruckerei. [ 1869. | 8vo. 32 pp. 

3. De antieken. 

283. Exercitatio philosophica de Stoa a Spinosisrao exculpanda. 
Witeb. 1721. 4to. 

284. Homerus, Plato, Spinoza | door | D. Burger Jr. | Zut- 
phen, I Willem Thieme. | 1860. | 8vo. 4 bil. +(44) pp. 

Gerecenseerd door dr. J. van Vloten (Dageraad XI p. 349) : " Een Krypto- 
Spinosist". Repliek van dr. Burger in den Xieuwen Recensent. Dupliek van 
dr. Van Vloten (Dageraad XII p. 209): "Nog een woord over Spinosa's on- 
sterf elijkheidsbegrip ". 

285. Der | dreieinige Pantheismus | von | Thales bis Hegel | dar- 
geflellt I von | Dr. P. Volkmuth. | Köln, 1837, bei J. Lum- 
fcher. I 8vo. XVI + 306 pp. 

Een güntheriaansch werk, dat hoofdzakelijk betoogt: '/Der dreifache Pantheis- 
mus ist das dreifach verabsolutirte Relativum der christlichen Trinitat , als 
Stoischer Gott-Vater, Schellingscher Gott-Sohn, Spinozistischer Gott-h.Geist". 

3. Böhme (1595—1634). 

286. Gust. Herwegh : Tractatus quo atheismum fanatismum sive 
Boehmii naturalismum et Spinozismum ex principiis et fundamentis 
fectae fanaticae, matris pietismi, eruit. Lipsiae & Weimar. 1709. 4to. 

4. Hobbes (1588—1699). 

287. De I tribus impo- | storibus magnis | liber, | cura edi- 
tus I Christiani Kortholti, | S. Theol. D. feProfelToris Primarii. | Ki- 
lonl, I Literis & Sumptibus Joachimi Reumanni, | Acad. Typogr. 
1680. I 8vo. 8 bil. + 294 pp. 

6 



74 

288. Altar der Atheiften, der Heyden und der Chriften, entge- 
gengefetzt den drey Ertz-Betriegern , Herbert, Hobbes und Spinofa. 
Hamburg 1693. 8vo. 

Vertaling van het voorgaande, door den Intherschen predikant Michael Bern, 
te "VVandsbeck bij Hamburg. 

289. Traitté de la liberté de confcience ou de T Autorité des 
Souverains sur la religion des peuples. Opposé aux Maximes de 
Hobbes & Spinoza. 1687. ]2mo. 

Cf. Catalogus Bibliothecae Gerh. van Maastricht (Bremae 1719) p. 987, N° 155. 

290. Samuel Clarke, D. D. Sermons preached in 1704 and 1705, 
at the Lecture founded by the Hon. Rob. Boyle , Esq. London 
1705—1706. 8vo. 2 vols. 

Herdrukt in de Works of Samuel Clarke , D. D. Late Rector of James's West- 
minster. In four volumes. London : printed for John and Paul Knapton in Lud- 
gate-street. MDCC XXXV III. Folio. II. A discourse conceming the being and 
attributes of God, the obligations of natural religion and the truth and certainty 
of the christian revelation ; in answer to Mr. Hobbes , Spinoza , the author of 
the oracles of reason and other deniers of natural and revealed religion. 

291. A I discourse | conceming the | Being and Attributes of 
God, I the Obligations of Natural Religion, | and the | truth and 
certainty | of the | Christian Eevelation. | In answer to Hobbes, 
Spinoza and other deuiers of natural and revealed Religion. | Being 
sixteen sermons preached at the Cathedral church of St. Paul, in 
the years 1704 and 1705 at the Lecture founded by the honourable 
Robert Boyle Esqr. | By Samuel Clar- | cke.D. D. | The fourth Edi^ 
tiou. I London 1716. [Tweede titel:] A | Demonstration | of 
the I Being and Attributes | of | God : | more particularly in answer 
to I Mr. Hobbes, Spinoza, | and other followers | wherein the notion 
of liberty is ftated , and the possibility and certainty of it proved , 
in opposition to necessity and fate | Being the substance of Eight 
Sermons preached at the Cathedral Church of St. Paul, in the 
year 1704, at the Lecture founded by the Hon^le Robert Boyle 
Esq. I By Samuel Clarke D. D, \ Fourth Edition. | London 
1716. I 8vo. 134 + 344 pp. 

292. DeFexistence | et des | attributs deDieu: | des devoirs | de 
la I religion naturelle, | et de la verité | de la | religion chré- 



/o 

tienne. | Traitez qui font Ie precis de XVI. Sermons | proiioiicez a 
Londres pour la Lecture | fondée par M. Boyle, | Par M. Clarke, 
Docteur en Theol. | Traduits de TAnglois | Par M. Eicotier. | Tomé 
premier. [^] A Amsterdam, ] Chez Jean Prederic Bernard, | fur 
Ie Eockin pres de la Bourfe. | M. DCC. XVII. | 8vo. XXXII pp. 
+ 11 bil. + (252) pp. 

Regel 1, 3, 6, 9, 13, 15, 17, 20 rood. Demonstration de Texistence et des 
attributs de Dieu. Pour servir de Reponse a Hohbes , Spinoza & a leur secta- 
teurs. pp. 1 — 251. Herdrukt in 

293. Eene | verhandeling | over | Gods Bestaen | en | Eigen- 
schappen ; I Als ook over* de | verpligtingen | van den | natuürly- 
ken I godsdienst, | En de | waarheid en zekerheid | der christelyke 
openbaaringe. | Ter Wederlegginge van Mr. Hobbes , Spinoza , | den 
Schrijver van de Godfpraaken der Eeden, | en andere Loochenaars 
van den Natuurlij- | ken en geopenbaarden Godsdienft. | Door | Sa- 
muelClarke, | Docterin de Godgeleerdheid , en in zijn Lee ven | Pre- 
dikant van St. James te Weftmunfler. | Naar den Negenden Druk 
uit het Engelsch vertaald | door | Jan Boelaard. | I Deel. | Te 
Harlingen, | By Folkert van der Plaats; | Boekverkooper aan de 
Voorstraat, 1793. | 8vo. 32 bil. + (248) + (XX) pp. II Deel. 10 
bil. + (462) pp. 

Regel 4, 6, 11, 15, 21, 26 en de naam des uitgevers rood. 

294. Q. B. E. F. Q. S. | ageomastis \ Dissertatio | his- 
torico-philosophica , | Quam | Suffragante AmplilT. Ordine Philo- 
foph. I In I lUusftri Upfalienii Athenseo | Sub Auspiciis | Viri Am- 
plissimi, | Dn. Johannis Vpmarck; | Eloq. & Polit. Prof. Eeg. & 
Skytt. I h. t. Decani Spectabilis, | ad diem 31 Martii Anno 
MDCCIX. I in Audit. Guftav. Majori | Publico Candidorum Exa- 
mini | fubmittendam conftituit | S: se E: se M: tis Alumnus , | Fol- 
cherus Morin | Calmarienfis. | Upsalise, | Impreffit Joh. H. Wer- 
ner, E. Acad. Typ. | 8vo. 6 bil. + (132) pp. 

§. II. Thomas Campanella. §. III. Julius Caesar Vaninus. §. IV. Thomas 
Hobbes. §. V. Benedictus de Spinoza Amstelodamensis. 

295. Vergleichung | der | Eechts- und Staats-Theorien | des | B. 
Spinoza | und des | Th. Hobbes, | nebft Betrachtungen über das 
Verhaltnifs zwifchen | dem Staate und der Kirche. | Von | Dr. H. 



76 

C. W. Sigwart, | General-Superintendeuten der evangelifchen 
Kirche Würtembergs. | Tübingeu, | Verlag von C. F. OCan- 
der. I 1842. | 8vo. VI +(154) pp. 

296. Gust. Hartensteinii de notionum juris et civitatis, quas 
Ben. Spinoza et | Thomas Hobbesius propouunt, similitudine e. 
dissimilitudine diss. I. | (Dat. Lipsiae Dom. III Adveut. A. R. S. 
MDCCCLVI.) Lipsiae, | typis A. Edelmanni, typogr. univers. | 4to. 
16 pp. 

297. Gust. Hartensteinii de notion^im juris et civitatis, ... 
diss. II. I (Dat. Lips. Dom. II post fest. Epiphan. A. R. S. 
MDCCCLVII.) Lipsiae, | literis Edelmanni, typogr. universit. | 4to. 
16 pp. 

Herdrukt in Hartensteins Historisch -philosophische Abhandlungen. Leipzig, 
Leopold Voss. 1870. 8vo. pp. 216—240. 

298. Spinoza und Hobbes | Begründung | ihrer Staats- und Reli- 
gionstheorieen durch ihre | philosophischen Systeme | von | Dr. Mo- 
riz Dessauer. [^] Breslau. | Schlettersche Buchhandlung (H. 
Skutsch.). I 1868. | 8vo. (44) pp, 

4. Carteslas (1506— 1650). 

299. Joliannis Eriderici Helvetii, M. D. | philosophia theolo- 
gica, I contra | Cartesii & Spinosse | theologicam philosophi- 
cam ; | Ofte | De Ontmenfchte Menfch , levendig doodt , | in de 
Ontkerckte Kerck , &c. | Dat is : | Een klaer Bewijs , dat de he- 
denfdaegfche | geexerceerde Nieuligtige Theologise Principien Car- 
tefii I en Spinofse van te Twyfelen en lochenen , zijn | geweefl Adams 
eerfte verloocheninge Godts, en overfulks | Twee heel Oude Prin- 
cipien moeten zijn , om dat defelve | d^alderoutfte Paradys-Profeflbr 
Lucifer aen Adam, ak | doe noch zijnde een Jonge Difcipel, ge- 
doceert, en I tot fijn Eeuwigen Val ook felve gepractifeert | heeft, 
en heedenfdaegs in Schooien en | Kerken by veelen geexerceert | wor- 
den. [^] t' Amsterdam, | Gedruckt voor den Autheur. | En zijn 
te bekomen by Joannes Janffonius van Waesberge | en Soonen, 
Boekverkoopers op 't Water. Anno 1680. | 8vo. 620 pp. 



77 

300. Joh. Fred. Helvetii | Mediciüse Doctoris | Adams oud 

Graft , I Opgevult met jonge Coccei Carte- | si-aenfchen en Descartis 

Spinosi-fti- | fchen Doods-beenders : | Eeu klaer , naeckt en net 

bewijs, dat in het Paradys | den jonghften Lucifer een oudt Car- 

tesi-aen | geweeft is, en dat buyten het Paradys, den jongh- | ften 

Descartes, den oudften Lucifer-iaen | noch is. | Apocalypsis, in, 

uyt , door en met Apo- | calypsis ^^ge-expliceer t en geappliceert , | Rae- 

ckende der Godes Geeftloofen, vleefch Geeftigen | Jodens en Chy- 

liaftens, ProphetiXche mif-reeckeningh van | een noch 1000. jarige 

aenftaende aerdfch Koninghrijcke en | Kercke Chrifti op Aer- 

den. ( Item des Beestes Naem uyt- | vindinge, niet door uytcyflfe- 
ring, maer door overlegginge des getals Eens menfchens | naenis 

in Veeleii, namentlyck in 3. Duyvel uyt- ( fpouwenden 3. Duy- 
velens in het Oosten, | en der 3. uyt- | gefpouwden onreynen 
Geeftens defer 3. üuyvelens, gelycken- I de den 3. Kickvorfchen 
of 3. Paddens, in ^t Weften. | Item, dat der Coccejanens 7. Pe- 
riodens der tyden, een menfch | getal als der 7. Bafuynens, 7. 
Phiolens, 7. Schalens, en 7. fpre- | kende Donders fyn. ( Item, 
dat die afneminge des halven Manens van den Toorn | tot Weene, 
als in een waeckende droome van het Roomfche Key- | ferryck, 
niet gefchiedt is , in regarde van des Turckens Victoria, maer | van 
een aenftaenden Afval des Keysers van den Pausselyken Stoel , ( om 
dat den Paus Hem noemende die Sonne, maer den Overwon- 
nen I Keyser, noemende hy de Mane, onder een bedeckt teecken 
van over- | winninge , tot wiens einde hy hem den Mane opgedrongen 
heeft. I Vytgegeven in 't 7. Jaer van de grote Staert-flerre. | Ge- 
druckt in 's Gravenhage , by Levyn van Dyck , | Boeck-drucker op 
de Burghwal, 1687. | 8vo. 4 bil. + 698 pp. 

301. L'impie convaincu , | ou | dissertation | contre | Spino- 
sa. I Dans laquelle on refute les fonde- | mens de fon Atheifme. j L'on 
trouvera dans eet Ouvrage non feulement la ] refutation des Maximes 
impies de Spinofa, | mais aufPi celle des principales hypothefes 
du I Cartefianifme , que Ton fait voir être ^origine | du Spinofisme. 
[^] A Amsterdam, | Chez Jean Crelle, Imprimeur fur Ie | Dé- 
vento-houtmarkt. I MDCLXXXIV. | 8vo. 6 bil. + 274 pp. 

Van den sociuiaan Aubert de Verse. 



78 

302. Joh. Regius : Cartesius verus Spinozismi architectus. Leeu- 
warden 1718. 8vo. 

303. Ruardus Andala : Cartesius verus Spinozismi eversor & phy- 
sicae experimentalis architectus. Franeker 1719. 4to. 

Hiertegen verscheen een Responsio apologetica. 

304. Ruardi Andala | Thrasonismus | Depulfus & retortus; | Si- 
mulque | Hujus fuse fcriptionis | epilogus; | Quo | Cl. Antagoniftam, 
quia luum Tractatum, Cartefius | verus Spinozismi Architectus, a 
capite ad calcem xavd Ttó- [ da confutatum, vindicare aggredi non 
audet, dimittit; | eumque, qui rationibus, ac veritati folidiflime 
licet demon- | flratse , cedere non vult , vel ob crafla prsejudicia non 
potefl, I donec Deo ejus mifereri placuerit, übi relinquit. [^] Fra- 
nequerse, | Ex OfficinaWibii Bleek, Bibliopolse, | MDCCXIX. | 4to. 
24 pp. 

305. Volckmann Conrad Pappo : Spinozismus detectus oder ver- 
nunfttige Gedancken von dem wahren Unterschied der philosophi- 
scher und mathematischer Lehr-Art. Worinnen der Auctor gezei- 
get , dass der Mechanismus und der Misbrauch der mathematischen 
Methode , der vornehmlich durch den Cartesium befestiget worden , 
der Grund des Spinozismi. Weimar 1721. 8vo. 

306. K. H. Heydenreich : Ueber den BegrifF der Körperwelt des 
Des Cartes und Spinoza. (Aquil. Jul. Cë,sar : Denk würdigkei ten 
aus der philosophischen Welt. VI.) 

307. Ueber den | Zufammenhang ) des | Spinofismus | mit 
der I Cartefianilchen Philofophie. | Ein | philofophifcher Ver- 
fuch I von I H. C. W. Sigwart, | Magifter der Philofophie und 
Repetent am theologifchen | Seminarium zu Tübingen. | Tübin- 
gen, I bey C. F. Ofiander. | 1816. j 8vo. VIII + 152 pp. 

308. Welchen Einflufz hat die Philofophie des Cartefius ] auf 
die Ausbildung der des Spinoza gehabt , | und welche Berührungs- 
punkte haben beide Phi- | lofophien mit einander gemein? | Nebft 
eirier Zugabe : | Ueber die | Bildung des Philofophen | durcli 



79 

die I Gefchichte der Philofophie. | Von | Heinrich Ritter. | Leipzig 
und Altenburg: j F. A. Brockhaus. | 1817. | 8vo. VIII + 120 pp. 

Cf. Gefchichte der Philosophie von Dr. Heinrich Ritter. Elfter Theil. (Ge- 
schichte der christlichen Philosophie. Siebenter Theil.) Hamburg, bei Friedrich 
Perthes. 1852. 8vo. pb. 260—274. 

Die christliche Philosophie nach ihrem Begrifif, ihren auszem Verhaltnissen 
und in ihrer Geschichte bis auf die neuesten Zeiten. Von Dr. Heinrich Bitter. 
Zweiter Band. Gröttingen, Verlag der Dieterich'schen Buchhandlung. 1859. 8vo- 
pp. 260—274. 

309. Historische | und | philosophische Beitrage | zur Eriaute- 
rung I des Spinozismus | von | Dr. H. C. W. Sigwart, | ord. öffentl. 
Professor der Philosophie , Ephorus des evangel. theol. | Seminars , 
Ritter des Ordens der würterab. Krone. | . . . | Tübingen , | gedruckt 
bei Ernst Travgott Eifert. | 1838. | 4tü. 76 pp. 

310. Der | Spinozismus | historisch und philosophisch erlau- 
tert I rait Beziehung auf altere und neuere Ansichten | von | Dr. H. 
C. W. Sigwart, | . . . | Tübingen, bei G. P. Osiander. | 1839. | 8vo. 
(VI) + (266) pp. 

De eerste , historische afdeeling , behelst .- 

A. Ueber den Zusammenhang des Spinozismus mit der Cartesianischen Philosophie. 

B. Ueber den Zusammenhang des Spinozismus mit orientalischen Lehren. 
Gerecenseerd door H. Ritter, Göttingische gelehrte Anzeigen 19. September 

1839, pp. 1489—1504; 21. September 1839, pp. 1505—8. 

311. Des Cartes und Spinoza. | Urkundliche Darstel- 
lung I der | Philosophie Beider | von | C. Schaarschmidt, Dr. 
phil. I Privatdocenten an der Königl. Universitat zu Bonn. | Bonn 
1850. I bei Adolph Marcus. | 8vo. 4 bil. + 234 pp. 

De pp. 195 — 204 behelzen een /Anhang über Spinoza's hebraische Gramma- 
tik" door dr. Bernays te Bonn. 

Cf. Ucr Ent\\dcklungsgang der neueren Speculation als Einleitung in die Phi- 
losophie der Geschichte kritisch dargestellt von ür. C. Schaarschmidt. Bonn, bei 
Adolph Marcus. 1857. 8vo. pp. 65 — 71. 

312. Yictor Cousin : Des rapports du cartésianisme et du spi- 
nosisme. (Fragments de philosophie cartésienne pour faire suite aux 
fragments philosophiques. Paris, Didier, 1852. 8vo. pp. 429 — 470). 

De "Correspondance de Malebrauche et de Mairan" pp. 262 — 348, gevoerd 
1713 en '14, handelt insgelijks over Spinoza 



80 



313. Jacobus Guttmaim : De Cartesii Spinozaeque philosophiis 
et quae inter eas intercedat ratione. Vratislaviae 1868. 8vo. 

5. Geullnex C16S5— 1669). 

314. Kort begrip | der | geulingiaause ( zedekonst | Opgejfteldt 
door I Kepotyrannos Germanus, | Met de aanmerkingen van den 
Heer | Cartesius Kristianus, | Voorgeftelt aan ^t Oordeel van den 
Hoog-Geleer- | leerden [sic] en Wydberoemden Heer | Antonius 
Driessen | Professor in de Godgeleerdheidt te Groningen. | Onder 
wiens Aanspraak aan den Autheur dit Ge- | fchriftje 't licht ziet. 
[^ Premat, dvm imprimat]. Gedrukt tot Groningen, | By de 
Weduwe van J. Barlinkhof, Ordinaris | Stadts Boekdrukkerfche. 
1722. I 4to. 4 bU. + (60) pp. 

Tegen de Ethica van Geulincx , die hier genoemd wordt " de Stoicynsclie- 
Epikuristische-Spinozistisclie-Geuliugiaansche zedekonst: omdat deze geheele zede- 
konst maar een saaraenstel van de leeringen der Stoïei, Epikuristen en Spinosisten 
is , uit alle welke de Hr. Geuling wat heeft ontleendt , gelyk ... de Heer Andala 
onlangs zoo duidelyk heeft aangetoondt". 

6. Locke (1633—1904). 

315. William Carroll : | A dissertation | upon the tenth chapter 
of the fourth book | of Mr. Locke's essay concerning humane under- 
ftanding; | wherein that author^s endeavours | to establish Spinoza^s 
atheistical hypothesis | are confuted. | To which is subjoined ; | A 
short account of the sense wherein the reasonings of the foUowing 
pernicious books are to be understood, viz : | The reasonableness 
of Christianity (by J. Locke); | Christianity not mysterious (by 
J. Toland) ; | the rights of the Christian Church (by M. Tindal). ( Lon- 
don 1706. 8vo. 

9. Malebranche (1636—1915). 

316. Malebranche, Spinoza | und die | Skeptiker uud Mysti- 
ker I des | siebzehnten Jahrhunderts. | Darstellung und Kritik ihrer 
Systeme. | Von | Dr. Johann Eduard Erdmann, | Docenten an der 
Universitat zu Berlin. | Leipzig, Eiga und Dorpat, | Eduard Frant- 
zen's Buchhandlung. | 1836. | 8vo. XXII pp. + 1 bl. + (258) + 
CX pp. + 1 bl. (Versuch einer wissenfchaftlichen Darflellung der 
Geschichte der neuern Philosophie. Ersten Bandes zwei te Abtheilung). 

Cf. Grundriss der Geschichte der Philosophie von Dr. Johann Eduard Erd- 



81 



mann, ordentlichem Professor der Philosophie an der Universitat zu Halle. 
Zweiter und letzter Band. Philosophie der Neuzeit. Berlin 1866. Verlag von 
Wilhelm Hertz. 8vo. pp. 47—76. 

8. LelbnltE (1646—1916). 

317. Chr. Wolff: De diflferentia nexus rerum fapientis & fataKs 
iieceflitatis, nee non fystematis harmonise prseftabilitse & hypothefium 
Spinofee Commentatio luculenta. Halae Magdeb. 1724. 

Cf. Joachiin Lange : Modesta disquisitio novi philosophiae systematis de Deo , 
miindo et hoinine et praesertius de Harmonia praestabilita. Halae Sax. 1723. 
Chr. Wolff: Monitum ad luculentam commentationem e. a. strijdschriften van 
Hollmann (Observationes elenctt. in Controversia Wolfiana) , Bülfinger (Diluci- 

dationes), Buddeus e. a. 

< 

318. Die I Leibniz^fche Lehre | von | der praftabilirten Harmo- 
nie I in I ihrem Zufammenhange | mit früheren Philofophemen be- 
trachtet | von | H. C. W. Sigwart. | Ordentl. öflfentl. Lehrer der 
Philofophie an der Univerfitat zu | Tübingen. | Tübingen, | bei 
Chriftian Friedrich Ofiander. | 1822. \ 8vo. VI + 170 pp. 

319. Spinoza und Leibniz | oder | Das Wefen des Idealismus 
und des Realismus. ] Von | Adolph Helfferich. | Hamburg und Go- 
tha. I BeiFriedrichundAndreasPerthes. | 1846. | 8vo.IV+108pp. 

320. Spinoza und Leibnitz | über | die Freiheit des menfchlichen 
Willens | von | Dr. Franz Keiler. | Erlangen 1847, | Ferdinand 
Enke's Verlagsbuchhandlung. | 8vo. IV +78 pp. + 1 bl. 

321. A. Trendelenburg : Ist Leibniz in seiner Entwicklung ein- 
mal Spinozist oder Cartesianer gewesen? und was beweist dafür 
seine Schrift de vita beata? Ein Beitrag zur Kritik. 8vo. (16) pp. 

Uit de Monatsberichte der Akademie der Wissenschaften. 18. Oct. 1847. Her- 
drukt in de Historische Beitrage zur Philosophie von Adolf Trendelenburg II 
(Berlin, G. Bethge, 1855, 8vo) pp. 192 — 231: Leibnizens Schrift de vita beata 
und sein angeblicher Spinozismus oder Cartesianismus. 

322. Réfutation inédite | de | Spinoza par Leibniz | précédée d^un 
mémoire | par | A. Foucher de Careil. | Paris. | 1854. | 8vo. 6 bil. 
+ 106 pp. +3 bil. + (78) pp. 

Gerecenseerd door Erdmanu, Zeitschrift für Philosophie, XXV (Halle 1854) 
pp. 311 — 318. Cf. IJselkout. Mengelingen en bijdragen van Johannes van Vlo- 
ten. Tc Deventer, bij A. ter Gunne, 1855. 8vo. pp. 206 — 216 : Spinoza en Leibnitz. 



82 

323. Spinozae atqve Leibnizii ( philosophiae , j ratione liabita 
libri, I cvi nomen est : | ,/Réfutation inédite de Spinoza par Leibniz 
pree. I d'un mem. par A. toucher de Careil. Paris 1854.^^ | Critica 
commentatio. | Scripsit | et . . . | pvblice defendet | Theodorvs Hv- 
bertvs Weber | Tolbiacensis. | . . . | Bonnae | formis Caroli Geor- 
gi. I MDCCCLVm. I 8vo. 26 pp. + 2 bil. 

324. Leibniz | üescartes et Spinoza | par | A. Foucher de Ca- 
reil. I Avec | un rapport | par M. V. Cousin. | Refutation inédite 
de Spinoza par Leibniz. — Nouveau oom- | mentaire è. Féthique 
et aux lettres de Spinoza, précédé j de Mémoires a F Académie des 
sciences morales et poli- | tiques sur les rapports du Spinozisme 
avec la philoso- | phie de Leibniz et avec celle de üescartes. | Pa- 
ris , I librairie philosophique de Ladrange ( rue Saint- André-des- Arts , 
41. I 1862. I 8vo. 288 pp. 

Cf. Schulze, Göttinger gel. Anzeigen 1830. Aug. N° 128. 

G. E. Guhrauer : Quaestiones criticae ad Leibnitii opera phüosopLica perti- 
nentes , p. 3 seqq. p. 15. 

Erdmann, Jahrbücher für wissenschaftliche Kritik. Nov. 1842. N° 97. 

G. E. Gulirauer : Leibnitz's animadversiones ad Cartesii principia pLilosophiae 
aus einer noch ungedruckten Handsehrift. 1844. p. 1 seqq. 

325. Ueber die | fittliche Freiheit, | mit befonderer Berücküch- 
tigung der Syfteme | von | Spinoza, Leibnitz, Kant. | Gekrönte 
Preisfchrift. | Nebft einer Abhandlung | über den | Eudamonis- 
mus. I Von | Dr. Friedrich Dittes. | Leipzig, | Verlag von Julius 
Klinkhardt. | 1860. | 8vo. 4 bil. + 128 pp. 

9. Oippel (1693—1934). 

326. Christ. Democriti Vitfe animalis morbus & medicina fuse 
vindicata Origini difqvitifione phyüco medica , qva fimul Mechanifmi 
& Spinofismi deliramenta funditus deteguntur & ex fanse rationis 
circulo deturbantur, & integrum univerli motui fyflema concinnis 
vinculis nectitur. Lugd. Batavorum. Luchtmans. 1711. 

327. Christ. Democriti Kranckheit und Artzney des animalifchen 
Lebens , wie beyde in einer phys.-medicinifchen Unterfuchung ihrera 
wahren Urfprunge wieder zugeeignet , die Thorheiten des Mechanismi 



/ 



83 

und Spinosismi . . . entdeckt . . . und ein völliges System aller 
Bewegung . . . dargeftellt worden. Franckfurth und Leipzig. 8vo. 

328. Analysis | cramatis harmonici | hyper-metaphysico- | logico- 
mathematica , | Das ift : | Chymifcher Verfuch | zu deftilliren | per 
defcenfum> per afcenfum & per latus, | und in ihr Sal, Sulphur 
& Mercurium zu resolviren | die drey harmonifchen systemata der 
heutigen Philofophie , | nemlich des | Cartesii, Spinozse und | Leib- 
nitzens; | aus welchem fo wol die Bauren, als die aller-fub tuften 
Ontologi I und Mathematici, fo fie wollen, erkennen können, wo 
fie zu Haufe find ; | welches gewiszlich nichts geringes ift. | In aller 
ïreyheit , und nicht gezwungen , herausgewickelt , und wiederum | ge- 
hörig zufammen gerollt | durch | Chriftianum Democritum, | Theo- 
logum , Medicum , Juridicura , Mathematicum , Logicum , Metaphy- 
sicum I et Ortologum per ignem. | Anno MDCCXXIX. | 4to. 88 pp. 

329. Prodromus analyseos | philosophicse | Qua | Viri Male Cele- 
bris I Christiani Democriti | Analysis Chy- | mica | trium systema- 
tum philosophicorum | Cartefiani , Spinoziani | & Leibnitio-Volü- 
ani, I breviter examinatur, | Prodromum hunc | consent, ampliss. 
facult. philos. | in regia academia gotho- | rum, carolina | publicse 
disputationi subjicientibus | prseside | Andrea Eydelio , | Phil. Theor. 
Prof. Ord. & Past. Hardebergenfi , | Et | respondente | Andrea Ne- 
landro, | Die 19 Martij A:o MDCCXXX. | Lundini, Typus Lu- 
do vici Decreaux. | 4to. (26) pp. 

lO. Toland (1690—1933). 

330. Letters | to [ Serena : | containing, | I. The Origin and 
Force of Prejudices. | II. The Hiftory of the SouFs ImmortaUty 
among the | Heathens. | III. The Origin of Idolatry, and Reafons 
of Heathenifra. | As alfo, | IV. A Letter to the Gentleman in Hol- 
land, fhowing I Spinosa^s Syftem of Philofophy to be without | any 
Principle or Foundation. | V. Motion elTential to Matter, in Anfwer 
to fome I Remarks by a Noble Friend on the Confutation of Spi- 
nola. I To all wich is Prefix'd, [ YI. A Preface; being a Letter to 
a Gentleman in Lon- ( don , fent together with the foregoing Dif- 
fertations, | and declaring the leveral OccaQons of writing them. | By 



84 

Mr. ïoland. | Opinionum Commenta delet Dies, | Naturse Judicia 
confirmat. Cic. deNat. Deor.l. 2. | LondoD; | Printed for Bernard Lin- 
tot at the Middle-Temple Gate in Fleet- | ftreet. M. DCC. IV. | 8vo. 
26 bil. + (240) pp. 

Een andere meening over Spinoza heeft Toland uitgesproken in zijn Pantheis- 
ticon sive formula celebranda sodalitatis Socraticfie. Cosmopoli [London] 1720. 8vo. 
Pantheisticon , or the fonn of celebrating the Socratic Society. London 1751. 8 vo. 

11. Swedenbors (1688—1998). 

331. ïhe I doctrines | of Spinoza and S wedenborg | identi- 
fied; I in so far as they claim a scientific ground, | in | Four Let- 
ters I by -^^^^^^ I United States Army. | Boston, | 1846. | 8vo. 
36 pp. 

Van den noordamerikaanschen geueraal-majoor Hitchcock. Cf. n® 28 pp. 187 — 192. 

18. Voltalre (1694—1998). 

332. Yoltaire : Spinosa. (Oeuvres de Voltaire avec préfaces, aver- 
tissements , notes , etc. par M. Beuchot. Tomé LXXII. Table alpha- 
bétique et analytique des matières par Miger. Tomé II. L — Z. 
A Paris, chez M. Beuchot. MDCCCXL. 8vo. p. 352). 

13. Condlllae (1715— 1980). 

333. Etienne Bonnot de Condillac:Le Spinozisme réfuté. (Traite 
des systèmes, 2 VoU. 1749, 8vo. chap. X). 

14. Lessing — Mendelssohn — Jaeobl. 

334. Ueber | die Lehre des Spinoza | in Briefen | an den | Herrn 
Mofes Mendelsfohn. | Jo(; /noi> Tt» gi». | Breslau , bey Gottl. 
Löwe. I 1735. | 8vo. 4 bil. + (216) pp. 

Geschreven door ¥. H. Jacobi naar aanleiding van Mendelssohns Morgenge- 
dauken über Gott und Schöpfung (Berlin 1785), waarin hij strijdt voert "gegen 
die Spinozisten oder All-Einem". Het werk van Mendelssohn is meer bekend als 

Morgenstimden oder Vorlesungen über das üaseyn Gottes. Berlin 1785 — 86. 
8vo. II. (In zijn: Gesammelte Schriften, Leipzig : Brockhaus, 1843, II pp. 
233 e. V.) 

Göthes Prometheus bracht Lessing en Jacobi (gedurende een gesprek te Wol- 
fenbuttel in het jaar 1780 gehouden en in .Tacobi's Brieven aan Mendelssohu 
uitvoerig meegedeeld) op Spinoza. Lessing zeide toen o. a. : Die orthodoxen Be- 
griflfe von der Gottheit siud nicht mehr für mich . . . "Ev y.aï itdvl ich weiss 
nichts anders ... Es giebt keine andere Philosophie als die Philosophie des Spinoza. 



4C 



85 

335. Moses Mendelsfohn an die Treunde Lesfings, Ein Anhang 
zu Herrn Jacobi Briefwechsel über die Lehre des Spinoza. Berlin , 
bey Christian Triedrich Voss und Sohn. 1786. 8vo. 24 pp. (Ge- 
sammelte Schriften, Leipzig 1843, III pp. 1 — 36). 

336. Ueber eine Stelle in Moses Mendelsfohn^s Schrift an die 
Freunde Lesfings. (Berliner Monatfchrift. 1786. III). 



337. Friedrich Heinrich Jacobi | wider | Mendelsfohns Befchul- 
digungen | betreffend die Briefe | über die | Lehre des Spinoza. | Hoc 
nimirum est illud, quod non longe a gra- | dibus Aureliis hsec 
caufa dicitur : ob hoc | crimen hic locus abs te , Laeli , atque il- 
la I turba quaefita efl. Scis quanta fit manus , | quanta concordia , 
quantum valeat in con- | cionibus. SummüTa voce agam, tantum 
ut judices audiant. | Cicero, pro L. Flacco. ( Leipzig, 1786. | bey 
Georg Joachim Goeschen. | KL 8vo. (VIII) + (123) pp. 

Voorin een "Titel-kupfer" : Die gute Sache. Herdrukt in: Friedricli Heinrich 
Jacobi's Werke. Leipzig, bey Gerhard Fleischer. 8vo. VI (IV, 2te Abth. pp. 
170—276). 

338. Zwey Recensionen in Sachen der Herrn Lessing, Moses 
Mendelsfohn und Jacobi. In Commisfion bey C. E. Bohn in Ham- 
burg. 1786. 8vo. 32 pp. 

Herdrukt in Matthias Claudius Werken , o. a. : Original-Ausgabe. Siebente Auflage. 
Hamburg und Gotha, bei Friedrich und Andreas Perthes. 1844. 8vo. I pp. 101 — 120. 

339. K. H. Heydenreich : Animadversiones in Mosis Mendelii 
filii refutationem Placitorum Spinozae. Lipsiae, Solbrig. 1786. 4to. 
(16) pp. 

340. Die Refultate der jacobifchen und mendelsfohnfchen Phi- 
lofophie. Kritifch Unterfucht von einem Freiwilligen. Non quis? Sed 
quid? Leipzig bei G. J. Göfchen. 1786. 8vo. (256) pp. 

Cf. Thomas Wizenmann , der Freund Friedricli Heinrich Jacobi's, Von Alexan- 
der Freiherrn von der Goltz. Gotha, F. A. Perthes. 1859. Svo. II, pp. 131 — 188. 
Th. Wizenmann was de auteur der '/Besultate". 

341. An den Verfasser der Resultate der jacobischen und men- 
delsfohnschen Philosophie. 

Van Ph. L. Muzel. Cf. AUg. Repertorium der Literatur. (Jena 1793, 4to) 
I p. 342. 



8() 



342. Gott. I ^y yriaq vi êgi. 0fóq, i^dio)v tayj. | EinigC Gc- 

fprüche | über Spinoza^s Syftem; | nebft | Shaftesburi^s Naturhym- 
nus I von | J. G. Herder. | Zweite, verkürzte uiid vermehrte Aus- 
gabe. I Gotha, | bei Karl Wilhelm Ettinger, | 1800. | 8vo. XXIV 
+ 336. pp. 

De eerste druk verscheen te Gotha in 1787. Cf. Herders Reise nach Italien. 
1859. 8vo. p. XXX. 

343. Natur und Gott | nach Spinoza. | Von | Karl Heinrich 
Heydenreich , | der f reyen Künfte Magifter und Privatlehrer der | Phi- 
lof. u. fch. WilTenfch. aufderUniverfitatLeipzig. | Erfter Band. | Leip- 
zig, I in der Joh. Gottfr. Müllerfchen Buchhandlung , 1789. | 8vo. 
LXXX + 224 pp. 

Op pp. XIX — LXXX komt een vertaling voor van 99. 

344. Ueber | die Lehre des Spinoza | in Briefen | an den | Herrn 
Mofes Mendelsfohn. | Neue vermehrte Ausgabe. | Joq fi.01. Ttov go>. 
[De portretten van Lessing en Mendelsfohn]. Breslau, bei Gottl. 
Löwe. I 1789. | 8vo. (Lil) + 440 pp. 

Op de laatste bladz. het portret van Jacobi. Derde uitgaaf: Friedrich Hein- 
rich Jacobi's Werke. IV (1819) Abth. 1 & 2 — p. 167. 

345. Ueber Mendelsfohns Darftellung der fpinozistifchen Philo- 
sophie. (Aquil. Jul. Casar : Denkwürdigkeiten aus der philosophi- 
fchen Welt. IV. 1789). 

346. Bernardus Nieuhoff over Spinozisme. [Plaat met het randfchrift : 

Eyo) fbfjLu Ttay to yfyoi'0(; x«t ov xau foo/xfvov Kat vov f/nov 'JtfTtkov 

ovdfuc; Tto) 'd-vTjToq aTtfxaXv^fi'.'] Bij J. van Kasteel , I te Harder- 
derwijk. MDCCXCVniL | 8vo. 4 bil. + 372 pp. 

347. Die | Lehre des Spinosa | in ihren Hauptmomenten | ge- 
prüft und dargeftellt | von | C. B. Schlüter | Privat-Docenten der 
Philofophie bei der Königlich Preufzifchen Akademie | zu Mün- 
fter. I Munster 1836. ( In der Theiffmgfchen Buchhandlung | 8vo. 
X + (108) pp. 

/'Vorliegende Abhandlung wünscht dem Werke Jacobis' erganzend nnd rekti- 
ficirend an die Seite za treten". Vorwort p. VII. 

Aangaande den strijd van Jacobi over Lessings Spinozisme kunnen noch ver- 
geleken worden: 



87 



Allgemeines Repertorium der Literatur für die Jahre 1785 — 90 (Jena 1793. 
4to) I (N° VI. Philosophische Literatur) pp. 319, 330, 331 , 337, 339, 341, 348. 

Hamann's Schriften. Herausgegeben von Friedricli Roth. Berlin, bey G. Rei- 
mer 1843. 8vo. VIII. Cf. Register: Spinoza. 

J. G. Hamann's Brief wechsel mit F. H. Jacobi, herausgegeben von Friedrich 
Roth (F. H. Jacobi's Werke. IV. Dritte Abth.) , pp. 18—21,47,95,107,349. 

Johann Georg Hamann's, des Magus im Norden, Leben und Schriften. Von 
Dr. C. H. Gildemeister. Dritter Band (Gotha. F. H. Perthes. 1857. 8vo). Cf. 
"Inhalt" en "Alphab. Personen- Verzeichniss ". 

Oeuvres philosophiques de Fran9ois Hemsterhuis. Nouvelle édition . . . par 
L. S. P. Meyboom ... (Leuwarde, W. Eekhoff 184—50. 8vo) II pp. 223— 236, 
III pp. 108, 109. (Emile Gruiter: over het Spinozisme van Hemsterhuys.) 

Immanuel Kant. Was heisst : sicli ini Denken orientireu ? Berliner Monat- 
schrift. Oetober 1786. Werke. Leipzig, Leopold Voss. 1838. I pp. 371—90. 

I. Kant : Eiuige Bemerkungen zu Jacobi's Prüfung der Mendelssohn'schen 
Morgenstunden. 1786. Werke. I pp. 391—98. Cf. Werke. IV. §§71. 72. 

Salomon Maimon : Ueber die Progressen der Philosophie. Berlin, 1793. 8vo. 

Aug. Wilh. Rehberg : Ueber das Verhaltniss der Metaphysik zu der Religion. 
Berlin 1787. 8vo. 

F. W. J. Schelling's Denkmal der Schrift von den göttlichen Dingen &c. des 
Herm F. H. Jacobi. 1812. 8vo. Werke. VIII. 1861. pp. 39—53. 

G. W. F. Hegel : Glauben und Wissen. B. Jacobische Philosophie. Zweite 
Auflage, pp. 51 — 112. 

Heinrich Bitter : Ueber Lessing's philosophische und religiöse Grundsatze. 
(Göttingen, Vandenhoeck und Ruprecht. 1847. 8vo) pp. 24 — 46. 

Gotthold Ephraim Lessing als Theologe dargestellt von Carl Schwarz (Halle, 
Pfeffer, 1854. 8vo) pp. 68—98. 

Lessing-Studien. Von C. Hebier. (Beni, Huber, 1862. 8vo) pp. 116 e. v. 

Kuhn: Jacobi und die Philosophie seiner Zeit. Mainz 1834. 8vo). 

Constantinus Roessler : De philosophandi ratione Friderici Henrici Jacobi. Dis- 
sertatio ^Jenae typis Schreiben 1848. 8vo) pp. 6 — 14. 

Friedrich Heinrich Jacobi's Leben, Dichten und Denken. Ein Beitrag zur Ge- 
schichte der deutschen Literatur und Philosophie von Eberhard Zirngiebl (Wien, 
W. BraumüUer. 1867. 8vo) pp. 49—80. 

14. Schlelermaeher. 

348. rriedrich Schleiermacher : Kurze Darflellung | des | fpino- 
ziftilchen Systems. | (Gefchichte der Phüofophie. Aus Schleierma- 
chers handfchriftlichem Nachlaiïe herausgegeben von H. Eitter. 
Berlin, gedruckt und verlegt bei G. Reimer. 1839. 8vo. pp. 
(283)— 311). 

De beroemde apostrofe van Schleiermacher aan Spinozaas schim staat in zijn 
boek : Ueber die Religion. Reden an die Gcbildeten unter ihren Verachtern. 
Berlin 1799. 8vo p. 47, 48. Sechste Auflage. 1859. pp. 47, 138, 139. Werke. 
Zur Theologie. I. 1. p. 190. 



88 

349. Spinoza | und | Schleiermacher. | Die Geschicke ihrer Sys- 
teme und ihr gegenseitiges | Verhaltniss. | Ein dogmengeschichtlicher 
Versuch | von | Dr. P. Schmidt, | Licenciat der Theologie. | Ber- 
lin. I Druck und Verlag von Georg Reimer. | 1868. | 8vo. VIII 
+ (200) pp. 

15. G«th«. 

350. Ueber | Göthe's Spinozisraus. | Ein Beitrag | zur | tiefem 
Würdigung des Dichters und Forfchers. | Von | Wilhelm Dan- 
zel. I Hamburg, | bei Johann Auguft Meifsner. ( 1843. | 8vo. IV 
+ 138 pp. 

Cf. Göthe; Aus meinem Leben. Dichtimg und Wahrheit. III. (Werke XXVI) 
& IV (Werke XLVIII). Adolf Schöll : Briefe und Aufsatze von Gröthe aus den 
Jahren 1766 — 86, pp. 192 — 229. Stemmen en beschouwingen over godsdienst, 
staat-, geschied- en letterkunde. Te Amsterdam, bij G. van Penrsum. 1839. 
8vo. I pp. 403—410. 

16. Fiehte. 

351. Die I Philosophie Eichte^s | nach dem | Gesammtergebnisse 
ihrer Entwickelung |,und in ihrem | Verhaltnisse zu Kant und 
Spinoza. | Mit einem Anhange : | Ueber den Gottesbegriff Spinoza's 
und dessen Schicksale. | Von | Dr. Johann Heinrich Loewe, | o. ö. 
Professor der Philosophie an der k. k. Universitat zu Prag, der 
königlich böhmischen | Gesellschaft der Wissenschaften ordentlichem 
Mitgliede. | Stuttgart. | Verlag von Wilhelm Nitzschke. | 1862. | 8vo. 
2 bU. + (322) pp. + 1 bl. 

Cf. pp. 318, 319, waar de plaatsen worden opgegeven "welehe die Verwand- 
schaft zwischen dem Gotte Spinoza's und dem Plotinischen JVovq constatiren ". 

19. Sehellins. 

352. Spinoza. Leibniz. Wolff. (Friedrich Wilhelm Jofeph von 
Schellings fammtliche Werke. 1833 — 1850. Stuttgart und Augs- 
burg. J. G. Cotta'fcher Verlag. 1861. 8vo. pp. 33—72. Werke. 
Erfte Abtheilung. Zehnter Band). 

Cf. Erste Abtheilung. II pp. 19, 35, 71. Zweite Abtheilung. I pp. 275,280. 
" Es kan wohl keiner boffen , zum Wahren und Vollendeten in der Philosophie 
fortzugehen, der nicht einmal weinigstens in seinem Leben sich in den Abgrund 
des Spinozismus versenkt bat". 



/ 



89 



18. Hegel. 

353. Spinoza. (Georg Wilhelm Friedrich HegeFs Werke. Fünf- 
zehnter Band. Berlin, 1836. Verlag von Duncker und Humblot. 
8vo. pp. 368—411. Zweite Auflage. 1844. pp. 332—69. Spino- 
ziflifche und Leibnitzifche Philofophie. Vierter Band. 1834. Zweite 
Auflage. 1841. pp. 187—93). 

"Spinpzist zu sein ist der wesentliche Anfang allens Pliilosophirens. Denn wenu 
man anfangt zu pliilosopliiren , muss die Seele sich baden in diesem Aether der 
einen Substanz, in der Alles, was man für wahr gehalten hat, untergegangen 
ist. — Ueberhaupt ist Spinoza ein solcher Hauptpuukt der modernen Pbiloso- 
phie , dass man in der Tbat sagen kaun : Du bast entweder den Spiuozismus 
oder gar keine Philosophie". 

19. Herbart. 

354. Spinoza und Schelling, eine Skizze. 1796. (Johann Frie- 
drich Herbart's sammtliche Werke herausgegeben von G. Harten- 
stein. Zwölfter Band. Historisch-kritische Schriften. Leipzig, Ver- 
lag von Leopold Voss. 1852. 8vo. 7 — 10). 

Cf. J. ï\ Herbart: Allgemeine MetapLysik nebst den Anfangen der philoso- 
phiscLen Naturlebre. Erster, historiscb-kritischer Tbeil. Konigsberg, in Conmiis- 
sion bei A. W. Unzer. 8vo pp. 127 — 177. Opgenomen in de «Werke". Dritter 
Band. Schriften zur Metaphysik. Erster Tbeil. 1851. pp. 158 — 193. Ontologie 
des Spinoza. Kosmologie des Spinoza. Vergleicbung zwiscben Spinoza, Leibnitz 
und Kant. 

80. Baader. 

355. Ueber die Nothwendigkeit | einer | Revision der Wissen- 
fchaft I natürlicher, menschlicher und göttlicher Dinge, | in Be- 
zug 1 auf die sich in ihr noch mehr oder minder geitend machenden 
Cartesischen | und Spinozistischen Philosopheme. | Aus einem Send- 
schreiben an einen alten Freund. | Von | Franz von Baader. | Er- 
langen, 1841, I bei J. J. Palm und Ernst Enke. | 8vo. 

Herdrukt in Tranz von Baader's sammtlicbe Werke. Zebnter Band. Leipzig. 
Verlag von Hermann Bethmann. 1855. 8vo. pp. (255) — 282. Verg. verder Band 
XVI, 1860, p. 463. art. Spinoza. 

356. Franz Baader | im Verhaltnisse | zu | Spinoza, Leibniz, 
Kant, Jacobi, Fichte, | Schelling, Hegel, Herbart. | Von | Dr. Franz 
HoflFmann, | ordentl. öffentl. Professor der Philosophie aji der 
Hochschule zu Würzburg. | Bésonderer Abdruck | der | Einlei- 

7 



90 

tung I zu I Eranz von Baaders sammtliche Werke, erste Haupt- 
abtheilung zweiter Baixi : | Gesammelte Schriften zur philosophischen 
Grundwissenschaft | oder Metaphysik. ( Leipzig. | Verlag von Herr- 
mann Bethmann. | 1851. 8vo. LXXIV pp. 

f 1« Schopenhaner. 

357. Mensch en dier; naar Schopenhauer en Spinoza. (De levens- 
bode. Tijdschrift op onbepaalde tijden , door J. van Vloten. Phi- 
losophia vitae, non mortis, meditatio. (Wijsbegeerte is levens-bespie- 
geling, geen doodsbetrachting.) Spinoza. Vierde deel. Haarlem, E. E. 
von Munchen. 1870. 8vo. pp. 110—121.) 

Cf. Die Welt als Wille und Vorstellung. Voa Arthur Schopenhauer. Dritte 
Auflage. Zweiter Band. Leipzig, F. A. Brockhaus, 1859. 8vo. pp. 736 — 746. 

Arthur Schopenhauer und die Philosophie der Gegenwart. Antimetaphysische 
üntersuchungen mit hesonderer Rücksicht auf die Denker des achtzehnten Jahr- 
hunderts von Berthold Suhle. Erster Theil. Berlin 1862. W. Weber. 8vo. 

Das Wort "a priori". Einc neue Kritik der Kantischen Philosophie von Dr. 
Eduard Roeder. Erankfurt a./M. 1866. Joh. Christ. Hermann'sche Buchhand- 
lung. F. E. Suchsland. 8vo. 



V. 



POLEMIEK TEGEN SPINOZA 



1. Bestrydiug van den Traetatus theologlco-polltlens. 

358, Jacobus Thomasius : Programma (d. d. 8 Maii 1670) ad- 
versus anonymum, de libertate philosophandi. 

Opgenomen in de uitgaaf der Dissertationes vau Thomasius (door zijn zoon 
Christ. Thomasius), Halae 1693. 8vo. Progr. 50, pp. 571—583. Voor de iw- 
lemiek der XVII. eeuw komen vooral noch in aanmerking de volgende schrijvers: 
Fredericus Rappoltus : Oratio contra Naturalistas , hahita ipsis Kal. Jun. anni 
1670. (In de Opera theologica ed. ah Joh. Benjam. Carpzovio. Lips. 1692). 
I. pp. 1386 sqq. 

Joh. Conr. Duerrii prof. Altorf. Oratio de praepostera libertate philosophandi , 
praesertim in religionis negotio, una cum Progr. Jac. Thomasii. 1672. 4to. 

Theoph. Spizelius : Infelix litterator. Roterodanii 1675. 8vo. pp. 363 sqq. 



91 



Lainb. Velthusii Ultraiecteiisis Tractatus moralis de naturali pudore et digui- 
tate hominis Traiect. 1676. 4to. 

Lamb. Veltbusius : De cultu naturali pudore et dignitate homiuis. Roterodami 
1680. 4to. 

Guillelmi Saldeni S. S. Theol. Doet. Otia Theologica, sive Exercitationum 
subcisivarum varii argomenti, libri quatuor. Amstelodami apud Henricum & Vi- 
duam Theodori Boom. 1684. 4to. (Nouvelles de la rep. des lettres. A Amster- 
dam, chez Henry Desbordes M. D. LXXXIV. 12mo. Tomé I. pp. 385—386) 

(Abbadie :) Traite de la vérité de la Religion Chrétienne. A Rotterdam chez 
Reinier Leers. 1684. 8vo. 2 voU. (Nouvelles de la république des lettres. 1684, 
II, pp. 308, 399—402.) 

Le Vassor: Tractatus de vera religione. Parisiis 1688. 8vo. (Journal des Sa- 
vans. Janvier 1689.) 

Petr. Dan. Huet: Quaestiones Alnetanae de concordia rationis et fidei. Caen 
1690. Parisiis 1692. 4to. Editio nova. Lips. 1695, pp. 395 seqq.) " Huets 
drei Schriften: De censura philosophiae Cartesianae, Paris 1689, Quaestiones 
... und der im J. 1690 französisch geschriebcne , dann von Huet selbst ius 
Lateinische übersetzte, erst nach seinem Tode veröffentlichte Traite philosophique 
de la faiblesse de l'esprit humain, Amsterdam 1723, zeigen, wie sich sein zum 
Grinmi gesteigerter Widerwille gegen Descartes und Spinoza mit seinem Skepti- 
cismus verbindet" &c. Erdmann. 

De la Mothe : De l'inspiration des livres sacrez du Nouveau Testament. Am- 
sterdam 1695. 8vo. (Acta erud. Lips. 1696, p. 153.) 

Sal. van Til : Het voorhof der Heidenen voor de Ongeloovigen geopend. Dord- 
recht 1694. 1696. (Acta erud. Lips. 1696 pp. 295 sqq.) 

Isaac Jaquelot: Dissertations sur Texistence de Dien. A la Haye 1697. 4to. 

359. J. M. V. D. M. I Epistola | Ad Amicura, | continens | cen- 
suram | Libri, cui titulus : | tractatus | theologico-politicus , | In 
quo demonftrantur , &c. [^] Ultrajecti, ( Ex Offlcina Cornelii Noe- 
naert, Bibliop. | Anno do loc Lxxi. | 4to. 48 pp. 

360. Joh. Melchior : Religie ejufque natura & principium, sive 
Epistola qua ad examen vocatur Tractatus Theologico-Politicus. Ultra- 
jecti 1672. 8vo. 

361. Jac. Batalerius : Vindicia miraculorum, per qu. divinse 
Religionis, & fidei Christianse veritas olim confirmata fuit, adversus 
profanum Autorem Tractatus Theologico-Politici. Amstelodami 1674. 
12mo. (104) pp. 

362. Joh. Musseus : Tractatus Theologico-Politicus ad veritatis 
lumen exarainatus. Jense 1674. 4to. 96 pp. 

Dit strijdschrift bevond zich onder Spinozaas boekeu. 



92 

368. Regneri h Mansvelt | Philofoplüee , dam viveret, Doctoris 
& Profeflbris in | Academia Trajectina | Adversus anonymum | the- 
ologico-politicum | Liber Singularis, | In quo omnes & üngulae 
Tractatus Theolo- | gico-politici Differtatioues exami- | nantur & 
refelluntur, cum praemüTa dilquifi- | tione de Divina per Nafcuram, 
& I Scripturam Eevelatione. | Opus posthumum. [^ Qverendo] 
Amstelgedanii , | Apud Abrahamum Wolgang Bibliopolam, | Anno 
1674. I 4to. 2 bil. + 364 pp. 

364. De waerheyt | van de | christelijcke godts-dienst | en 
de I authoriteyt | der | H. Schriften, [ Beweert | Tegen de Argu- 
menten der Ongodtsdienftige , | Of een | Wederiegginge van dat 
Godfc-lafteriijcke | Boeck, genoemt | Tractatus Theologico- | Politi- 
cus. I In welcke foo met natuerlijcke en Phüofophifche redenen, 
als Argumenten uyt de | H. Schrift wort bewefen , de waerheyt en 
nootfaeckelyckheyt van de Chrifle- | lijcke Godts-dienft , als mede 
hoe Ziel- en Lands-verderffelyck de meeninge van | onfen Schrijver 
is. I Door I Willem van Blyenbergh , Dortenaer. [^] Gedruckt tot 
Leyden, | By Daniel van Gaesbeeck, 1674. | 4to. 16 bil. +(470) pp. 

365. Arcana | atheismi | revelata, | Philofophice & Paradoxe refu- 
tata, I Examine Tractatus | theologico-politici. | Per Franciscum Cu- 
perum | Amftelodamenfem. | Duobus Libris comprehenfa : | Priori 
ipfe Tractatus examinatur atque refellitur. Altero ipfiffima | Atheo- 
rum , primo contra Sacram Scripturam , deinde contra reli- | giouem 
& Dei exiflentiam argumenta, explicantur atque ener- | vantur, 
& Deum eflfe novis argumentis demonftratur. | Operi prsefixa eft 
Prsefatio , ad operis intellectum penitus neceflaria : & in calce | ad- 
ditamenta & mutationes nonnullse, itidem neceffarise. [^] Rotero- 
dami, | Apud IsaacumNseranum, Anno 1676. | 4to. 8bll. -j- 304pp. 

366. Franciscus Cuperus | Amstelod. | mala fide,. aut ad mini- 
mum frigide | atheismum Spinozse op- | pugnans | pro | materia dis- 
putationis | prgeside | D. Joh. Wolfg. Jagero, | CancellarioTub. | pro- 
positus I a I M. Georgio Frider. Mauritio | Beuttler, | Schaddeccia- 
Wettravo lUull. | Stipend. Alumno. [ Die 19. Septembris Anno 
MDCCX. I In Aula Theologorum Nova. | Tubinga? | typis Viduse 
Georgii Henrisii Reisii. | 4to. 16 pp. 

Cf. Baumgartens Nachrichten I, pp. 122 — 132. 



93 



367. Henrici Mori, Cantabrigiensis , Ad V. C. Epistola altera, 
quae breuem Tractatus theologico politici confutationem complectitur. 
(Opera phüosophica . . . LondiDi. Typis J. Macock, impensis J. Mar- 
tyn et Gualt. Kettilby fub infignibus Campanae et capitis episcopi 
in coemeterio D. Pauli MDCLXXIX. Folio. Tom. I pp. 563—635). 

"Hinten ist noch beigefüget eiue Beui'tlieilung 4er Widerlegung des Cupers 
von eben diesem Buch, ond eine Widerlegung zweier Saze des Spinoza, nemlich, 
dass zu einer Substanz ein notwendiges Üaseyn gehore, und das nur eine einige 
Substan z in der Welt sey". Siegm. Jac. Baumgartens Nachrichten von merk- 
würdigen Büchem. III (Halle 1753, 8vo) p. 320. 

368. Impietas convicta a P. Yvone, pastore ecclesiae reformatae , 
quae ex mundo retracta Wiwerde, in Fericia, nunc coUigitur. Am- 
stelodami 1681. 

369. L^impiété vaincue en deux traitez, dont Ie premier établit 
clairement J'existence de Dieu comme la premiere & la plus certaine 
de toutes les veritez : & Ie second contient la défense de TEcriture 
fainte, par Fentiere refutation du livre impie de Spinosa, nommé 
traitté Theologique Politique. Par Pierre Yvon. A Amsterdam 1684. 
8vo. Amsterdam 1687. 8vo. 

Cf. Nouvelles de la République des Lettres, Octobre 1684, p. 862. 

370. Deism | ExaminM and Confuted. | In an [ answer | to 
a I book I intitled, | Tractatus Theologico Politicus. | By Matthias 
Earbury , M. A. | School-Mafter of Wye in Kent. | London : | Prin- 
ted for Charles Brome , at the Gun , at | the Weft End of St. Pauls. 
1697. I 8vo. 8 bil. + (190) pp. + l bl. 

371. Q.B. V. I De | persvasione | prophetarvm | per signa | con- 
tra I Bened. de Spinoza | praeside | Andrea Lvdovico | Koenigsman- 
no , I professore philosophiae | pvblico | in Academia Kiloniensi | A . 
D. XXX martii | solemniter dispvtabit | Joachimvs Beccav, | Fema- 
riensis, | S. theologiae cultor. | Kilonl, | Literis Bartholdi Eeutheri, 
Acad. Typogr. [1711.] 4to. 22 pp. + l bl. 

372. Jo. Henrici Muilen, Mathematici Altdorfini, de miraculis 
adversus Spinosam dissertatio. Altdorf. 1714. 4to. 

373. G. F. Meinhard : Conc. explan. v. XIV. 2 Thess. II. in 
qua quid Bened. Spinoza de e vang. sent. una brevit. atting. et 
perstring. Sil. 1725. 



94 

374. M. Christophori Wollii | Lipsiensis | catechetae ad D. Pe- 
tri I commentatio philologica | de | parenthesi sacra | accedvnt | dvae 
dissertationes | prior | de vsv et abvsv | AYSH2EJ12 \ nominvm 
divinorvm | sacrae | posterior | de loco Dan | Genes. XIV. oom. 
XIY I contra Spiuozam | praefationem praemisit | Christian. Prider. 
Boernervs | Theol. D. et in Acad. Lips. Prof. | primarivs. | Lip- 
siae I svmtibvs lo. Frid. Gleditschii B. Filii. | cIo lo cc XXVI. | 4to. 
4 bU. + 200 pp. + 4 bU. 

375. G. B. Büfinger : Notae breves in Spinosae methodum 
explicandi Scripturas. Francof. 1732. 4to. 

376. Doutes | sur la | religion | Suivies de | Tanalyse | du trai- 
te, I theologi-politique | de | Spinosa | Par Ie Comte de Boulain- 
viUiers. I Londres, | MDCCLXVH. | 8vo. (104) pp. 

377. Isidor Kampf: B. von Spinoza's Tractatus theologico- 
politicus. (Oriënt. III. Literaturblatt 34 /Col. 529—33; 35 Col. 
545—51 ; 46 Col. 721—26 , 740—46.) 

378. Spinoza | als Kritiker und Ausleger des Alten Testa- 
ments. | Ein | Beitrag zur Geschichte der alt-testamentlichen Kritik 
und Exegese | von | Professor Siegfried. | Nebst dem | Jahresbe- 
richt des Rectors. | Einladungsprogramm | zu der | am 21. Mai 
1867 I stattfindenden | dreihundert und vierundzwanzigsten Stif- 
tungsfeier | der | Königlichen Landesfchule Pforta. | Naum- 
burg, I Druck von Heinrich Sieling. | 1867, | 4to. (54) + XXIV pp. 

379. Spinoza's | Theologisch-Politischer | Tractat | auf seine 
Quellen geprüft | von | Dr. M. Joel, | Rabbiner der Israelit. Ge- 
meinde zu Breslau. | Breslau. | Schletter^sche Buchhandluug (H. 
Skutsch). I 1870. | 8vo. XII + 76 pp. 

Dr. II. Graetz schrijft (Geschichte der Juden X , Note I p. XI) : Die Frage 
ist noch nicht einmal aufgeworfen , wie haben sich Spinoza's gebildete jüdische 
Zeitgenossen , meistens in Amsterdam , zu seinem antijüdischen Systeme verhalten ? 
Es scheint namlich , dass nur Wenige derselben Notiz davon genommen haben , 
wenn man von Thomas de Pinedo absieht, der nur hin und wieder Spinoza's 
Ansicht bekampft , femer von dem Wirrkopf de Barrios, der nicht wusste, was 
er schmierte, und endlich von Jakob de Andrade Belozino, der zwar einen The- 
ologo religioso contra el Thcologo Politico de . . . Espinoza geschrieben hat, aber 
erst lange nach Spiiioza's Tod. Belozino's Geburt fallt 1657 (Maskir III. S. 58). 



95 



3. Beëtrydiug van het systeem. 

380. Wederleggiug | Van de | Ethica of Zede-Kunft , | Van | Be- 
nedictus de Spinoza. | Voornamentlijk omtrent het Wefen ende de 
Natuur | van | God en vau onfe Ziel. | Waer in met kracht van 
redenen uyt ons aendachtig verftant | opgenomen , | niet alleen de 
Grondveften van fijn bewijfen van Atheifterie | ontzenuwt en gere- 
futeert worden , maer ook doorgaens klaer | getoont dat hy de 
Meetkundige Betoginge , daer het op de | klem der faeken aen komt , 
niet voldoet. | Door | De Heer Willem van Blyenbergh , | Uyt de 
Vroedfchap en Thefaurier der Stede Dordrecht. [^ Ardua quse 
pulchra.] Tot Dordrecht , | By de Weduwe van Jasper , en by Dirck 
Goris, woonende | by de Wijnbrugh, in de Griffioen. Anno 
1682. I 4to. 8 bll. + 35é pp. 

381. ^t Mom-aensicht | der | atheistery | Afgerukt door een Ver- 
handeling van den | aengeboren stand | der | menschen , | Vervat- 
tende niet alleen een Betoogh van de fiechtfinnige | Stellinge; maer 
ook voornamentlijk een Grondige Wederleg- | ging van de tegen- 
flrijdige Waen-ge voelen s en in 't byfon- | der van de geheele | sede- 
konst, I Van | Benedictus de Spinoza. | Door A. V. | Modicè Phi- 
lolbphari, Ghriftianum. [^] t' Amsterdam, | By Wilhelmus Goeree, 
Boek-verkooper op ^t Eokin | in Cicero. 1683. | 4to. 12 bil. + 90 
pp. -|- 1 bl. 

De voorrede is oiiderteekeiid door Adriaeu Venver. 

382. Petrus Poiret : Fundamenta atheismi eversa, sive specimen 
absurditatis Spinozianae. (Cogitationes rationalis de Deo, anima et 
malo. Amstelodami 1685. 8vo). 

383. Korte en bondige | weederlegging, | van het | wiskunstig 
bewijs I van | B. D. Spinosa, | Met welk hij zijn | atheistise gron- 
den, I Heeft gepoogd te bekrachtigen, in zijn na zijn dood, | uijt- 
gegeeven werken. Door de wijdberoemde Heer | Henrikus Mo- 
rus. I Uijt het Latijn vertaald. | Waar achter is gevoegd, een andere 
Weerlegging, | van het zelfde , op het aan raaden van dezelfde | Heer, 
door de Vertaaler uijtgegeeven. | Gedrukt, in ^t Jaar M. DC. 
LXXXVII. I 4to. 3 bil. + 114^ pp. 



96 

384. Christoph. Wittichii | Aiiti-Spinoza | Sive | examen ethi- 
ces I Benedicti de Spinoza, | Et | commentarius | de | deo | Et 
ejus attributis. [^s] Amstelsedami , | Apud Joannem Wolters. 
MDCXXXX. I 4to. 6 bU. + 424 pp. 

Regel 2, 5, 9 en de naam des drukkers rood. Cf. Bibliothèque universelle. 
Tomé XXIII pp. 323 e. v. 

385. Ondersoek | van de | zede-konst | van | Benedictus de Spi- 
noza, I en een | verhandelinge | van [ god | en desselfe | eigen- 
schappen. I In het Latyn befchreeven door de | Hr. Christophorus 
Wittichius, | In fijn leven Profeflbr der Godgeleerdheid in de Hoge 
School tot Leiden. | Vertaald door Abraham van Poot, M. D. [^] 
Tot Amsterdam, | By Joannis en GiUis Janssonius van Waesberge. 
1695. I 4to. 8 bU. + 576 pp. 

Regel 1, 3, 5, 9, 13 en de naam des uitgevers rood. 

386. M. Walther : de existentia diabolorum contra Spinozam. 
Viteb. 1692. 4to. 

387. Henrici Horchii Investigationes Theologicae VIII. circa 
origines rerum ex Deo, contra Spinosam. Herborn. 1692. 4to. 

Cf. Boeksaal van Europe 1693. Dec. p. 525. 

388. t). Fran^ois Lami Benedictin : Le Nouvel Athéisme ren- 
versé , ou Réfutation du Système de Spinosa , tirée pour la plupart 
de la connoissance de la nature de rhoqcime. Paris 1696. 

Cf. Chevrceana, part. II (Amst. 1700, 8vo) , p. 100. Oeuvres de Bossuet , 
édit. de Be8an9on , tome XVII , Lettre 145. 

389. PetriJensPhil.fe Med. Doet. | examen philosophicvm | Sextse 
Definitionis Part. I. Eth. | Benedicti de Spinoza, | Sive | prodro- 
mvs animad version vm | fuper unico Veterum & Eecentiorura Athe- 
orum I argumento, nempe | vnasvbstantia; | ubi infirmitas & vanitas 
argumentorum pro | ea evincetur. | Accedunt qusedam necdum pro- 
pofita I argumenta pro vera | existentia dei. | Dordrechti | Apud 
Theodorum Goris fub figno Gryphis. | cIo lo c xcVII. | 4to. 8 
bil. -\-66 pp. 

390. The [ Living Temple : | or a | designed improvement | on 



97 

that Notion that | a good Man | is the | Temple of God. | Part 

I I concerning God^s Existence, and his conversibleness with 
man. | Against Atheïsme , or the Epicurian Deism. | By John 
Howe M. A. I London 1702. | 8vo. (xxxvi) + 366 pp. Part 

II I containing | animadversions | on Spinoza, | and | a french 
writer pretending to confute him. | London 1702. | (xxii) -|- 
470 pp. 

391. Q. D. B. V. I Benedictvm | de Spinoza | atheismi con- 
victvm, I contra | avtorem | praefationis | in ( opera eivs posthv- 
ma, I praeside | M. Jacobo Staalkopff, | pvblico ervditorvm | exa- 
mini | sistet | D. Septembr. MDCCVII. | Jo. Philippvs Ander- 
sen , I Stada-Bremensis. | Gryphiswaldise, | Typis Danielis Benjaminis 
Strackii, | Reg. Acad. Typogr. | 4to. 28 pp. -|-1 bl. 

392. Jac. Staalkopff: Dissertatio de atheismo Bened. de Spinoza , 
adversus Godofridum Arnoldum. Gryphiswaldiae. 1707. 4to. 

393. Jac. Staalkopfif : Dissertatio de atheismo Bened. de Spinoza, 
adversus Joan. Geo. Wachterum. Gryphiswaldiae. 1707. 4to. 

394. Numen Spinozse | in refutationem erroris atheistici, | Qvod 
Eeligio I sit cogi conscia, | sub auspiciis divinis | et consentiente 
magnifico theologorum ordine, | praeside | viro magnifico et sum- 
me I reverendo, | Dn. Johanne Joachim [ Weidenero, | phil. & 
SS. theol. doctore , ac prof. p. o. , ad | div. marise p. vigilantissimo 
& hodie acad. | rectore, | in celeberrima roseti varniaca , | Anno 
MDCCIX. die XXVI. April. | Amicse ventüationi | exponit ( Joa- 
chim Christianus Hoffmannus, | Saxo-Lauenburgenfis. | Rosto- 
chii, I Typis Joh. Wepplingl, Seren. Princ. & Acad. Typogr. | 4to. 
(30) pp. Sine dato. 

395. Henrici Horchii | Efchvega-Haffi | archetypus | Seu | scru- 
tinium naturae | spiritualis et corporese, | generaliter specta- 
tse, I Ex I ConQderatione Dei, | tanquam | Summi rerum Exempla- 
ris; I Nee non [ compendium | spinozismi | confutatum. [^] Mar- 
burgi Cattorum, | Impenfis Auctoris & Typis Johannis Kürsne- 
ri, I Acad. Typographi, Anno Domini MDCCXIII. | 4to. 4 bil. -j- 
162 + 103 pp. 



9S 

396. lacobi. Staalkopffii. | aedis. divi. georgii. apvd. vismarienses. 
pasto- I ris. et. consistorii. regii , assessoris. | animadversiones. | svc- 
cinctae. | in. | definitionem. secvndam. partis. | primae. ethices. | Be- 
nedicti. de. Spinoza. | vt. et. | illivs. confvtationem. | a. | Petro. 
Poireto. scriptam. | accedit. | tentamen, introdvctionis | in. | histo- 
riam. I concüiatorvm. biblicorvm. | ad. | virvm. praenobUissimvm. 
ac. amplissimvm. | domiuvm. [ Henricvm. ïanckivm. | ICtvm. plane. 
eximivm. et. | reipvblicae. | vismarieusis | senatorem. prvdentissi- 
mvm. I Lipsiae. et. Wismariae. | apvd. Sam. Gottlieb Lochmann. 
bibliopolam. | MDCCXXIV. | 4to. 4 bil. + 78 pp. + 7 bU. 

397. De I bedrieglyke | philosooph | Ontdekt, | uyt | De nagela- 
ten Werken | Van | Benedictus de Spinosa. | En | In ^t Ligt ge- 
geven I Door I Nicolaas Hartman, | Predikant te Zwolle. [^;] Te 
Zwolle, I Gedrukt by D. Eampen en F. Clement, | Boek- en Pa- 
pierverkopers in de Dieferftraat 1724. | 8vo. 4 bil. -|- (142) pp. 

398. W. A. B. a Steinwehr: Creatio universi ex materia aeterna 
non ex nihilo ruinos. confutation. Spinozismi fundam. Viteb. 1727. 

399. Exposition | des sentiments de | Spinosa. | Avec un Examen 
de la I réfutation faite par | MonGeur Regis de | Spinosa, sur 
Texistence | Et la nature de Dieu. | 4to. 

Handschrift van 153 pp., geschreven circa 1740 en waarvan de titel hehoorde 
te luiden : Exposition des sentiments de Spinosa. Avec un Examen de la réfuta- 
tion de Spinoza, faite par &c. «Pierre Sylvain Regis (1632 — 1707) lehrte zuerst 
in Toulouse und Montpellier, dann aher in Paris den Cartesianismus und galt 
lange Zeit als der erste Representant desselhen in seiner unverfalschten Gestalt". 
Erdmann. 

400. Berhard Friedrich Quistorp: Commentatio de atheismo 
[Bened. Spiuozae]. Rostoch. 1743. 4to. 

401. Preuves de la religion de J. C. contre les Spinosistes & les 
Déïstes. Par M. L.[aurent] F[ran9ois]. A Paris ruë S. Jacques chez 
la Veuve Etienne & Jean Herissant &c. M. DCC. LI. 12mo. IV voU. 

Cf. Mémoires de Trévoux 1751 juillet pp. 1547—1566, septemhre 2040— 
2065, novemhre 2386—2407; 1752 avril pp. 850— 878, novemhre 2631— 2646. 

402. Gronden | van | zekerheid. | Of de | regte betoogwy- 
ze I der | wiskundigen | So in het Denkbeeldige, als in het Zake- 
lyke : | ïer Wederlegging van Spinosaas Denkbeeldig Samenflel; | En 



99 



Ter aanleiding van eene Sekere Sakelyke | Wysbegeerte, | aange- 
toont, I door | Bernard Nieuwentyt, M. D. | Den derden Druk. [^] 
Te Amsterdam , \ By Adrianus Douci , Boekverkooper , op de Voor- 
burgwal, I agter 't Stadhuys. 1754. | 4to. 28 bil. + 456 pp. 

Regel 1, 5, 7, 9 (het woord 3piQ0saas), 11 , 14 en denaam des uitgevers rood. 

403. M. Balthasar Munter: Theologiae naturalis polemicae Spe- 
cimen, exhibens Historiam, Dogmata et Refutationem Systematis 
illius, quod a Benedicto de Spinoza nomen habet. Jenae, 1759. 4to. 

404. August Ernst Renthe : Probatio, quod Bened. de Spinoza 
graviter errans non fuerit atheus. Coeth. 1766 — 67. 8vo. 

Cf. Bibliographie biographique par E. M. Oettinger. (Paris 1850) pp. 629, 630. 

405. Lucii Dispp. de Spinoza atheismi conuicto. Wittenb. 

406. Philosophical Touchstone; or, Observations on Sir Kenelm 
Digby^s Discourse on the Nature of Bodies and of the reasonable 
Soul; and Spinoza^s Opinion of the Mortality of the Soul. Lon- 
don 1645 (!). 

407. Philalethes : demonstration de la foiblesse de Targument 
de Spinoze touchant la substance unique absolument infinite. 

Ergends aangehaald, maar ik herinner mij de bron niet meer. Evenmin ken 
ik het ergends geciteerde geschrift van Montbeillard : De l'Etique de Spinoza. 

408. Alex. von Oettingen : Spinoza's Ethik und der moderne Ma- 
terialismus. (Zeitschrift für Theologie und Kirche von Kliefoth und 
Mejer. 1866, Bd. VII. Heft 3, pp. 279—316). 



VI. 



MONOGRAFIËN OVER DE LEER VAN SPINOZA. 

409. G. G. Fülleborn : Spinozae Pantheismus und System. 
(Bey trage zur Geschichte der Philosophie. III. pp. 34, 105 seqq. 
Züllichau 1793. 8vo). 



100 

410. Ghriftian Garve: Ueber das theolc^che Syftem des Spinoza. 
Ein Nachtrag zu der Abhandlung . . . (Ueber das Dafeyn Gottes. 
Eine nachgelalTene Abhandlung. Neoe Auflage. Breslau^ 1807. bey 
Wilhelm Gottlieb Kom. 8vo. pp. 241—50). 

De eerste dmk versclieen in 1802. 

411. Chr. Friedr. Ammon : Grandzüge der Theologie des Spi- 
noza. (Kritifches Journal der theologifchen Literatur. Nürnbei^. 
1813. I pp. 1 e. V.) 

412. De Deo Spinozae commentatio critica, publ. defendet B. 
H. C. Lommatzsch, Dr. phil. Jenae 1815. 4to. (30) pp. 

413. Nova I spinozismi delineatio | Dissertatio inavgvralis j qvam I am- 
plissimi philosophorvm ordinis | avctoritate | pro facvltate legendi | in 
academia geoi^a avgvsta | rite adipiscenda | D. XXIV. Aprilis 
MDCCCXVn. I PvbUce defendet | Emestvs Stiedenroth | Phüos. 
Doet. , Art. liberall. Mag. | Gottingae | typis Christiani Herbst | ty- 
pogr. acad. | 8vo. (40) pp. 

414. Spinozae de jure naturae sententia denuo examinata, 
nuntiat Guil. Traug. Krug. Lipsiae 1825 4to. 20 pp. 

415. Der Pantheismus | nach feinen verfchiedenen Hauptformen, 
feinem | Urfprung und Fortgange , feinem fpeculativen | und prak- 
tifchen Werth und Gehalt. | Ein Beitrag | zur | Geschichte und 
Kritik diefer Lehre | in | alter und neuer Philofophie | von | Gott- 
lieb Benjamin Jafche, | Kaiferlich Ruffifchem Staatsrath und Profeffor 
der Philofophie | in Dorpat. | Erfter Band. | Berlin, 1826. | Ge- 
druckt und verlegt | bei G. Reimer. | 8vo. VïII -{- 240 pp. Zweiter 
Band. 1828. LVIII + (326) pp. -f 1 bl. Dritter Band. 1832. 
XXXn -f 404 pp. -f 2 bU. 

In deel II: Sechster Abschnitt. Die Lehre des f'v xui Ttav unter der Form 
einer wissenschaftlich begründeten und ausgebildeten Lehre der Immanenz in den 
pantheistischen Systemen des G. Bruno und des Spinoza. pp. 184 e. v. II. Abthei- 
lung. Der Pantheismus der neuem realistisch -dogmatischen Metaphysik , als Spi- 
nozismus. pp. 221 — 325. Cf. het strijdschrift, tegen het eerste deel, door H. Ritter-. 
Die Halbkantianer und der Pantheismus. Berlin 1827. 8vo. 

416. De I Spinozae | philosophia | dissertatio. | Scripsit | Dr. 
Carolus ftosenkranz. | Halae et Lipsiae, | apud Reinickium et 
Comp. I 1828. I 8vo. (60) pp. 



J 



101 

417. Explicatio spinozismi. | Dissertatie inauguralis | quam | am- 
plissimi philosophorura ordinis | auctoritate | pro summis | in philo- 
sophia honoribus | in | universitate litteraria | berolinensi | rite adi- 
piscendis | D. XV. M. septembr. A. MDCCCXXVm. | hora 
XI. I publice defendet Ludovicus Boumann | Beroliuensis. | Oppo- 
nentibus: | H. Eoetscher , dr. phil. | C. Michelet, dr. phil. | E. 
Hgen, dr. phil. | Berolini | typis Feisterianis et EisersdorflBa- 
nis. I MDCCCXXVIII. | 8vo. IV + 106 pp. + 1 bl. 

418. Benedicti Spinosae | doctrina | ex ethica eius recensita. | Dis- 
sertatie inauguralis | quam | amplissimi philosophorum marburgen- 
sium I ordinis | auctoritate et consensu | ad | summos in philosophia 
honores | rite capessendos | scripsit | Conradus Matthias. | Mar- 
burgi. I Typis KriegerianisAcademicis. | MDCCCXXIX. | 8vo.48pp. 

419. Dissertatio | inauguralis. | De notione absolute infinitae | sub- 
stantiae, | in | Spinozae ethice constituta, | quaestio metaphysi- 
ca. I Auctore | Heur. Eduardo Roer, | philosophiae doctore. | Bero- 
lini. I Typis Trowitzschi et filii. | MDCCCXXXIII. | 8vo. (28) pp. 

420. Spinozae | systema philosophicum | adumbratum. | Dis- 
sertatio inauguralis | quam | auctoritate amplissimi | philosopho- 
rum I in I academia georgia augusto | ordinis | ad summos in philoso- 
phia honores I adipiscendos | scripsit | Carolus Thomas | Regiomonta- 
nus. I Regimontii Borussorum. | Impressit Conradus Paschke. [1835.] 
8vo. (80) pp. -f 1 bl. 

421. Henri Martin : Dissertatio de philosophicarum B. de Spi- 
noza doctrinarum systemate. 1836. 8vo. 

422. J. A. Voigtlander : Entwicklung des Christenthums zur 
Weltreligion. Fragmente nach Spinoza. Leipzig 1836. 8vo. 

423. J. A, Voigtlander : Spinoza nicht Pantheist fondern Theist. 
(Theologifche Studiën und Kritiken. Heidelbei^. 1841. 8vo. Drittes 
Heft. pp. 653—72.) 

424. Car. Thomas : De relatione quae inter Spinozae substan tiam 
et attributa intercedit dissertatio. Regimontii 1839. 8vo. 



10^ 

425. Dr. J. E. Erdmann : Die Grundbegriffe des Spinozismus. 
(Vermischte Aufsatze. Leipzig 1846. Verlag von Fr. Chr. Wilh. 
Vogel. 8vo. pp. 118—192.) 

426. Spinoza^s | Individualismus und Pantheismus | von | Karl 
Thomas. | Königsberg 1848. | In Commission bei Adolph Sam- 
ter. I 8vo. (40) pp. 

427. Der | Spinozismus | als | Unendliches Revolutionsprin- 
cip I und fein | Gegenfatz. | Ein zur Eeier der Geburt Sr. Majeftat des 
Königs in der Königl. | Deutfchen Gefellfchaft zu Königsberg in Pr. 
am 16. Oct. 1848 | gehaltene Rede. | Von | Dr. G. F. Taute, | Pro- 
feffor. I Königsberg. | Verlag von Tag & Koch. | 1848. | 8vo. 48pp. 



428. De I cognitionis generibus Spinozae, | Disputatio, | quam 
Venia Ampl. Philosophorum Ordinis | Ad Imp. Litt. Univ. Alex. 
in Fennia | et | Praeside | Germundo Frederico Aminoff, | Profes- 
sore Philosophiae Publico et Ordinario, | pro summis in philosophia 
honoribus | publico examini subjicit | ZachariasIoachimCleve, | Phi- 
los. Licent. et Docens. | In Aud. Philos. die 29. Maji 1850. | h. a. 
m. s. I Helsingforsiae. | Litteris Frenckellianis. | 4to. 32 pp. 

429. Uber | Spinoza^s Grundgedanken | und dessen Erfolg. | Vor- 
getragen in der Königlichen Akademie der Wissenschaften | von | Adolf 
Trendelenburg. | Berlin 1850. | Gedruckt in der Druckerei der K. 
Akademie der Wissenschaften. | Bei Gustav Bethge. | Sparwald- 
brücke N° 16. | 4to. 58 pp. 

Herdrukt in Trendelenburgs Historisclie Beitrage zur Philosophie. Zweiter Band. 
Vermischte Abhandlungen. Berlin. Verlag von G. Bethge. 1855. 8vo. pp. 31 — 111. 
Cf. de artikelen van dr. J. Frauenstadt en dr. H. Ulrici, Zeitschrift für Philo- 
sophie und philosophische Kritik. XXV. Halle 1854. 8vo. pp. 77 — 114. 

430. Spinoza^s Lehre | vom | VerhaltnifzderSubftanz | zu | ihren 
Beftimmtheiten , | dargeftellt | von | C. H — r. | Bern. | Druck und 
Verlag von C. A. Jenni, Vater. | 1850. | 8vo. 62 pp. 

Van dr. C. Hehler. 

481. Ueber einige logische Fehler | der | Spinozistischen 
Ethik. I Von | Prof. Zimmermann , in Olmütz. | (Aus dem October- 
Hefte des Jahrganges 1850 der Sitzungsberichte der philos. his- 



103 

tor. I Classe der kais. Akademie der Wissenschaften besonders abge- 
dnickt). 8vo. 14 pp. II. (Aus dem April-Hefte des Jahrganges 
1851. . .) 16 pp. 

482. Spinoza's Staatslehre. | Zum Erften Male dargeftellt. | Von ( 
J. E. Hom. I Höchftes Staatsgefetz ifl des Tolkes Wol , | dem Alles, 
Menfchliches und Göttliches, | anbequemt werden mufz. | Spinoza: 
Theol. Polit. Trakt. XIX. 24. | Deflau, | Druck und Verlag von 
Moritz Katz (Gebrüder Katz). | 1851. | 8vo. 3 bil. -f (202) pp. 

433. Symbola | ad penitiorem notitiam doctrinae | quam Spinoza 
de substantia proposuit. | Dissertatio philosophica | quam scripsit | et 
ad summos in philosophia honores | auctoritate amplissimi philoso- 
phorum ordinis | in universitate fridericia guilelmia rhenana | rite 
impetrandos | una cum adiectis thesibus | die IV. mensis augusti 
A. MDCCCLVIII. I palam defendet | Alphonsus a Eaesfeld | Guest- 
phalus. I Adversariorum partes suscipient : | Guilelmus Altenburg , 
stud. phil. I Petrus Gross, dd. phil. | Henricus Meyer, stud. 
phil. I Bonnae , | formis Carthausii. | 8vo. (34) pp. -f- 1 bl. 

434. Spinozse doctrina | de volvntatis hvmanse natvra | exponitvr 
et examinatvr. | Dissertatio inavgvralis | qvam consensv et avctoritate 
amplissimi | philosophorvm ordinis in academia fridericiana | halensi 
cvm vitebergensi consociata ad svmmos | in philosophia honores 
rite capessendos d. VIII. | m. avgvsti a. MDCCCLXVIII hora XII 
vna cvm | sententiis controversis pvblice defendet | avctor | Eride- 
ricvs Vrtel | Saxo-Borvssvs. | Adversariorvm partes svscipient : | G. 
Lohe, stvd. phil. | O. Salau, stvd. theol. | Halis Saxonvm | formis 
orphanotrophei | A. MDCCCLVIII. 8vo. (38) pp. 

435. Jahresbericht | überdie | Königftadtifche Eealfchule, | durch 
welchen zu der | Dienflag den 21. September 1858 | (Vormittags 
von 8—121 und Nachmittags von 2 — 6 Uhr) | ftattfindenden | öf- 
fentlichen Prüfung der Schuier | ehrerbietigft einladet | Th. Die- 
litz, I Director und Profeffor. | Inhalt : | 1) Benedicti de Spinoza 
de rebus singularibus doctrina. Vom Lehrer F. E. Bader. | 2) Schul- 
nachrichten vom Director. | Berlin, 1858. | Druck von C. A. Schie- 
mentz u. Co., Spandauerftr. 48. | 4to. 44 pp. 



104 

436. Der | chriftlich erganzte Spinozismus, | die allein mögli- 
che I Vorftelluiig vora wahrhaftgöttlichenSein. | EineSkizze | in vier 
Abtheilungen. | Würzburg. | Verlag von Paul Halm. | 1858. | 8vo. 
24 pp. 

Met vier houtsneden. 

437. Spinoza | over Jezus Christus en zijne opstanding. | Door | P. 
Hofstede de Groot. | 8vo. 14 pp. 

Overdruk uit Waarheid in Liefde, Groningen 1863. 

438. De I doctrina | Spinozae | de mente hvmana. | Disfertatio 
inavgvralis | qvam consensv et avctoritate amplissimi | philosophorvna 
ordinis in acadeinia fridericiana | halensi cvm vitebergensi consociata 
ad fvmmos | in philosophia honores rite capessendos D. XII. | M. 
Avgvsti A. MDCCCLXV hora XI. in avditorio | maximo vna cvm 
thesibvs a se propositis | pvblice defendet | avctor | Pavlvs Kra- 
mer I Berolinensis. | Adverfariorvm partes fvscipieut : | C. MufiF, Dr. 
Phil. I A, Sommer, Stvd. Math. | Halis Saxonvm | Formis Orpha- 
notrophei. | 8vo. 38 pp. -|- 1 bl. 

439. Ueber Spinoza's Eeligionsphilosophie. Von Chr. Thilo. 
(Zeitfchrift für exacte Philosophie im Sinne des neuen Eealismus. 
In Verbindung mit mehreren Gelehrten Herausgegeben von Dr. 
P. H. Th. Allihn und Dr. T, Ziller. Leipzig Louis Pernitzsch. 8vo. 
VI. 1866. pp. 113—145, 389—409. VII. 1867. pp. 60—97.) 

440. De I Spinozae natura naturante | et natura naturata | dis- 
sertationem metaphysicam | scripsit | Waldemarus Hayduck , | philos. 
doctor, aa. 11. mag. | Vratislaviae. | Apud L. F. Moske. | Typis 
Grassi, Barthii et soc. (W. Friedrich). 1867. | 8vo. 52 pp. 

441. Die Lehren | von | Raum , Zeit und Mathematik | in 
der I neueren Philosophie | nach ihrem ganzen Einfluss dargestellt 
und beurtheilt | von | Dr. Joh. Julius Baumann, | Professor am 
Gymnasium zu Frankfurt am Main. | I. Band: | Suarez, Descar- 
tes, Spinoza, Hobbes, Locke, Newton. | Berlin. | Druck und Ver- 
lag von Georg Eeimer. | 1868. | 8vo. XII + (516) pp. 



CORRIGENDA 



13. Atreatise | partly | Theological | andPartly | Political, | con- 
taining some few | discourses | to prove that the liberty of Phi- | lo- 
sophising (that is, making | use of natural reason) may be allo- 
wed I without any prejudice to Piety or to the Peace | of any 
Commonwealth. And that the lofs | of public Peace and Eeligion 
itself must necessarely | foUow where fuch a liberty of reasoning 
is I taken away. | (John, Epist. I Chap IV v. 13. Hereby know 
we, that we dweil in God, and God in us, because he hath given 
us of his spirit. | Translated out of Latin. | London, Printed in 
the year 1689. | 8vo. XVI + 452 pp. 

32. A treatise on politics. | Translated from | the Latin | of | Be- 
nedict Spinoza. | By | William Maccall. | London ; | Holyoake & C®:, 
147 Pleet Street. | 1854. | 8vo (116) pp. 

55. Spinoza revivM. . . . 

64ö5. De religie | Vande | HoUanders, | Vertoont in diversche 
Brieven. | Gheschreven door een Officier vande | Conincklijcke 
Fransche Armee, | aen eenen Profeffeur vande | Theologie in 
Berne. [^] Tot Geulen, | Gedruckt by Piefcer Meertenfe. | Anno 
1673. I 12mo. 176 pp. 

72 & 73 zijn geschreven door Aert Wolsgreen en gedrukt te 
Amsterdam. 

101a. Traite | des [ trois imposteurs. | 8vo. (138) pp. 

Gedrukt in Holland. 

134. Van dit werk is een //tweede herziene en vermeerderde 
druk'' ter perse bij H. A. M. Roelants te Schiedam. 

8 



106 



182. De liegende en bedriegende [ vrygeest, | Ontmaskert in 
een | andwoord | Aan den vermomden | Constantius Prudens, | Op 
zyn Missive, waar in hy overbrieft de beden- | kingen der Vry- 
geesten t«gen het Opstel en de | Wederlegging hunner gruwelleere , 
benevens | de Wederandwoord aan Theophilus. | Hier by is ge- 
voegt, I A. Geulinx Medemaat van B. de Spinoza, | en der Vry- 
geesten. | Met een Toegift. | Door | Carolus Tuinman , | Predikant 
te Middelburg. | Jude vers 12, 13. | Zy zyn als Boomen in het 
afgaan van den Herfst, | onvruchtbaar, tweemaal verstorven [ende] 
ont- I wortelt : Wilde baaren der Zee, haar | eigeiie schande op- 
schuimende. [^] Te Middelburg, | By Jacobus Boter, Simon 
Clement en Willeboord | Eling, Boekverkoopers. 1715. | 8vo. 
8 bil. 184 & 56 pp. 

Hieruit blijkt, pag. 2, dat Tuinman het er voor hield dat Marinus Booms 
zich onder den pseudo-naam Constantius Prudens verscholen had. 

234. Noodige aanmerkingen | Over een Boeksken, dat tot fyn 
Op-fchrift draagt, | De Eenige | gereformeerde | Waarheid, | enz. 
Ofte I christelyke kinder-leer, | In XXXVI Vragen en Antwoor- 
den I Opgesteld en Uitgegeven door het Collegie , | Het welke men 
den naam geeft van | Hebreen. | Benevens een | Na-reden | Te- 
gen I D. Fredericus van Leenhof. | Door | Johannes d^Outrein | Be- 
dienaar des H. Evangeliums, en ProfelTor in de Illuftre Schoole | te 
Dordrecht. [^] Te Dordrecht, Gedrukt by Joannes van Braam, 
Boek- I verkooper, Ordinaris Stads Drukker, by de Beurs/ Anno 
1704. I 4to. 12 bil. + 82 pp. 

246. Artikelen | tot Satisfactie, j van de Eerw. Kerken- | Baad 
van Zwolle, | voorgeftelt aan | Dn. Ered. van Leenhof, | en by 
fyn E. ondertekent, | Wegens fyn uitgegeven Boeken, genaamt 
den I Hemel op Aarden, deffelfs Op- | heldering, en Korte j And- 
woord. I Te Zwolle, by Gerrit Tydeman. 1704. | 4to. 20 pp. 

424ö5. Spinoza | als Metaphysiker | vom \ Standpunkte der his- 
torischen Kritik. | Von | Dr. Karl Thomas. | Königsberg. j In Com- 
sion bei Grafe und Unzer. | 1840. | 8vo. (Vm) + 176 pp. 



ALFABETIESCH REGISTER. 



Abbadie — 358 noot. 
Abhandlungen , Zwei — 29. 
Acosta, Uriel — 125. 
Acta erud. Lips. — 358 n. 
Allgemeines Repertorium der Litteratur — 

841, 347 n. 
Allgemeine Zeitung — 131 n. 
AUilin, Dr. F. K. Th. — 275', 439. 
Altenburg, Guil. — 433. 
Alting, A. S. Carpentier — 272. 
Aminoff, Germ. Fred. — 428. 
Ammon, Chr. Friedr. — 411. 
Andala, Ruard. — 303, 304, 314 n. 
Andersen , Joh. Phil. — 391. 
Andrade Belozino, Jac. de — 379 n. 
AngeOis , De — 148 (XII). 
Argonne, P. Dom. Noël d' — 98 n. 
Amold, Godfr. — 392. 
Artaud — 148 (XV). 
Auerbach, Berthold — 43, 126, 127. 
Avenarius, Richard — 146. 

Baader, Franz von — 355, 356. 

Bader, F. E. — 435. 

Baco von Verulam — 124. 

Balling, Pieter — 2 n. 

Barbier — 54 n. 

Barrios, De — 379 n. 

Basnage, — 209 n. 

Batalerius, Jac. — 361. 

Baumann, Dr. Joh. Jul. — 441. 

Banmgarten, Siegm. Jac. — 1 n. , 3 n., 

12 n., 22 n., 54 n., 56 n., 108 n., 

151 n. , 152 n., 208 n., 367 n. 
Bayle, P. — 70, 71, 78, 79, 80, 81, 

98 n., 120, 124 n , 154 n. 
Beccau, Joach. — 371. 
Bekker, Balthasar — 56 n., 68, 84, 

188 n., 218, 219. 
Belozino, Jak. de Andradc — 379 n. 
Berkeley — 80 n. 
Berliner Monatschrift — 118. 



Bemays , Dr. — 311 n. 

Bemouilli, Joh. — 220, 223. 

Beuchot — 332. 

Bibliothek, Philosophische — 21, 52 n. 

Bibliotheca antichristiana — 209 n. 

Bibliothèque des Sciences et des Beaux 

Arts — 7 n. , 110. 
Bibliotheca Espanola — 209 n. 
Bibliotheca Hebraea — 148 (I), 209 n., 

274 n. 
Bibliotheca hist -philol.-theologica Bre- 

mens. — 254 n., 267 n., 270 n. 
Bibliothèque raisonnée — 108. 
Biographie universelle — 148 (XII), (XIV). 
Bilfinger, G. B. — 375. 
Bladen, Wetenschappelijke — 140. 
Blakey , Robert — 148 (XXVI). 
Blijenbergh, Willem van — 364, 380. 
Boe Sylvius, Fr. de la — 6<z, 6*. 
Boeksaal van Europe — 387 n. 
Boelaard, Jan — 293. 
Boemer, Christ. Frid. — 874. 
Böhme, Jacob — 286. 
Böhmer, Dr. Ed. —49, 49 n., 104 n., 

148 (VII). 
Bolingbroke — 121. 
Bolk , Barth. — 268. 
Bomble, Flor. — 227, 238. 
Booms, Marinus — 181, 184, 185, 

187, 188 n. 
Borsius, J. — 171 n. 
Bossuet — 888 n. 
Boullainvilliers , Comte de — 38 n. , 

107, 376. 
Boumann, Lud. — 417. 
Boyle , Rob. — 290 , 29.1 , 292. 
Brasch , Moritz — 147. 
Braun, Joh. — 222. 
Bredenburg, Joh. — 108, 208, 209, 

210, 211, 212, 213, 214, 2J6, 217. 
Bresser , Jan — In. 
Bril, Jacob — 188 n., 189. 



108 



ALTABETIESCH REGISTER. 



Brochner, Dr. H. — 132. 

Brouwer, Mr. P. A. S. van Limburg — 126. 

Brucker, Jac. — 148 (XIX). 

Bruder, Carol. Herm. — 41. 

Bruin , Joh. de ^— 60 , 67. . 

Bruno, Giordano — 41 B n. 

Buddeus, Jok. Fr. — 86 n., 270 n., 817. 

Buhle, Joh. Gottlieb — 148 (XX). 

Bühler, Adolph — (XXX). 

Buitendyk, Gosuïnus — 178, 179, 180, 

188 n. 
Bülfinger — 817. 
Burg , Albert — - 33 n. , 34 n. 
Burger Jr. , Dr. — 127 , 284. 
Burman, Fr. — 249, 250. 

C, M. A. F. — 109. 

Gamerarius, Joach. — 57. 

Campanella, Thomas — 294 n. 

Canning — 121. 

Carpzovius, Joh. Benj. — 358 n. 

CarroU, WiUiam — 315. 

Cartesius (R. des Cartes) — 1 , 2 , 38 n. , 

39 n., 41 n., 60, 84, 299, 313, 

328, 329, 441. 
Cartesius Kristianus — 314. 
Carus, T. Lucretius — 152. 
Casar, Aquil. Jul. — 306. 
Castres, M. Sabatier de — 115, 116. 
Gastro, Rodriguez de — 209 n. 
Centralblatt , Litterarisches — 133 n. 
Chajes, Dr. A. — 282. 
Chevroeana — 83, 388 n. 
Clarke, Sam. — 290, 291, 292, 293. 
Claudius , Matth. — 338. 
Clef, la (du Sanctuaire) — 10. 
Cleve, Zachar. Joach. — 428. 
Cluver, Dethlev — 274 n. 
Colerus (Kohier), Joh. — 38 n., 44 n., 

46, 88, 89, 90, 91, 92, 93,93n., 

107 , 108 n. 
Compendium grammatices linguee hebrsese 

— 22 (noot), 38 n., 41 (noot). 
Condé, Prince de — 67 n. 
Condillac, Et. Bonnot de — 333. 
Conrad, Christ. — 3 n., 17, 104. 
Constans, Luc. Antist. — 54. 
Constant, Benj. — 121. 
Conz, Carl Philipp — 19. 
Correspondence 28 , 44 n. 
Costa , Mr. Is. da — 148 (XLII). 
Cour, De la — 54 n. 
Cousin, Victor — 148 (XXXVI), 281, 

312 324. 
Cremer, B. Seb. — 173, 205, 206. 
Creskas, Don Chasdai — 277. 
Creyghton , J. — 226 , 237. 



Cuffeler, Abr. Joh. — 15I«, UU, 151c. 
Cuperus, Franse. — 865, 366. 

Dageraad — 133 n. , 284 n. 
Damiron, Jean-Phil. — 148 (XXXVII). 
Daverveld, Jac. Ferd. — 174, 175, 177. 
Deckker, Joh. — 148 (XVIII). 
Democritus, Christ. -— 326, 327, 328, 829. 
Dessauer, Dr. Moriz — 298. 
Deurhof, Willem — 190, 191 , 192, 193, 

194, 195, 196, 197,200,203—207. 
Devotus, Innocentius — 174, 177. 
DieUtz, Th. — 435. 
Diez , H. F. — 118. 
Digby, Kenehn — 406. 
Düouit, Prof. — 119. 
Dippel — 826—329. 
Dittes, Dr. Friedr. — 325. 
Domela Nicuwenhuis, F. J. — 93 n. 
Dorow, Dr. Wilhehn — 9, 43 n. 
Driessen, Ant. — 257, 259, 261, 262, 

263, 267, 314. 
Duer, Joh. Conr. — 358 n. 
Dühring, Dr. E. — 148 (XXXIX). 
Dijk, Griel van — 188 n. 

Earbury, Matth. — 370. 
Ebn Esra — 276; 

Ecclesiasticorum , De Jure — 40 n. , 54. 
Encyclopédie — 148, (IX), (XV). 
Encyclopédie méthodique — 148 (XI). 
Ende, F. van den — 87 n. 
Ende, K. van den — 212 n. 
Epiatoke — 22 n., 38 n., 41 n. 
Erdmann, Dr. Joh. Ed. — 316, 322 n., 

324 n., 358 n., 399 n., 425. 
Ethica — 22 n., 88 n., 41 n. 
Ethics — 28. 

Ethik — 25, 26, 21a, 27*, 42*. 
Étique — 44 n., 45 n. 
Eustastes — 77. 
Ewald, S. H. — 29, 42tf n. 
Ewijck, G. van — 266. 
Eyk , J. van — 80. 

Fabritius, J. A. — 88 n., 267 n. 

FéHce — 148 (X). 

Fels , Wilhehn — 33. 

Fenelon, De — 107. 

Feuerbach, Dr. L. A. — 124. 

Fichte — 351 , 356. 

Fischer, Kuno — 131 , 139. 

Foucher de Careil, A. — 279 n. , 322, 

323, 824. 
Franck, Ad. — 273. 
Francke, Dr. G. S. — 117. 
Fran^ois, Laur. — 401. 



ALFABETIESCH EEGISTEE. 



109 



Frauenstadt , Dr. Jul. — 429 n. 
Fresnoy , Lenglet du — 108. 
Froude , James Anthony — 49 n. 
FüUeborn , G. G. — 409. 

Oarve , Christ. — 410. 

Geelkerke, Jac. — 252. 

Genthe, F. W. — 

Germanus, Kepotyrannos — 314. 

G^rmanus, Moses — 274. 

Gerson , Lewi ben — 278. 

Geulincx, A. — 188 n. , 314. 

Gfrcerer, A. — 39. 

Gildemeister , Dr. C. H. — 347 n. 

Glasenmaker, Jan Hendriksz — 18 n., 23 n. 

Glasius, B. — 254 n. 

Goeree, W. — 87. 

Goltz, Alex. von der — 340. 

Göthe — 350. 

Graetz, Dr. H. — 209 n., 280, 379 n. 

Grammann, Burch. — 94. 

Groenewegen, Henr. van — 218. 

Groot, P. Hofstede de — 136, 437. 

Guhrauer, G. E. — 86 , 324 n. 

Guttmann, Jac. — 313. 

Gützkow, Karl — 125. 

H., J. M. H. V. — 186, 188. 

Halma, F. — 70 , 71. 

Hamann, Joh. G. — 347 n. 

Hanne, Dr. J. W. — 148 (XXXI). 

Hartenstein, Dr. Gust. — 296, 297, 354. 

Hartman, Nic. — 397. 

Hattem , Pontiaan van — 153, 1 54 , 155, 

156, 157, 158, 159, 160, 161 n., 

171, 172, 173, 175, 188 n. 
Hayduck, Wald. — 440. 
Hebier, C. — 347 n., 430. 
Heereboord, Adriaan — In. 
Hegel, W.F. — 129, 130, 285, 347 n., 

353, 356. 
Heinsius, Dan. — 5a, hb. 
Helfferich, Ad. — 319. 
Helvetius, Joh. Fred. — 299, 300. 
Hemsterhuis, Fr. — 347 n. 
Hennert, Joh. Fred. — 80. 
Herbart, Joh. Fr. — 354, 356. 
Herbert — 288. 
Herder, J. G. — 342. 
Herwegh, Gust. — 286. 
Heusden, Corn. van — 203. 
Heydenreich, K. H. — 306, 339, 343. 
Hicks, Dr. George — 55. 
History of Philosophy, Biographical — 1 40. 
Hitchcock — 331. 
Hobbes, Thomas — 3 n., 84, 120, 

206 n., 218, 287, 288, 289, 290, 



291, 292, 293, 294 n. , 295 , 296, 

297, 298, 441. 
Hoefer, Dr. — 148 (XVI). 
Hoffmann, Christ. — 394. 
Hoffmann, Dr. Franz — 356. 
Hofstede de Groot, P. — 136, 437. 
Hollmann — 317. 

Homan, Dr. R. Kruizinga — 271,272. 
Homerus — 284. 
Honert, T. H. van den — ■ 191, 192, 

193. 194, 228, 229, 240, 241 , 

242, 243, 244, 252, 256 n., 258. 
Hoof, Van den — 54 n. 
Hoogstraten , David van — 148 (III). 
Horchius , Henr. — 267 , 387 . 396. 
Hom, J. E. — 432. 
Houweningen, Elsje van — 69. 
Howe, John — 390. 
Huber, Dr. Joh. — 148. 
Huet, Petr. Dan. — 358 n. 
Hulsius , Paulus — 221 , 222. 
Hunnius, Bald. — 179. 
Huygens, Christ. — 145 n. 

I. M. V. D. M. — 359. 

Ilgen, Dr. E. — 417. 

Impie convineu — 301. 

Imposteurs, Trois — 99 n., 100, 101, 

101a (Corrig.), 102, 103 n. 
Impostoribus , De tribus — 82, 84 n., 

100, 103 n., 287. 

Jacobi , F. H. — 834-347 , 366. 

Jager, Joh. Wolfg. — 96, 366. 

Janet, Paul — 142. 143. 

Jans , Dina — 188 n. 

Jaquelot, Is. — 70, 71 , 358 n. 

Jariges, Ph. J. P. — 78 , 79 , 80. 

Jasche, Gottl. Benj. — 415. 

Jenichen, Gottl. Frid. — 253. 

Jens, Petr. — 389. 

Joel, Dr. M. — 277, 278, 379. 

Journal des Savans — 358 n. 

Kabbala — 80 n. 

Kahler, Wigand — 93. 

Kalb , Dr. J. A. — 20. 

Kampf, Isidor — 377. 

Kant, lm. — 325, 347 n., 356. 

Keiler, Dr. Franz — 320. 

Kepotyrannos Germanus — 314. 

Kettner, Friedr. Ernst — 219. 

Kirchmann, J. H. von — 21, 27a, 27ó, 

52 n. 
Kleuker, J. F. — 274 n. 
Küefoth — 408. 
Koenigsmann, Andr. Ludov. — 256, 371. 



110 



ALFABETIESCH REGISTER. 



Koerbagh, Mr. Adr. — 149, 150. 
Konst- en Letterbode, Algemeene — 49 n., 

119. 
Kortholt, Chr. — 82, 84 n. , 287. 
Kramer, Paul. — 488. 
Kristianus, Cart. — 314. 
Krug, Dr. W. T. — 148 (XIIT), 414. 
Kuhn ~ 847 n. 
Kuyper, Frans — 212 n. , 214 n. 

Labadie, Jean de — 61 n. 

Lami, D. Fran9oi8 — 107, 388. 

Lange, Joach. — 317. 

Laspeyres, Etienne — • 148 (XXXIII). 

Laurent, F. — 148 (XXXVI). 

Lavater, Joh. Gaspar — 112. 

Leenhof, Fred. — 188 n. , 224—232, 

234—263; 246 cf. Corrig. 
Lehmans, J. B. — 138. 
Leibnitz, G. — B4 n., 208 n. ,209n., 

274 n., 317—325, 328, 329, 352, 

356. 
Lemmerman, Abr. — 211, 214, 215. 
Lenglet du Fresnoy — 108 n. 
Lessing, G. E. — 334 n. , 335—338, 

347 n. 
Lettres — 45 n. 
Lettres sur les hollandois — 109. 
Levensbode — 51 n., 141 n., 144 n., 357. 
Lewes, G. H. — 140. 
Leydekker, Jac. — 270. 
Leydekker, Melchior — 230. 
Limborg, Phil. van — 216, 217. 
Linde , Dr. A. van der — 51 n. , 53 , 

56 n., 68 n., 133, 133 n., 135 n., 

136, 137, 142. 
Linturp, Sev. — 103 n. 
Locke, John — 315, 441. 
Loewe, Dr. Joh. Heinr. — 351. 
Lohe , G. — 434. 
Lommatzsch , B. H. C. — 412. 
Lucas , Dr. med. - - 38 n. , 46 , 99. 
Lucius — 405. 

M., E. D. — 229, 239. 
Maastricht , Gerh. van — 289 n. 
Maccall, W. — 32, cf. Corrig. p. 105. 
Maier, Dr. J. — 276. 
Maimon , Sal. — 347 n. 
Maimonides — 279. 
Mairan — 312 n. 
Maizeau , De — 70 n. 
Malebranche — 80 n. , 312 n. , 316. 
Mansvelt, Regn. è — 67 n., 363. 
Marbach , G. O. — 122. 
Marchand, Prosper — 103 n. 
Martin , Henri — 421. 



Marville, Vigneul — 98 n. 

Matthias, Conr. — 418. 

Maurice, Fred. Denison — 148 (XXXII). 

Meinhard, G. F. — 373. 

Mejer — 408. 

Melchior, Joh. — 360. 

Mémoires de Trévoux — 401 n. 

Mémoires pour Thist. des Sciences — 90 n. 

Mémoires pour servir &c. — 148 (II). 

Menagiana — 98. 

Mendelssohn , Moses — 334 — 347. 

Mercure galant — 85. 

Mettrie, La — 112. 

Meyboom, L. S. P. — 84 n., 347 n. 

Meyer, Henr. — 433. 

Meyer, Dr. Lodewljk — 22 n., 56 n. 

Michelet , Dr. C. — 417. 

Michelis, Dr. F. — 148 (XXXV). 

Misses, Is. — 275. 

Mommaal, C. — 201. 

Monnikhof, Joh. — 47*, (noot), 48. 

Montbeillard — 407 n. 

Moren, Louis — 148 (V). 

Morin, Folcherus — 294. 

Morus , Henr. — 367 , 383. 

Mothe, De la — 358 n. 

Muff, Dr. C. — 438. 

Muller, Joh. Henr. — 372. 

Munter, Balth. — 403. 

Murr, Theophil. de — 8, 19 

Mus«u8, Joh. — 362. 

Muzel, Ph. L. — 341. 

Waigeon — 147 n. XI. 
Nethenus , Matthias — 61 n. 
Newton — 441. 
Niceron, Jean P. — 148 (II). 
Nieuhoff, Bern. — 346. 
Nieuwentijd, B. — 106, 402. 
Noack , Ludwig — 148 (XXV). 
Nourrisson — 141 , 142. 
Nouvelle biographie — 148 (XVI). 
Nouvelles de la Rép. des lettres — 358 n., 
369 n. 

Observationes miscellanese — 97. 
Oettingen, Alex. von — 408. 
Oettinger, E. M. — 404 n. 
Oeuvres — 44 — 46. 
Oischinger, Dr. Joh. Nep. Paul — 148 

(XXIX). 
Oldenburg — 83 n. 

Opera omnia — 37 , 38 , 39 , 41 , 50. 
Opera posthuma — 22 , 24 , 38 n. , 39 n. 
OreUi, Conrad von — 129, 130. 
Orelli, Joh. Casp. — 112 n. 
Oriënt — 377. 



ALFABETIESCH EEGISTER. 



111 



Orobio de Gastro, Dr. Iz. — 108, 209. 
Outrein , Joh. d' — 233 , 234 (Corrig.) 

Pappo, Volckmann Conrad — 305. 

Paradol, Prévost — 45 n. 

Parrhasius — 202 n. 

Paterpliilo — 76. 

Paulus , Henr. Eberh. Gottlob — 38. 

Penny Cyclopsedia — 140. 

Petersen, Christ. — 198, 199. 

PMlalethes — 407. 

Philippson, Dr. Ludwig — 123. 

PhiUpson, M. — 114. 

Philometor, Eos. — 231. 

Pliilopater~70, 71, 72, 73, 76, 247. 

Philosophia S. S. Interpres — 3 n., 7, 56, 

57, 59, 60. 
Pinedo , Thom. de — 879 n. 
Pitt — 121. 

Pius Fidelis — 186 , 188. 
Placaet. De Staten van Hollandt — 24. 
Plato — 284. 
Plotinus — 351 n. 
Poiret, Petr. — 382. 
Poot, Abr. van — 385. 
Prado, Juan de — 209 n. 
Prat , J. G. — 30 , 31 , 46 n. , 46. 
Prudens , Constantius — 183. 
Pseudo-Spinoza. — 54—61. 

Iluistorp, Bemh. Fr. — 111 , 400. 
Quistorp, Joh. Jac. — 111. 

Raadt, G. de — 61 n. 

Raats, Joh. Adr. — 207. 

Raesfeld, Alph. a — 433. 

Rappolt, Fred. 358 n. 

Real-Encyklopadie — 148 (XVII). 

Reflexions curieuses — 11. 

Réforme de l'Entendement — 44 n., 45 n. 

Regenboog , Stelk. reeck. v. d. — 36. 

Regis, P. S. — 399. 

Regius, Joh. — 302. 

Rehberg, Aug. Wilh. — 347 n. 

Reichlin-Meldegg, Von — 138 n. 

Reinhold, Ernst — 148 (XXVII). 

Renthe, Aug. Ernst — 404. 

Review , Fortnightly — 1 40. 

Review, Westminster — 50 n. , 140. 

Revue des deux Mondes — 279 n. 

Ricotier — 292. 

Rieuwertsz , Jan — 1 , 2 , 8 n. , 22, 37 n. , 

83 n. 
Ritter, Dr. H. — 148 (XXVIII), 308, 

310 n., 347 n., 348, 415 n. 
Rixner, Th. A. — 148 (XXII). 
Roeder, Dr. Ed. — 357 n. . 



Roer, Henr. Ed. — 419. 

Roessler, Gonst. — 347 n. 

Roetscher, H. — 417. 

Roggeveen, Mr. Jacob — 171, 188 n. 

Roodenpoort, Dr. Joh. — 76, 77. 

Rosenkranz, Dr. Karl — 103 n. , 416. 

Rossi -- 209 n. 

Roth, Friedrich — 147 n. 

Rousseau, J. J. — 120. 

Rubin, Sal. — 279, 

Ruyter, Johan — 161. 

Sabatier de Gastres, M. ^- 115, 116. 
Sabbataï Zewi — 280. 
Saint-Evremond , De — 95. 
Saint-Glain, De — 12 n. 
Saintes, Amand — 128. 
Saisset, E. — 44, 45, 279 n. 
Salau, O. — 434. 
Saldenus, Guill. — J868 n. 
Santvoort, Dirk — 152. 
Saverien — 148 (VIII). 
Schaarschmidt , Gar. — 61, 52, 311. 
Schaller, Dr. JuHus — 148 (XXIV). 
Schelling , F. W. J. 129, 180, 

847 n. , 352 , 356. 
Schiebler , K. V^. — 33. 
Schleiermacher, F. — 348, 349. 
Schlüter , G. B. — 347. 
Schmid, Dr. F. — 148 (XXXVIII). 
Schmidt, Dr. Ed. — 148 (XXIII). 
Schmidt , Dr. Fried. Wilh. Valent — 26. 
Schmidt, Johann Lorenz — 25 n. 
Schmidt, Dr. P. — 349. 
Schmidt , Dr. W. Adolf — 86. 
SchöU , Adolf — 350 n. 
Schopenhauer , Dr. A. — 133 n. , 357. 
Schriften , De Nagelatene — 23. 
Schuer, Jan Lod. — 148 (III). 
Schulze — 324 n. 
Schwarz, Garl — 347 n. 
Schwegler, Dr. Albert — 148 (XXXIV). 
Semler, Joh. Sal. — - 57. 
Serbalt, Lat. — 213. 
Serena — 330. 

Seven- Wouden , Glassis van — 74. 
Shaftesbury — 342. 
Shakspere — 131 n. 
Siegfried — 878. 
Siffle', Mr. A. F. — 133 n. 
Sigwart, Dr. Christoph — 53, 144 
Sigwart , Dr. H. G. W. — 295 , 807 , 

309, 810, 318. 
Simon , Jules — 44 n. 
Sincerus — 175 n. , 176 , 177. 
Sittenlehre, B. v. S. — 26. 
Smit, Pieter — 175, 



112 



ALFABBTIESCH REGISTER. 



Smout, Pieter — 216, 217. 
Sommer, A. — 438. 
Spandaw, Willem — 160. 
Spectator, Nederlandsche — 50 n., 51 n., 

69 u. 
Speeth, Joh. P. — 274. 
Spener — 112. 
Spillecke — 118. 
Spinoza, Ben. de — Werken. 1 — 53. — 

Apologia. 3 n. 
Spinozana — 49 n. 
Spizelius, Theoph. — 858 n. 
Spijck, Hendrik van der — 69 n. 
Staalkopf, Jac — 891, 392, 393, 396. 
Staalkopf, M. Joh. — 94. 
Steinwehr, W. A. B. a — 398. 
Stiedenroth, Em. — 413. 
Stöckl, l)r. Alhert -- 148 (XL). 
Stol, B. J. — 212. 
Stolle, GottUeh — 86. 
Stoupe — 63, 64, 64« (Corrig.), 65, 66 n., 

67, 93 n. 
Strauss, Dr. D. F. — 126 n. 
Studiën und Kritiken , Theol. — 276 , 423. 
Suarez — 441. 
Subiroth Sopim — 103. 
Suhle, Berthold — 357 n. 
Swedenborg -- 331. 
Sylvius, Fr. de la Boe — 6«, 63. 

Tanckius, Henr. — 396. 

Taute, Dr. G. F. — 427. 

Tennemann, Dr. W. G. — 148 (XXI), 225. 

Thales — 285. 

Theologant, Rechtzinnige — 17, 18. 

Theologisch-politische Ahhandlnng — 19, 

20, 21 , 42a. 
Theophilus — 180, 185. 
Thilo, Chr. — 439. 
Thomas, Car. — 420, 424 , 424a (Corr.), 

426. 
Thomasius, Christ. — 86 n., 358 n. 
Thomasius, Jac. — 358. 
Til, Sal. van — 358 n. 
Tindal — 315. 
Toland, J. — 315, 330. 
Tractat, Kurzer (von Gott &c.) -- 62 , 53. 
Tractatus de deo et homine — 49. 50 , 51. 
Tractatus de intellectus emendatione — 22 

n. , 88 n. , 40 n. , 41 n. 
Tractatus de Iride — 36 , 50. 
Tractatus de Miraculis — 7 n. 
Tractatus politicus — 22 n. , 38 n., 40 

n. , 41 n. 
Tractatus de primis XII V. T. Libris — 7 n. 
Tractatus theologico-politicus — 3 , 7, 7 n-. , 

8, 38 n., 39 n. , 41 n. , 62, 63 n.. 



67 n. , 84 n. 
Traite politique — 31. 
Traite théologico-poUtique — (10. 11, 12), 

44 n., 45 n. 
Traitté des Ceremonies Superstitieuses — 12. 
Treatise p. Theological p. Political — 13 

(Corrig.), 14, 15, 16, 32, 105. 
Trendelenburg , Dr. A. — 145, 821 , 429. 
Trévoux, M^. de — 401 n. 
Tuinman, Car. — 169 n., 170, 172, 

182 (Corrig.), 183, 185—188. 
Tydeman, Prof. H. W. — 36. 

Ullmann & Umbreit — 276. 
Ulrici , H. — 429 n. 
Universal-Lexicon — 148 (VI). 
Upmarck, Joh. — 294. 
Urtel, Fr. — 434. 

Valsecchi, P. Antonio — 120. 
Vaninus, Jul. Caes. — 294 n. 
Vassor, Le — 358 n. 
Veegens, D. — 69. 
Velde, Joh. van den — 200. 
Veldhuysen, Dr. Lamb. van — 35. 
Velthusius, Lamb. — 858. 
Venhuisen, Petr. a — 220. 
Verhandeling , Korte — 47 « , 47 * , 48 , 

50, 51. 
Vermehren, Konrad — 135. 
Verschoor, Jacob — 188 n. 
Verse, Aubert de — 213 n., 301. 
Verwer, Adriaan — I5l n. , 381. 
Villacorta, Fr. Henr. de — 4. 
Vloten , Dr. J. van — 1 n. , 49 n. , 

51 n., 131 n., 134 (Corrig.), 136 n., 

136, 141 n., 142, 144 n. , 284 n. , 

322 n., 357. 
Vogelsang, Reinier — 60. 
Voigtlander. J. A. — 423, 424. 
Volkmuth, Dr. P. — 285. 
Volksblad — 134 n. 
Voltaire — 112 n., 120, 322. 
Voorst, D. C. et J. J. van — 148 (XLII). 

Waarheid in Liefde — 437 n. 
Waaijen , Joh. van der — 61 n. , 157. 
Wachter. Joh. G. — 274, 393. 
Wal, Jan van der — 201. 
Walther, M. - 386. 
Weber. Theod. Hub. — 823. 
Weidner, D. Joh. Joach. — 394. 
Weil, Alex. — 273 n. 
Welt-Weisen, Fürstellung Vier Neuer — 84. 
Werke , Sammtliche — 43. 
Weyerman, Jacob Campo — 148 (IV). 
Weyermars, Hendrik — 152. 



ALFABETIESCH BEGISTEB. 



118 



Williams, Le Ubraire — 7 n. 

Willigen Pz. , Dr. A. van der — 69 n. 

Willis. Dr. R. — 15 n., 28, 34 n. 

Wit, Jan de — 62 n. 

Wittichius, Christoph. — 254 n., 384, 385. 

Wittichius , Jacobus — 254—270. 

Wizenmann, Thom. — 340. 

Wolf — 209 n., 274 n., 317, 852. 

Wolf, Clirist. — 25. 

Wolf, Joh. Cliristopli. — 148 (I). 

WoUius, Christopli. — 374. 

Wolsgreen , Aert — auteur van 72 & 73. 

Wolzogen , Ludov. — 69 , 61 n. 

Woolston, Thomas — 205. 



Yselkout — 1 n. , 131 n. 
Yvon» Pierre — 868, 369. 

Zedler, J. H. — 148 (VI). 

Zeitschrift fur exacte Philosophie — 439. 

Zeitschrift für Philosophie — 49 n. » 137 , 

138 n. , 429 n. 
Zeitschrift für Theologie und Kirche — 408. 
Zewi , Sabbataï — 280. 
Ziller, Dr. T. — 275, 439. 
Zimmermann , Prof. — 431. 
Zinzendorf — 112. 
Zimgiebl, Eberh. — 347 n.